Thematische Woordenschat Nederlands-litouws: 5000 Woorden 52465m

Thematische woordenschat Nederlands-Litouws 5000 woorden

Door Andrey Taranov

Woordenlijsten van T&P Books zijn bedoeld om u woorden van een vreemde taal te helpen leren, onthouden, en bestudering. Dit woordenboek is ingedeeld in thema's en behandelt alle belangrijk terreinen van het dagelijkse leven, bedrijven, wetenschap, cultuur, etc.

Het proces van het leren van woorden met behulp van de op thema's gebaseerde aanpak van T&P Books biedt u de volgende voordelen:

• Correct gegroepeerde informatie is bepalend voor succes bij opeenvolgende stadia van het leren van woorden

• De beschikbaarheid van woorden die van dezelfde stam zijn maakt het mogelijk om woordgroepen te onthouden (in plaats van losse woorden)

• Kleine groepen van woorden faciliteren het proces van het aanmaken van associatieve verbindingen, die nodig zijn bij het consolideren van de woordenschat

• Het niveau van talenkennis kan worden ingeschat door het aantal geleerde

woorden

Copyright © 2016 T&P Books Publishing

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. U mag dit boek niet verspreiden in welk formaat dan ook.

T&P Books Publishing www.tpbooks.com

ISBN: 978-1-78492-160-6

Smashwords Edition

LITOUWSE WOORDENSCHAT

nieuwe woorden leren

• De woordenlijst bevat de meest gebruikte woorden

• Aanbevolen als aanvulling bij welke taalcursus dan ook

• Voldoet aan de behoeften van de beginnende en gevorderde student in vreemde talen

• Geschikt voor dagelijks gebruik, bestudering en zelftestactiviteiten

• Maakt het mogelijk om uw woordenschat te evalueren

155 de thema's bestrijken alle belangrijke aspecten van de dagelijkse activiteiten, bedrijfsleven, wetenschap, cultuur, etc.

Studenten in vreemde talen voelen vaak de noodzaak om hun woordenschat te verrijken met nieuwe woorden en om de stof die ze al eerder hebben bestudeerd te repeteren om vlotter en uitgebreider over verschillende onderwerpen te kunnen praten. Conventionele woordenboeken met alfabetische rangschikking van woorden schieten tekort om effectieve

resultaten te kunnen boeken, terwijl themawoordenboeken van T&P Boeken speciaal zijn ontworpen om studeren gemakkelijker te maken en de woordenschat te verbeteren.

Deze woordenlijst kan worden gebruikt als aanvulling op een studieboek of een cursus voor een vreemde taal. Het zal een geweldige hulp zijn tijdens een buitenlandse reis. T&P Books woordenboeken zijn met name handig voor meervoudige repetitie, wat cruciaal is voor het verkrijgen van positieve resultaten bij het leren van een taal.

AFKORTINGEN

gebruikt in de woordenschat

Nederlandse afkortingen

abn

-

als bijvoeglijk naamwoord

bijv.

-

bijvoorbeeld

bn

-

bijvoeglijk naamwoord

bw

-

bijwoord

enk.

-

enkelvoud

enz.

-

enzovoort

form.

-

formele taal

inform.

-

informele taal

mann.

-

mannelijk

mil.

-

militair

mv.

-

meervoud

on.ww.

-

onovergankelijk werkwoord

ontelb.

-

ontelbaar

ov.

-

over

ov.ww.

-

overgankelijk werkwoord

telb.

-

telbaar

vn

-

voornaamwoord

vrouw.

-

vrouwelijk

vw

-

voegwoord

vz

-

voorzetsel

wisk.

-

wiskunde

ww

-

werkwoord

Nederlandse artikelen

de

-

gemeenschappelijk geslacht

de/het

-

gemeenschappelijk geslacht, onzijdig

het

-

onzijdig

Litouwse afkortingen

dgs

-

meervoud

m

-

vrouwelijk zelfstandig naamwoord

m dgs

-

vrouwelijk meervoud

v

-

mannelijk zelfstandig naamwoord

v dgs

-

mannelijk meervoud

UITSPRAAKGIDS

Letter

Litouws voorbeeld

T&P fonetisch alfabet

Nederlands voorbeeld

Aa

adata

[a]

acht

Ąą

ąžuolas

[a:]

aan, maart

Bb

badas

[b]

hebben

Cc

cukrus

[ʦ]

niets, plaats

Čč

česnakas

[ʧ]

Tsjechië, cello

Dd

dumblas

[d]

Dank u, honderd

Ee

eglė

[æ]

Nederlands Nedersaksisch dät, Engels - cat

Ęę

vedęs

[æ:]

Nederlands Nedersaksisch dät, Engels - cat

Ėė

ėdalas

[e:]

twee, ongeveer

Ff

fleita

[f]

feestdag, informeren

Gg

gandras

[g]

goal, tango

Hh

husaras

[ɣ]

liegen, gaan

I i

ižas

[i]

bidden, tint

Į į

mįslė

[i:]

team, portier

Yy

vynas

[i:]

team, portier

J j

juokas

[j]

New York, januari

Kk

kilpa

[k]

kennen, kleur

L l

laisvė

[l]

delen, luchter

Mm

mama

[m]

morgen, etmaal

Nn

nauda

[n]

nemen, zonder

Oo

ola

[o], [o:]

aankomst, rood

Pp

pirtis

[p]

parallel, koper

Rr

ragana

[r]

roepen, breken

Ss

sostinė

[s]

spreken, kosten

Šš

šūvis

[ʃ]

shampoo, machine

Tt

tėvynė

[t]

tomaat, taart

Uu

upė

[u]

hoed, doe

Ųų

siųsti

[u:]

fuut, uur

Ūū

ūmėdė

[u:]

fuut, uur

Vv

vabalas

[ʋ]

als in Noord-Nederlands - water

Zz

zuikis

[z]

zeven, zesde

Žž

žiurkė

[ʒ]

journalist, rouge

Opmerkingen

* Een macron (ū), en een ogonek (ą, ę, į, ų) kunnen allemaal gebruikt worden om de klinkerlengte in het Modern Standaard Litouws te markeren. De diakritische tekens Acute (Áá Ą́ą́), grave (Àà), en tilde (Ãã Ą̃ą̃) worden gebruikt om de toonhoogte accenten aan te geven. Echter, deze toonhoogte-

gebruikt om de toonhoogte accenten aan te geven. Echter, deze toonhoogteaccenten worden over het algemeen niet geschreven, behalve in woordenboeken, grammatica's, en waar nodig voor de duidelijkheid, zoals bij homoniemen en om dialectische gebruik te differentiëren.

BASISBEGRIPPEN

BASISBEGRIPPEN DEEL 1

1. Voornaamwoorden

ik

àš

['aʃ]

jij, je

tù

['tu]

hij

jìs

[jɪs] zij, ze

zij, ze

jì

[jɪ]

wij, we

mẽs

['mʲæs]

jullie

jū̃s

['ju:s]

zij, ze

jiẽ

['jiɛ]

2. Begroetingen. Begroetingen. Afscheid

Hallo! Dag!

Sveĩkas!

['svʲɛɪkas!]

Hallo!

Sveikì!

[svʲɛɪ'kʲɪ!]

Goedemorgen!

Lãbas rýtas!

['lʲa:bas 'rʲi:tas!] Goedemiddag!

Goedemiddag!

Labà dienà!

[lʲa'ba dʲiɛ'na!]

Goedenavond!

Lãbas vãkaras!

['lʲa:bas 'va:karas!]

gedag zeggen (groeten)

svéikintis

['svʲɛɪkʲɪntʲɪs]

Hoi!

Lãbas!

['lʲa:bas!]

groeten (het)

linkė́jimas (v)

[lʲɪŋ'kʲɛjɪmas]

verwelkomen (ww)

svéikinti

['svʲɛɪkʲɪntʲɪ]

Hoe gaat het?

Kaĩp sẽkasi?

['kʌɪp 'sʲækasʲɪ?]

Is er nog nieuws?

Is er nog nieuws?

Kàs naũjo?

['kas 'nɑʊjɔ?]

Dag! Tot ziens!

Ikì pasimãtymo!

[ɪkʲɪ pasʲɪmatʲi:mo!]

Tot snel! Tot ziens!

Ikì greĩto susìtikimo!

[ɪ'kʲɪ 'grʲɛɪtɔ sʊsʲɪtʲɪ'kʲɪmɔ!]

Vaarwel!

Lìkite sveikì!

['lʲɪkʲɪtʲɛ svʲɛɪ'kʲɪ!]

afscheid nemen (ww)

atsisvéikinti

[atsʲɪ'svʲɛɪkʲɪntʲɪ]

Tot kijk!

Ikì!

[ɪ'kʲɪ!]

Dank u!

Ãčiū!

['a:tʂʲu:!]

Dank u wel!

Dank u wel!

Labaĩ ãčiū!

[lʲa'bʌɪ 'a:tʂʲu:!]

Graag gedaan

Prãšom.

['pra:ʃom]

Geen dank!

Nevertà padėkõs.

[nʲɛver'ta padʲe:'ko:s]

Geen moeite.

Nėrà ùž ką̃.

[nʲe:'ra 'ʊʒ ka:]

Excuseer me, … (inform.)

Atléisk!

[at'lʲɛɪsk!]

Excuseer me, … (form.)

Atléiskite!

[at'lʲɛɪskʲɪtʲɛ!]

excen (verontschuldigen)

atléisti

[at'lʲɛɪstʲɪ]

zich verontschuldigen

zich verontschuldigen

atsiprašýti

[atsʲɪpra'ʃʲɪ:tʲɪ]

Mijn excuses.

Mãno atsiprãšymas.

['ma:nɔ atsʲɪ'pra:ʃʲɪ:mas]

Het spijt me!

Atléiskite!

[at'lʲɛɪskʲɪtʲɛ!]

vergeven (ww)

atléisti

[at'lʲɛɪstʲɪ]

Maakt niet uit!

Niẽko baisaũs.

['nʲɛkɔ bʌɪ'sɑʊs]

alsjeblieft

prãšom

['pra:ʃom]

Vergeet het niet!

Nepamir̃škite!

[nʲɛpa'mʲɪrʃkʲɪtʲɛ!]

Natuurlijk!

Natuurlijk!

Žìnoma!

['ʒʲɪnoma!]

Natuurlijk niet!

Žìnoma nè!

['ʒʲɪnoma nʲɛ!]

Akkoord!

Sutinkù!

[sʊtʲɪŋ'kʊ!]

Zo is het genoeg!

Užtèks!

[ʊʒ'tʲɛks!]

3. Hoe aan te spreken

Excuseer me, …

Atsiprašau, …

[atsʲɪpra'ʃɑʊ, …]

meneer

Põnas

['po:nas]

mevrouw

Põne

['po:nʲɛ]

juffrouw

juffrouw

Panẽlė

[pa'nʲælʲe:]

jongeman

Ponáiti

[po'nʌɪtʲɪ]

jongen

Berniùk

[bʲɛr'nʲʊk]

meisje

Mergáitė

[mʲɛr'gʌɪtʲe:]

4. Kardinale getallen. Deel 1

nul

nùlis

['nʊlʲɪs]

een

víenas

['vʲiɛnas]

twee

dù

['dʊ] drie

drie

trìs

['trʲɪs]

vier

keturì

[kʲɛtʊ'rʲɪ]

vijf

penkì

[pʲɛŋ'kʲɪ]

zes

šešì

[ʃʲɛ'ʃʲɪ]

zeven

septynì

[sʲɛptʲi:'nʲɪ]

acht

aštuonì

[aʃtʊɑ'nʲɪ]

negen

devynì

[dʲɛvʲi:'nʲɪ]

tien

tien

dẽšimt

['dʲæʃʲɪmt]

elf

vienúolika

[vʲiɛ'nʊɑlʲɪka]

twaalf

dvýlika

['dvʲi:lʲɪka]

dertien

trýlika

['trʲi:lʲɪka]

veertien

keturiólika

[kʲɛtʊ'rʲolʲɪka]

vijftien

penkiólika

[pʲɛŋ'kʲolʲɪka]

zestien

šešiólika

[ʃʲɛ'ʃʲolʲɪka]

zeventien

zeventien

septyniólika

[sʲɛptʲi:'nʲolʲɪka]

achttien

aštuoniólika

[aʃtʊɑ'nʲolʲɪka]

negentien

devyniólika

[dʲɛvʲi:'nʲolʲɪka]

twintig

dvìdešimt

['dvʲɪdʲɛʃʲɪmt]

eenentwintig

dvìdešimt víenas

['dvʲɪdʲɛʃʲɪmt 'vʲiɛnas]

tweeëntwintig

dvìdešimt dù

['dvʲɪdʲɛʃʲɪmt 'dʊ]

drieëntwintig

dvìdešimt trìs

['dvʲɪdʲɛʃʲɪmt 'trʲɪs]

dertig

dertig

trìsdešimt

['trʲɪsdʲɛʃʲɪmt]

eenendertig

trìsdešimt víenas

['trʲɪsdʲɛʃʲɪmt 'vʲiɛnas]

tweeëndertig

trìsdešimt dù

['trʲɪsdʲɛʃʲɪmt 'dʊ]

drieëndertig

trìsdešimt trìs

['trʲɪsdʲɛʃʲɪmt 'trʲɪs]

veertig

kẽturiasdešimt

['kʲætʊrʲæsdʲɛʃʲɪmt]

eenenveertig

kẽturiasdešimt víenas

['kʲætʊrʲæsdʲɛʃʲɪmt 'vʲiɛnas]

tweeënveertig

kẽturiasdešimt dù

['kʲætʊrʲæsdʲɛʃʲɪmt 'dʊ]

drieënveertig

drieënveertig

kẽturiasdešimt trìs

['kʲætʊrʲæsdʲɛʃʲɪmt 'trʲɪs]

vijftig

peñkiasdešimt

['pʲɛŋkʲæsdʲɛʃʲɪmt]

eenenvijftig

peñkiasdešimt víenas

['pʲɛŋkʲæsdʲɛʃʲɪmt 'vʲiɛnas]

tweeënvijftig

peñkiasdešimt dù

['pʲɛŋkʲæsdʲɛʃʲɪmt 'dʊ]

drieënvijftig

peñkiasdešimt trìs

['pʲɛŋkʲæsdʲɛʃʲɪmt 'trʲɪs]

zestig

šẽšiasdešimt

['ʃʲæʃʲæsdʲɛʃʲɪmt]

eenenzestig

šẽšiasdešimt víenas

['ʃʲæʃʲæsdʲɛʃʲɪmt 'vʲiɛnas]

tweeënzestig

tweeënzestig

šẽšiasdešimt dù

['ʃʲæʃʲæsdʲɛʃʲɪmt 'dʊ]

drieënzestig

šẽšiasdešimt trìs

['ʃʲæʃʲæsdʲɛʃʲɪmt 'trʲɪs]

zeventig

septýniasdešimt

[sʲɛp'tʲi:nʲæsdʲɛʃʲɪmt]

eenenzeventig

septýniasdešimt víenas

[sʲɛp'tʲi:nʲæsdʲɛʃʲɪmt 'vʲiɛnas]

tweeënzeventig

septýniasdešimt dù

[sʲɛp'tʲi:nʲæsdʲɛʃʲɪmt 'dʊ]

drieënzeventig

septýniasdešimt trìs

[sʲɛptʲi:nʲæsdʲɛʃʲɪmt 'trʲɪs]

tachtig

aštúoniasdešimt

[aʃ'tʊɑnʲæsdʲɛʃʲɪmt]

eenentachtig

eenentachtig

aštúoniasdešimt víenas

[aʃ'tʊɑnʲæsdʲɛʃʲɪmt 'vʲiɛnas]

tweeëntachtig

aštúoniasdešimt dù

[aʃ'tʊɑnʲæsdʲɛʃʲɪmt 'dʊ]

drieëntachtig

aštúoniasdešimt trìs

[aʃ'tʊɑnʲæsdʲɛʃʲɪmt 'trʲɪs]

negentig

devýniasdešimt

[dʲɛ'vʲi:nʲæsdʲɛʃʲɪmt]

eenennegentig

devýniasdešimt víenas

[dʲɛ'vʲi:nʲæsdʲɛʃʲɪmt 'vʲiɛnas]

tweeënnegentig

devýniasdešimt dù

[dʲɛ'vʲi:nʲæsdʲɛʃʲɪmt 'dʊ]

drieënnegentig

devýniasdešimt trìs

[dʲɛ'vʲi:nʲæsdʲɛʃʲɪmt 'trʲɪs]

5. Kardinale getallen. Deel 2

honderd

šim̃tas

['ʃʲɪmtas]

tweehonderd

dù šimtaĩ

['dʊ ʃʲɪm'tʌɪ]

driehonderd

trìs šimtaĩ

['trʲɪs ʃʲɪm'tʌɪ] vierhonderd

vierhonderd

keturì šimtaĩ

[kʲɛtʊ'rʲɪ ʃʲɪm'tʌɪ]

vijfhonderd

penkì šimtaĩ

[pʲɛŋ'kʲɪ ʃʲɪm'tʌɪ]

zeshonderd

šešì šimtaĩ

[ʃʲɛ'ʃʲɪ ʃʲɪm'tʌɪ]

zevenhonderd

septynì šimtaĩ

[sʲɛptʲi:nʲɪ 'ʃʲɪmtʌɪ]

achthonderd

aštuonì šimtaĩ

[aʃtʊɑ'nʲɪ ʃʲɪm'tʌɪ]

negenhonderd

devynì šimtaĩ

[dʲɛvʲi:'nʲɪ ʃʲɪm'tʌɪ]

duizend

tū́kstantis

['tu:kstantʲɪs]

tweeduizend

tweeduizend

dù tū́kstančiai

['dʊ 'tu:kstantʂʲɛɪ]

drieduizend

trỹs tū́kstančiai

['trʲi:s 'tu:kstantʂʲɛɪ]

tienduizend

dẽšimt tū́kstančių

['dʲæʃʲɪmt 'tu:kstantʂʲu:]

honderdduizend

šim̃tas tū́kstančių

['ʃʲɪmtas 'tu:kstantʂʲu:]

miljoen (het)

milijõnas (v)

[mʲɪlʲɪ'jɔ:nas]

miljard (het)

milijárdas (v)

[mʲɪlʲɪ'jardas]

6. Ordinale getallen

eerste (bn)

pìrmas

['pʲɪrmas]

tweede (bn)

añtras

['antras]

derde (bn)

trẽčias

['trʲætʂʲæs] vierde (bn)

vierde (bn)

ketvir̃tas

[kʲɛt'vʲɪrtas]

vijfde (bn)

peñktas

['pʲɛŋktas]

zesde (bn)

šẽštas

['ʃʲæʃtas]

zevende (bn)

septiñtas

[sʲɛp'tʲɪntas]

achtste (bn)

aštuñtas

[aʃ'tʊntas]

negende (bn)

deviñtas

[dʲɛ'vʲɪntas]

tiende (bn)

dešim̃tas

[dʲɛ'ʃʲɪmtas]

7. Getallen. Breuken

breukgetal (het)

trùpmena (m)

['trʊpmʲɛna]

half

víena antróji

['vʲiɛna an'tro:jɪ]

een derde

víena trečióji

['vʲiɛna trʲɛ'tʂʲo:jɪ] kwart

kwart

víena ketvirtóji

['vʲiɛna kʲɛtvʲɪr'to:jɪ]

een achtste

víena aštuntóji

['vʲiɛna aʃtʊn'to:jɪ]

een tiende

víena dešimtóji

['vʲiɛna dʲɛʃʲɪm'to:jɪ]

twee derde

dvì tréčioosios

[dvʲɪ 'trʲætʂʲoosʲos]

driekwart

trỹs ketvìrtosios

['trʲi:s kʲɛt'vʲɪrtosʲos]

8. Getallen. Eenvoudige berekeningen

aftrekking (de)

atimtìs (m)

[atʲɪm'tʲɪs]

aftrekken (ww)

atim̃ti

[a'tʲɪmtʲɪ]

deling (de)

dalýba (m)

[da'lʲi:ba] delen (ww)

delen (ww)

dalìnti

[da'lʲɪntʲɪ]

optelling (de)

sudėjìmas (v)

[sʊdʲe:'jɪmas]

erbij optellen (bij elkaar voegen)

sudė́ti

[sʊ'dʲe:tʲɪ]

optellen (ww)

pridė́ti

[prʲɪ'dʲe:tʲɪ]

vermenigvuldiging (de)

daugýba (m)

[dɑʊ'gʲi:ba]

vermenigvuldigen (ww)

dáuginti

['dɑʊgʲɪntʲɪ]

9. Getallen. Diversen

cijfer (het)

skaitmuõ (v)

[skʌɪt'mʊɑ]

nummer (het)

skaĩčius (v)

['skʌɪtʂʲʊs]

telwoord (het)

skaĩtvardis (v)

['skʌɪtvardʲɪs] minteken (het)

minteken (het)

mìnusas (v)

['mʲɪnʊsas]

plusteken (het)

pliùsas (v)

['plʲʊsas]

formule (de)

fòrmulė (m)

['formʊlʲe:]

berekening (de)

išskaičiãvimas (v)

[ɪʃskʌɪ'tʂʲævʲɪmas]

tellen (ww)

skaičiúoti

[skʌɪ'tʂʲʊɑtʲɪ]

bijrekenen (ww)

apskaičiúoti

[apskʌɪ'tʂʲʊɑtʲɪ]

vergelijken (ww)

sulýginti

[sʊ'lʲi:gʲɪntʲɪ]

Hoeveel?

Hoeveel?

Kíek?

['kʲiɛk?]

som (de), totaal (het)

sumà (m)

[sʊ'ma]

uitkomst (de)

rezultãtas (v)

[rʲɛzʊlʲ'ta:tas]

rest (de)

likùtis (v)

[lʲɪ'kʊtʲɪs]

enkele (bijv. ~ minuten)

kẽletas

['kʲælʲɛtas]

weinig (bw)

nedaũg …

[nʲɛ'dɑʊg …]

restant (het)

vìsa kìta

['vʲɪsa 'kʲɪta]

anderhalf

anderhalf

pusañtro

[pʊ'santrɔ]

dozijn (het)

tùzinas (v)

['tʊzʲɪnas]

middendoor (bw)

per̃ pùsę

['pʲɛr 'pʊsʲɛ:]

even (bw)

põ lýgiai

['po: lʲi:gʲɛɪ]

helft (de)

pùsė (m)

['pʊsʲe:]

keer (de)

kártas (v)

['kartas]

10. De belangrijkste werkwoorden. Deel 1

aanbevelen (ww)

rekomendúoti

[rʲɛkomʲɛn'dʊɑtʲɪ]

aandringen (ww)

reikaláuti

[rʲɛɪka'lʲɑʊtʲɪ]

aankomen (per auto, enz.)

atvažiúoti

[atva'ʒʲʊɑtʲɪ] aanraken (ww)

aanraken (ww)

čiupinė́ti

[tʂʲʊpʲɪ'nʲe:tʲɪ]

adviseren (ww)

patarinė́ti

[patarʲɪ'nʲe:tʲɪ]

afdalen (on.ww.)

léistis

['lʲɛɪstʲɪs]

afslaan (naar rechts ~)

sùkti

['sʊktʲɪ]

antwoorden (ww)

atsakýti

[atsa'kʲi:tʲɪ]

bang zijn (ww)

bijóti

[bʲɪ'jɔtʲɪ]

bedreigen (bijv. met een pistool)

grasìnti

[gra'sʲɪntʲɪ]

bedriegen (ww)

bedriegen (ww)

apgaudinė́ti

[apgɑʊdʲɪ'nʲe:tʲɪ]

beëindigen (ww)

užbaĩgti

[ʊʒ'bʌɪktʲɪ]

beginnen (ww)

pradė́ti

[pra'dʲe:tʲɪ]

begrijpen (ww)

supràsti

[sʊp'rastʲɪ]

beheren (managen)

vadováuti

[vado'vɑʊtʲɪ]

beledigen (met scheldwoorden)

įžeidinė́ti

[i:ʒʲɛɪdʲɪ'nʲe:tʲɪ]

beloven (ww)

žadė́ti

[ʒa'dʲe:tʲɪ]

bereiden (koken)

bereiden (koken)

gamìnti

[ga'mʲɪntʲɪ]

bespreken (spreken over)

aptarinéti

[aptarʲɪ'nʲætʲɪ]

bestellen (eten ~)

užsakinė́ti

[ʊʒsakʲɪ'nʲe:tʲɪ]

bestraffen (een stout kind ~)

baũsti

['bɑʊstʲɪ]

betalen (ww)

mokė́ti

[mo'kʲe:tʲɪ]

betekenen (beduiden)

réikšti

['rʲɛɪkʃtʲɪ]

betreuren (ww)

gailė́tis

[gʌɪ'lʲe:tʲɪs]

bevallen (prettig vinden)

bevallen (prettig vinden)

patìkti

[pa'tʲɪktʲɪ]

bevelen (mil.)

nurodinė́ti

[nʊrodʲɪ'nʲe:tʲɪ]

bevrijden (stad, enz.)

išláisvinti

[ɪʃ'lʲʌɪsvʲɪntʲɪ]

bewaren (ww)

sáugoti

['sɑʊgotʲɪ]

bezitten (ww)

mokė́ti

[mo'kʲe:tʲɪ]

bidden (praten met God)

mel̃stis

['mʲɛlʲ̃stʲɪs]

binnengaan (een kamer ~)

įeĩti

[i:'ɛɪtʲɪ]

breken (ww)

breken (ww)

láužyti

['lʲɑʊʒʲi:tʲɪ]

controleren (ww)

kontroliúoti

[kɔntro'lʲʊɑtʲɪ]

creëren (ww)

sukùrti

[sʊ'kʊrtʲɪ]

deelnemen (ww)

dalyváuti

[dalʲi:'vɑʊtʲɪ]

denken (ww)

galvóti

[galʲ'votʲɪ]

doden (ww)

žudýti

[ʒʊ'dʲi:tʲɪ]

doen (ww)

darýti

[da'rʲi:tʲɪ]

dorst hebben (ww)

dorst hebben (ww)

norė́ti gérti

[no'rʲe:tʲɪ 'gʲærtʲɪ]

11. De belangrijkste werkwoorden. Deel 2

een hint geven

užsimiñti

[ʊʒsʲɪ'mʲɪntʲɪ]

eisen (met klem vragen)

reikaláuti

[rʲɛɪka'lʲɑʊtʲɪ]

excen (vergeven)

atléisti

[at'lʲɛɪstʲɪ] existeren (bestaan)

existeren (bestaan)

egzistúoti

[ɛgzʲɪs'tʊɑtʲɪ]

gaan (te voet)

eĩti

['ɛɪtʲɪ]

gaan zitten (ww)

sė́stis

['sʲe:stʲɪs]

gaan zwemmen

máudytis

['mɑʊdʲi:tʲɪs]

geven (ww)

dúoti

['dʊɑtʲɪ]

glimlachen (ww)

šypsótis

[ʃʲɪ:p'sotʲɪs]

goed raden (ww)

atspė́ti

[at'spʲe:tʲɪ]

grappen maken (ww)

grappen maken (ww)

juokáuti

[jʊɑ'kɑʊtʲɪ]

graven (ww)

raũsti

['rɑʊstʲɪ]

hebben (ww)

turė́ti

[tʊ'rʲe:tʲɪ]

helpen (ww)

padė́ti

[pa'dʲe:tʲɪ]

herhalen (opnieuw zeggen)

kartóti

[kar'totʲɪ]

honger hebben (ww)

norė́ti válgyti

[no'rʲe:tʲɪ 'valʲgʲi:tʲɪ]

hopen (ww)

tikė́tis

[tʲɪ'kʲe:tʲɪs]

horen (waarnemen met het oor)

horen (waarnemen met het oor)

girdė́ti

[gʲɪr'dʲe:tʲɪ]

huilen (wenen)

ver̃kti

['vʲɛrktʲɪ]

huren (huis, kamer)

núomotis

['nʊɑmotʲɪs]

informeren (informatie geven)

informúoti

[ɪnfor'mʊɑtʲɪ]

instemmen (akkoord gaan)

sutìkti

[sʊ'tʲɪktʲɪ]

jagen (ww)

medžióti

[mʲɛ'dʒʲotʲɪ]

kennen (kennis hebben van iemand)

pažinóti

[paʒʲɪ'notʲɪ]

kiezen (ww)

kiezen (ww)

išsiriñkti

[ɪʃsʲɪ'rʲɪŋktʲɪ]

klagen (ww)

skų́stis

['sku:stʲɪs]

kosten (ww)

kainúoti

[kʌɪ'nʊɑtʲɪ]

kunnen (ww)

galė́ti

[ga'lʲe:tʲɪ]

lachen (ww)

juõktis

['jʊɑktʲɪs]

laten vallen (ww)

numèsti

[nʊ'mʲɛstʲɪ]

lezen (ww)

skaitýti

[skʌɪ'tʲi:tʲɪ]

liefhebben (ww)

liefhebben (ww)

mylė́ti

[mʲi:'lʲe:tʲɪ]

lunchen (ww)

pietáuti

[pʲiɛ'tɑʊtʲɪ]

nemen (ww)

im̃ti

['ɪmtʲɪ]

nodig zijn (ww)

bū́ti reikalìngu

['bu:tʲɪ rʲɛɪka'lʲɪngʊ]

12. De belangrijkste werkwoorden. Deel 3

onderschatten (ww)

neįvértinti

[nʲɛɪ:'vʲɛrtʲɪntʲɪ]

ondertekenen (ww)

pasirašinė́ti

[pasʲɪraʃʲɪ'nʲe:tʲɪ]

ontbijten (ww)

pùsryčiauti

['pʊsrʲi:tʂʲɛʊtʲɪ] openen (ww)

openen (ww)

atidarýti

[atʲɪda'rʲi:tʲɪ]

ophouden (ww)

nustóti

[nʊ'stotʲɪ]

opmerken (zien)

pastebė́ti

[paste'bʲe:tʲɪ]

opscheppen (ww)

gìrtis

['gʲɪrtʲɪs]

opschrijven (ww)

užrašinė́ti

[ʊʒraʃʲɪ'nʲe:tʲɪ]

plannen (ww)

planúoti

[plʲa'nʊɑtʲɪ]

prefereren (verkiezen)

teĩkti pirmenýbę

['tʲɛɪktʲɪ pʲɪrmʲɛ'nʲi:bʲɛ:]

proberen (trachten)

proberen (trachten)

bandýti

[ban'dʲi:tʲɪ]

redden (ww)

gélbėti

['gʲælʲbʲe:tʲɪ]

rekenen op …

tikė́tis …

[tʲɪ'kʲe:tʲɪs …]

rennen (ww)

bė́gti

['bʲe:ktʲɪ]

reserveren (een hotelkamer ~)

rezervúoti

[rʲɛzʲɛr'vʊɑtʲɪ]

roepen (om hulp)

kviẽsti

['kvʲɛstʲɪ]

schieten (ww)

šáudyti

['ʃɑʊdʲi:tʲɪ]

schreeuwen (ww)

schreeuwen (ww)

šaũkti

['ʃɑʊktʲɪ]

schrijven (ww)

rašýti

[ra'ʃʲɪ:tʲɪ]

souperen (ww)

vakarieniáuti

[vakarʲiɛ'nʲæʊtʲɪ]

spelen (kinderen)

žaĩsti

['ʒʌɪstʲɪ]

spreken (ww)

sakýti

[sa'kʲi:tʲɪ]

stelen (ww)

võgti

['vo:ktʲɪ]

stoppen (pauzeren)

sustóti

[sʊs'totʲɪ]

studeren (Nederlands ~)

studeren (Nederlands ~)

studijúoti

[stʊdʲɪ'jʊɑtʲɪ]

sturen (zenden)

išsių̃sti

[ɪʃ'sʲu:stʲɪ]

tellen (optellen)

skaičiúoti

[skʌɪ'tʂʲʊɑtʲɪ]

toebehoren …

priklausýti

[prʲɪklʲɑʊ'sʲi:tʲɪ]

toestaan (ww)

léisti

['lʲɛɪstʲɪ]

tonen (ww)

ródyti

['rodʲi:tʲɪ]

twijfelen (onzeker zijn)

abejóti

[abʲɛ'jɔtʲɪ]

uitgaan (ww)

uitgaan (ww)

išeĩti

[ɪ'ʃɛɪtʲɪ]

uitnodigen (ww)

kviẽsti

['kvʲɛstʲɪ]

uitspreken (ww)

ištar̃ti

[ɪʃ'tartʲɪ]

uitvaren tegen (ww)

bárti

['bartʲɪ]

13. De belangrijkste werkwoorden. Deel 4

vallen (ww)

krìsti

['krʲɪstʲɪ]

vangen (ww)

gáudyti

['gɑʊdʲi:tʲɪ]

veranderen (anders maken)

pakeĩsti

[pa'kʲɛɪstʲɪ] verbaasd zijn (ww)

verbaasd zijn (ww)

stebė́tis

[ste'bʲe:tʲɪs]

verbergen (ww)

slė̃pti

['slʲe:ptʲɪ]

verdedigen (je land ~)

giñti

['gʲɪntʲɪ]

verenigen (ww)

apjùngti

[a'pjʊŋktʲɪ]

vergelijken (ww)

lýginti

['lʲi:gʲɪntʲɪ]

vergeten (ww)

užmir̃šti

[ʊʒ'mʲɪrʃtʲɪ]

vergeven (ww)

atléisti

[at'lʲɛɪstʲɪ]

verklaren (uitleggen)

verklaren (uitleggen)

paáiškinti

[pa'ʌɪʃkʲɪntʲɪ]

verkopen (per stuk ~)

pardavinė́ti

[pardavʲɪ'nʲe:tʲɪ]

vermelden (praten over)

minė́ti

[mʲɪ'nʲe:tʲɪ]

versieren (decoreren)

puõšti

['pʊɑʃtʲɪ]

vertalen (ww)

ver̃sti

['vʲɛrstʲɪ]

vertrouwen (ww)

pasitikė́ti

[pasʲɪtʲɪ'kʲe:tʲɪ]

vervolgen (ww)

tę̃sti

['tʲɛ:stʲɪ]

verwarren (met elkaar ~)

verwarren (met elkaar ~)

suklýsti

[sʊk'lʲi:stʲɪ]

verzoeken (ww)

prašýti

[pra'ʃʲɪ:tʲɪ]

verzuimen (school, enz.)

praleidinė́ti

[pralʲɛɪdʲɪ'nʲe:tʲɪ]

vinden (ww)

ràsti

['rastʲɪ]

vliegen (ww)

skrìsti

['skrʲɪstʲɪ]

volgen (ww)

sèkti …

['sʲɛktʲɪ …]

voorstellen (ww)

siū́lyti

['sʲu:lʲi:tʲɪ]

voorzien (verwachten)

voorzien (verwachten)

numatýti

[nʊma'tʲi:tʲɪ]

vragen (ww)

kláusti

['klʲɑʊstʲɪ]

waarnemen (ww)

stebė́ti

[ste'bʲe:tʲɪ]

waarschuwen (ww)

pérspėti

['pʲɛrspʲe:tʲɪ]

wachten (ww)

láukti

['lʲɑʊktʲɪ]

weerspreken (ww)

prieštaráuti

[prʲiɛʃta'rɑʊtʲɪ]

weigeren (ww)

atsisakýti

[atsʲɪsa'kʲi:tʲɪ]

werken (ww)

werken (ww)

dìrbti

['dʲɪrptʲɪ]

weten (ww)

žinóti

[ʒʲɪ'notʲɪ]

willen (verlangen)

norė́ti

[no'rʲe:tʲɪ]

zeggen (ww)

pasakýti

[pasa'kʲi:tʲɪ]

zich haasten (ww)

skubė́ti

[skʊ'bʲe:tʲɪ]

zich interesseren voor …

domė́tis

[do'mʲe:tʲɪs]

zich vergissen (ww)

klýsti

['klʲi:stʲɪ]

zich verontschuldigen

zich verontschuldigen

atsiprašinė́ti

[atsʲɪpraʃʲɪ'nʲe:tʲɪ]

zien (ww)

matýti

[ma'tʲi:tʲɪ]

zoeken (ww)

ieškóti

[ɪɛʃ'kotʲɪ]

zwemmen (ww)

plaũkti

['plʲɑʊktʲɪ]

zwijgen (ww)

tylė́ti

[tʲi:'lʲe:tʲɪ]

14. Kleuren

kleur (de)

spalvà (m)

[spalʲ'va]

tint (de)

ãtspalvis (v)

['a:tspalʲvʲɪs]

kleurnuance (de)

tònas (v)

['tonas] regenboog (de)

regenboog (de)

vaivórykštė (m)

[vʌɪ'vorʲi:kʃtʲe:]

wit (bn)

baltà

[balʲ'ta]

zwart (bn)

juodà

[jʊɑ'da]

grijs (bn)

pilkà

[pʲɪlʲ'ka]

groen (bn)

žalià

[ʒa'lʲæ]

geel (bn)

geltóna

[gʲɛlʲ'tona]

rood (bn)

raudóna

[rɑʊ'dona]

blauw (bn)

blauw (bn)

mė́lyna

['mʲe:lʲi:na]

lichtblauw (bn)

žydrà

[ʒʲi:d'ra]

roze (bn)

rõžinė

['ro:ʒʲɪnʲe:]

oranje (bn)

oránžinė

[o'ranʒʲɪnʲe:]

violet (bn)

violètinė

[vʲɪjɔ'lʲɛtʲɪnʲe:]

bruin (bn)

rudà

[rʊ'da]

goud (bn)

auksìnis

[ɑʊk'sʲɪnʲɪs]

zilverkleurig (bn)

zilverkleurig (bn)

sidabrìnis

[sʲɪda'brʲɪnʲɪs]

beige (bn)

smė̃lio spalvõs

['smʲe:lʲɔ spalʲ'vo:s]

roomkleurig (bn)

krèminės spalvõs

['krʲɛmʲɪnʲe:s spalʲ'vo:s]

turkoois (bn)

tur̃kio spalvõs

['tʊrkʲɔ spalʲ'vo:s]

kersrood (bn)

vỹšnių spalvõs

[vʲi:ʃnʲu: spalʲ'vo:s]

lila (bn)

alỹvų spalvõs

[a'lʲi:vu: spalʲ'vo:s]

karmijnrood (bn)

aviẽtinės spalvõs

[a'vʲɛtʲɪnʲe:s spalʲ'vo:s]

licht (bn)

licht (bn)

šviesì

[ʃvʲiɛ'sʲɪ]

donker (bn)

tamsì

[tam'sʲɪ]

fel (bn)

ryškì

[rʲi:ʃ'kʲɪ]

kleur-, kleurig (bn)

spalvótas

[spalʲ'votas]

kleuren- (abn)

spalvótas

[spalʲ'votas]

zwart-wit (bn)

juodaĩ báltas

[jʊɑ'dʌɪ 'balʲtas]

eenkleurig (bn)

vienspal̃vis

[vʲiɛns'palʲvʲɪs]

veelkleurig (bn)

veelkleurig (bn)

įvairiaspal̃vis

[i:vʌɪrʲæs'palʲvʲɪs]

15. Vragen

Wie?

Kàs?

['kas?]

Wat?

Ką̃?

['ka:?]

Waar?

Kur̃?

['kʊr?] Waarheen?

Waarheen?

Kur̃?

['kʊr?]

Waar … vandaan?

Ìš kur̃?

[ɪʃ 'kʊr?]

Wanneer?

Kadà?

[ka'da?]

Waarom?

Kám?

['kam?]

Waarom?

Kodė̃l?

[kɔ'dʲe:lʲ?]

Waarvoor dan ook?

Kám?

['kam?]

Hoe?

Kaĩp?

['kʌɪp?]

Wat voor …?

Wat voor …?

Kóks?

['koks?]

Welk?

Kurìs?

[kʊ'rʲɪs?]

Aan wie?

Kám?

['kam?]

Over wie?

Apiẽ ką̃?

[a'pʲɛ 'ka:?]

Waarover?

Apiẽ ką̃?

[a'pʲɛ 'ka:?]

Met wie?

Sù kuõ?

['sʊ 'kʊɑ?]

Hoeveel?

Kíek?

['kʲiɛk?]

Van wie?

Van wie?

Kienõ?

[kʲiɛ'no:?]

16. Voorzetsels

met (bijv. ~ beleg)

sù …

['sʊ …]

zonder (~ accent)

bè

['bʲɛ]

naar (in de richting van)

į̃

[i:] over (praten ~)

over (praten ~)

apiẽ

[a'pʲɛ]

voor (in tijd)

ikì

[ɪ'kʲɪ]

voor (aan de voorkant)

priẽš

['prʲɛʃ]

onder (lager dan)

põ

['po:]

boven (hoger dan)

vir̃š

['vʲɪrʃ]

op (bovenop)

añt

['ant]

van (uit, afkomstig van)

ìš

[ɪʃ]

van (gemaakt van)

van (gemaakt van)

ìš

[ɪʃ]

over (bijv. ~ een uur)

põ …, ùž …

['po: …], ['ʊʒ …]

over (over de bovenkant)

per̃

['pʲɛr]

17. Functiewoorden. Bijwoorden. Deel 1

Waar?

Kur̃?

['kʊr?]

hier (bw)

čià

['tʂʲæ]

daar (bw)

teñ

['tʲɛn] ergens (bw)

ergens (bw)

kažkur̃

[kaʒ'kʊr]

nergens (bw)

niẽkur

['nʲɛkʊr]

bij … (in de buurt)

priẽ …

['prʲɛ …]

bij het raam

priẽ lángo

['prʲɛ 'lʲangɔ]

Waarheen?

Kur̃?

['kʊr?]

hierheen (bw)

čià

['tʂʲæ]

daarheen (bw)

teñ

['tʲɛn]

hiervandaan (bw)

hiervandaan (bw)

ìš čià

[ɪʃ tʂʲæ]

daarvandaan (bw)

ìš teñ

[ɪʃ tʲɛn]

dichtbij (bw)

šalià

[ʃa'lʲæ]

ver (bw)

tolì

[to'lʲɪ]

in de buurt (van …)

šalià

[ʃa'lʲæ]

vlakbij (bw)

artì

[ar'tʲɪ]

niet ver (bw)

netolì

[nʲɛ'tolʲɪ]

linker (bn)

linker (bn)

kairỹs

[kʌɪ'rʲi:s]

links (bw)

ìš kairė̃s

[ɪʃ kʌɪ'rʲe:s]

linksaf, naar links (bw)

į̃ kaĩrę

[i: 'kʌɪrʲɛ:]

rechter (bn)

dešinỹs

[dʲɛʃʲɪ'nʲi:s]

rechts (bw)

ìš dešinė̃s

[ɪʃ deʃʲɪ'nʲe:s]

rechtsaf, naar rechts (bw)

į̃ dẽšinę

[i: 'dʲæʃʲɪnʲɛ:]

vooraan (bw)

príekyje

['prʲiɛkʲi:jɛ]

voorste (bn)

voorste (bn)

príekinis

['prʲiɛkʲɪnʲɪs]

vooruit (bw)

pirmỹn

[pʲɪr'mʲi:n]

achter (bw)

galè

[ga'lʲɛ]

van achteren (bw)

ìš gãlo

[ɪʃ 'ga:lʲɔ]

achteruit (naar achteren)

atgal̃

[at'galʲ]

midden (het)

vidurỹs (v)

[vʲɪdʊ'rʲi:s]

in het midden (bw)

per̃ vìdurį

['pʲɛr 'vʲɪ:dʊrʲɪ:]

opzij (bw)

opzij (bw)

šóne

['ʃonʲɛ]

overal (bw)

visur̃

[vʲɪ'sʊr]

omheen (bw)

apliñkui

[ap'lʲɪŋkʊi]

binnenuit (bw)

ìš vidaũs

[ɪʃ vʲɪ'dɑʊs]

naar ergens (bw)

kažkur̃

[kaʒ'kʊr]

rechtdoor (bw)

tiẽsiai

['tʲɛsʲɛɪ]

terug (bijv. ~ komen)

atgal̃

[at'galʲ]

ergens vandaan (bw)

ergens vandaan (bw)

ìš kur̃ nórs

[ɪʃ 'kʊr 'nors]

ergens vandaan (en dit geld moet ~ komen)

ìš kažkur̃

[ɪʃ kaʒ'kʊr]

ten eerste (bw)

pìrma

['pʲɪrma]

ten tweede (bw)

àntra

['antra]

ten derde (bw)

trẽčia

['trʲætʂʲæ]

plotseling (bw)

staigà

[stʌɪ'ga]

in het begin (bw)

pradžiõj

[prad'ʒʲo:j]

voor de eerste keer (bw)

voor de eerste keer (bw)

pìrmą kar̃tą

['pʲɪrma: 'karta:]

lang voor … (bw)

daũg laĩko priẽš …

['dɑʊg 'lʲʌɪkɔ 'prʲɛʃ …]

opnieuw (bw)

ìš naũjo

[ɪʃ 'nɑʊjɔ]

voor eeuwig (bw)

visám laĩkui

[vʲɪ'sam 'lʲʌɪkʊi]

nooit (bw)

niekadà

[nʲiɛkad'a]

weer (bw)

vė̃l

['vʲe:lʲ]

nu (bw)

dabar̃

[da'bar]

vaak (bw)

vaak (bw)

dažnaĩ

[daʒ'nʌɪ]

toen (bw)

tadà

[ta'da]

urgent (bw)

skubiaĩ

[skʊ'bʲɛɪ]

meestal (bw)

įprastaĩ

[i:pras'tʌɪ]

trouwens, … (tussen haakjes)

bejè, …

[bɛ'jæ, …]

mogelijk (bw)

įmãnoma

[i:'ma:noma]

waarschijnlijk (bw)

tikė́tina

[tʲɪ'kʲe:tʲɪna]

misschien (bw)

misschien (bw)

gãli bū́ti

['ga:lʲɪ 'bu:tʲɪ]

trouwens (bw)

bè tõ, …

['bʲɛ to:, …]

daarom …

todė̃l …

[to'dʲe:lʲ …]

in weerwil van …

nepáisant …

[nʲɛ'pʌɪsant …]

dankzij …

… dėkà

[… dʲe:'ka]

wat (vn)

kàs

['kas]

dat (vw)

kàs

['kas]

iets (vn)

iets (vn)

kažkàs

[kaʒ'kas]

iets

kažkàs

[kaʒ'kas]

niets (vn)

niẽko

['nʲɛkɔ]

wie (~ is daar?)

kàs

['kas]

iemand (een onbekende)

kažkàs

[kaʒ'kas]

iemand (een bepaald persoon)

kažkàs

[kaʒ'kas]

niemand (vn)

niẽkas

['nʲɛkas]

nergens (bw)

nergens (bw)

niẽkur

['nʲɛkʊr]

niemands (bn)

niẽkieno

['nʲɛ'kʲiɛnɔ]

iemands (bn)

kažkienõ

[kaʒkʲiɛ'no:]

zo (Ik ben ~ blij)

taĩp

['tʌɪp]

ook (evenals)

taĩp pàt

['tʌɪp 'pat]

alsook (eveneens)

ir̃gi

['ɪrgʲɪ]

18. Functiewoorden. Bijwoorden. Deel 2

Waarom?

Kodė̃l?

[kɔ'dʲe:lʲ?]

om een bepaalde reden

kažkodė̃l

[kaʒko'dʲe:lʲ]

omdat …

… todė̃l, kàd

[… to'dʲe:lʲ, 'kad] voor een bepaald doel

voor een bepaald doel

kažkodė̃l

[kaʒko'dʲe:lʲ]

en (vw)

ir̃

[ɪr]

of (vw)

arbà

[ar'ba]

maar (vw)

bèt

['bʲɛt]

te (~ veel mensen)

pernelýg

[pʲɛrnʲɛ'lʲi:g]

alleen (bw)

tiktaĩ

[tʲɪk'tʌɪ]

precies (bw)

tiksliaĩ

[tʲɪks'lʲɛɪ]

ongeveer (~ 10 kg)

ongeveer (~ 10 kg)

maždaũg

[maʒ'dɑʊg]

omstreeks (bw)

apýtikriai

[a'pʲi:tʲɪkrʲɛɪ]

bij benadering (bn)

apýtikriai

[a'pʲi:tʲɪkrʲɛɪ]

bijna (bw)

bevéik

[bʲɛ'vʲɛɪk]

rest (de)

vìsa kìta (m)

['vʲɪsa 'kʲɪta]

elk (bn)

kiekvíenas

[kʲiɛk'vʲiɛnas]

om het even welk

bèt kurìs

['bʲɛt kʊ'rʲɪs]

veel (grote hoeveelheid)

veel (grote hoeveelheid)

daũg

['dɑʊg]

veel mensen

daũgelis

['dɑʊgʲɛlʲɪs]

iedereen (alle personen)

visì

[vʲɪ'sʲɪ]

in ruil voor …

mainaĩs į̃ …

[mʌɪ'nʌɪs i: ..]

in ruil (bw)

mainaĩs

[mʌɪ'nʌɪs]

met de hand (bw)

rañkiniu būdù

['raŋkʲɪnʲʊ bu:'dʊ]

onwaarschijnlijk (bw)

kažì

[ka'ʒʲɪ]

waarschijnlijk (bw)

waarschijnlijk (bw)

tikriáusiai

[tʲɪk'rʲæʊsʲɛɪ]

met opzet (bw)

týčia

['tʲi:tʂʲæ]

toevallig (bw)

netýčia

[nʲɛ'tʲi:tʂʲæ]

zeer (bw)

labaĩ

[lʲa'bʌɪ]

bijvoorbeeld (bw)

pãvyzdžiui

['pa:vʲi:zdʒʲʊi]

tussen (~ twee steden)

tar̃p

['tarp]

tussen (te midden van)

tar̃p

['tarp]

zoveel (bw)

zoveel (bw)

tiẽk

['tʲɛk]

vooral (bw)

ýpač

['ɪ:patʂ]

BASISBEGRIPPEN DEEL 2

19. Dagen van de week

maandag (de)

pirmãdienis (v)

[pʲɪr'ma:dʲiɛnʲɪs]

dinsdag (de)

antrãdienis (v)

[an'tra:dʲiɛnʲɪs]

woensdag (de)

trečiãdienis (v)

[trʲɛ'tʂʲædʲiɛnʲɪs] donderdag (de)

donderdag (de)

ketvirtãdienis (v)

[kʲɛtvʲɪr'ta:dʲiɛnʲɪs]

vrijdag (de)

penktãdienis (v)

[pʲɛŋk'ta:dʲiɛnʲɪs]

zaterdag (de)

šeštãdienis (v)

[ʃʲɛʃ'ta:dʲiɛnʲɪs]

zondag (de)

sekmãdienis (v)

[sʲɛk'ma:dʲiɛnʲɪs]

vandaag (bw)

šiañdien

['ʃʲændʲiɛn]

morgen (bw)

rytój

[rʲi:'toj]

overmorgen (bw)

porýt

[po'rʲi:t]

gisteren (bw)

gisteren (bw)

vãkar

['va:kar]

eergisteren (bw)

ùžvakar

['ʊʒvakar]

dag (de)

dienà (m)

[dʲiɛ'na]

werkdag (de)

dárbo dienà (m)

['darbɔ dʲiɛ'na]

feestdag (de)

šveñtinė dienà (m)

['ʃventʲɪnʲe: dʲiɛ'na]

verlofdag (de)

išeigìnė dienà (m)

[ɪʃɛɪ'gʲɪnʲe: dʲiɛ'na]

weekend (het)

saváitgalis (v)

[sa'vʌɪtgalʲɪs]

de hele dag (bw)

de hele dag (bw)

vìsą diẽną

['vʲɪsa: 'dʲɛna:]

de volgende dag (bw)

sẽkančią diẽną

['sʲɛ̃kantʂʲæ: 'dʲɛna:]

twee dagen geleden

priẽš dvì dienàs

['prʲɛʃ 'dvʲɪ dʲiɛ'nas]

aan de vooravond (bw)

ìšvakarėse

['ɪʃvakarʲe:se]

dag-, dagelijks (bn)

kasdiẽnis

[kas'dʲɛnʲɪs]

elke dag (bw)

kasdiẽn

[kas'dʲɛn]

week (de)

saváitė (m)

[sa'vʌɪtʲe:]

vorige week (bw)

vorige week (bw)

pràeitą saváitę

['praʲɛɪta: sa'vʌɪtʲɛ:]

volgende week (bw)

ateĩnančią saváitę

[a'tʲɛɪnantʂʲæ: sa'vʌɪtʲɛ:]

wekelijks (bn)

kassaváitinis

[kassa'vʌɪtʲɪnʲɪs]

elke week (bw)

kàs saváitę

['kas sa'vʌɪtʲɛ:]

twee keer per week

dù kartùs per̃ saváitę

['dʊ kar'tʊs pʲɛr sa'vʌɪtʲɛ:]

elke dinsdag

kiekvíeną antrãdienį

[kʲiɛk'vʲɪ:ɛna: an'tra:dʲɪ:ɛnʲɪ:]

20. Uren. Dag en nacht

morgen (de)

rýtas (v)

['rʲi:tas]

's morgens (bw)

rytè

[rʲi:'tʲɛ]

middag (de)

vidùrdienis (v)

[vʲɪ'dʊrdʲiɛnʲɪs] 's middags (bw)

's middags (bw)

popiẽt

[po'pʲɛt]

avond (de)

vãkaras (v)

['va:karas]

's avonds (bw)

vakarè

[vaka'rʲɛ]

nacht (de)

naktìs (m)

[nak'tʲɪs]

's nachts (bw)

nãktį

['na:kti:]

middernacht (de)

vidùrnaktis (v)

[vʲɪ'dʊrnaktʲɪs]

seconde (de)

sekùndė (m)

[sʲɛ'kʊndʲe:]

minuut (de)

minuut (de)

minùtė (m)

[mʲɪ'nʊtʲe:]

uur (het)

valandà (m)

[valʲan'da]

halfuur (het)

pùsvalandis (v)

['pʊsvalʲandʲɪs]

kwartier (het)

ketvir̃tis valandõs

[kʲɛt'vʲɪrtʲɪs valʲan'do:s]

vijftien minuten

penkiólika minùčių

[pʲɛŋ'kʲolʲɪka mʲɪ'nʊtʂʲu:]

etmaal (het)

parà (m)

[pa'ra]

zonsopgang (de)

sáulės patekė́jimas (v)

['sɑʊlʲe:s patʲɛ'kʲɛjɪmas]

dageraad (de)

dageraad (de)

aušrà (m)

[ɑʊʃ'ra]

vroege morgen (de)

ankstývas rýtas (v)

[aŋk'stʲi:vas 'rʲi:tas]

zonsondergang (de)

saulė́lydis (v)

[sɑʊ'lʲe:lʲi:dʲɪs]

's morgens vroeg (bw)

ankstì rytè

[aŋk'stʲɪ rʲi:'tʲɛ]

vanmorgen (bw)

šiañdien rytè

['ʃʲændʲiɛn rʲi:'tʲɛ]

morgenochtend (bw)

rytój rytè

[rʲi:'toj rʲi:'tʲɛ]

vanmiddag (bw)

šiañdien diẽną

['ʃʲæn'dʲɛn 'dʲiɛna:]

's middags (bw)

's middags (bw)

popiẽt

[po'pʲɛt]

morgenmiddag (bw)

rytój popiẽt

[rʲi:'toj po'pʲɛt]

vanavond (bw)

šiañdien vakarè

['ʃʲændʲiɛn vaka'rʲɛ]

morgenavond (bw)

rytój vakarè

[rʲi:'toj vaka'rʲɛ]

klokslag drie uur

lýgiai trẽčią vãlandą

['lʲi:gʲɛɪ 'trʲætʂʲæ: 'va:landa:]

ongeveer vier uur

apiẽ ketvir̃tą vãlandą

[a'pʲɛ kʲɛtvʲɪrta: va:lʲanda:]

tegen twaalf uur

dvýliktai vãlandai

['dvʲi:lʲɪktʌɪ 'va:landʌɪ]

over twintig minuten

over twintig minuten

ùž dvidešimtiẽs minùčių

['ʊʒ dvʲɪdʲɛʃʲɪm'tʲɛs mʲɪ'nʊtʂʲu:]

over een uur

ùž valandõs

['ʊʒ valʲan'do:s]

op tijd (bw)

laikù

[lʲʌɪ'kʊ]

kwart voor …

bè ketvir̃čio

['bʲɛ 'kʲɛtvʲɪrtʂʲɔ]

binnen een uur

valandõs bė̃gyje

[valʲan'do:s 'bʲe:gʲi:je]

elk kwartier

kàs penkiólika minùčių

['kas pʲɛŋ'kʲolʲɪka mʲɪ'nʊtʂʲu:]

de klok rond

vìsą pãrą (m)

['vʲɪsa: 'pa:ra:]

21. Maanden. Seizoenen

januari (de)

saũsis (v)

['sɑʊsʲɪs]

februari (de)

vasãris (v)

[va'sa:rʲɪs]

maart (de)

kovàs (v)

[kɔ'vas] april (de)

april (de)

balañdis (v)

[ba'lʲandʲɪs]

mei (de)

gegužė̃ (m)

[gʲɛgʊ'ʒʲe:]

juni (de)

biržẽlis (v)

[bʲɪr'ʒʲælʲɪs]

juli (de)

líepa (m)

['lʲiɛpa]

augustus (de)

rugpjū́tis (v)

[rʊg'pju:tʲɪs]

september (de)

rugsė́jis (v)

[rʊg'sʲɛjɪs]

oktober (de)

spãlis (v)

['spa:lʲɪs]

november (de)

november (de)

lãpkritis (v)

['lʲa:pkrʲɪtʲɪs]

december (de)

grúodis (v)

['grʊɑdʲɪs]

lente (de)

pavãsaris (v)

[pa'va:sarʲɪs]

in de lente (bw)

pavãsarį

[pa'va:sarʲɪ:]

lente- (abn)

pavasarìnis

[pavasa'rʲɪnʲɪs]

zomer (de)

vãsara (m)

['va:sara]

in de zomer (bw)

vãsarą

['va:sara:]

zomer-, zomers (bn)

zomer-, zomers (bn)

vasarìnis

[vasa'rʲɪnʲɪs]

herfst (de)

ruduõ (v)

[rʊ'dʊɑ]

in de herfst (bw)

rùdenį

['rʊdʲɛnʲɪ:]

herfst- (abn)

rudenìnis

[rʊdʲɛ'nʲɪnʲɪs]

winter (de)

žiemà (m)

[ʒʲiɛ'ma]

in de winter (bw)

žiẽmą

['ʒʲɛma:]

winter- (abn)

žiemìnis

[ʒʲiɛ'mʲɪnʲɪs]

maand (de)

maand (de)

mė́nuo (v)

['mʲe:nʊɑ]

deze maand (bw)

šį̃ mė́nesį

[ʃʲɪ: 'mʲe:nesʲɪ:]

volgende maand (bw)

kìtą mė́nesį

['kʲɪ:ta: 'mʲe:nesʲɪ:]

vorige maand (bw)

pràeitą mė́nesį

['praʲɛɪta: 'mʲe:nesʲɪ:]

een maand geleden (bw)

priẽš mė́nesį

['prʲɪ:ɛʃ 'mʲe:nesʲɪ:]

over een maand (bw)

ùž mė́nesio

['ʊʒ 'mʲe:nesʲɔ]

over twee maanden (bw)

ùž dvejų̃ mė́nesių

['ʊʒ dve'ju: 'mʲe:nesʲu:]

de hele maand (bw)

de hele maand (bw)

vìsą mė́nesį

['vʲɪsa: 'mʲe:nesʲɪ:]

een volle maand (bw)

vìsą mė́nesį

['vʲɪsa: 'mʲe:nesʲɪ:]

maand-, maandelijks (bn)

kasmėnesìnis

[kasmʲe:ne'sʲɪnʲɪs]

maandelijks (bw)

kàs mė́nesį

['kas 'mʲe:nesʲɪ:]

elke maand (bw)

kiekvíeną mė́nesį

[kʲiɛk'vʲɪ:ɛna: 'mʲe:nesʲɪ:]

twee keer per maand

dù kartùs per̃ mė́nesį

['dʊ kar'tʊs per 'mʲe:nesʲɪ:]

jaar (het)

mẽtai (v dgs)

['mʲætʌɪ]

dit jaar (bw)

dit jaar (bw)

šiaĩs mẽtais

['ʃʲɛɪs 'mʲætʌɪs]

volgend jaar (bw)

kitaĩs mẽtais

[kʲɪ'tʌɪs 'mʲætʌɪs]

vorig jaar (bw)

praeitaĩs mẽtais

[praʲɛɪ'tʌɪs 'mʲætʌɪs]

een jaar geleden (bw)

priẽš metùs

['prʲɛʃ mʲɛ'tʊs]

over een jaar

ùž mẽtų

['ʊʒ 'mʲætu:]

over twee jaar

ùž dvejų̃ mẽtų

['ʊʒ dvʲɛ'ju: 'mʲætu:]

het hele jaar

visùs metùs

[vʲɪ'sʊs mʲɛ'tʊs]

een vol jaar

een vol jaar

visùs metùs

[vʲɪ'sʊs mʲɛ'tʊs]

elk jaar

kàs metùs

['kas mʲɛ'tʊs]

jaar-, jaarlijks (bn)

kasmetìnis

[kasmʲɛ'tʲɪnʲɪs]

jaarlijks (bw)

kàs metùs

['kas mʲɛ'tʊs]

⁴ keer per jaar

kẽturis kartùs per̃ metùs

['kʲætʊrʲɪs kar'tʊs pʲɛr mʲɛ'tʊs]

datum (de)

dienà (m)

[dʲiɛ'na]

datum (de)

datà (m)

[da'ta]

kalender (de)

kalender (de)

kalendõrius (v)

[kalʲɛn'do:rʲʊs]

een half jaar

pùsė mẽtų

['pʊsʲe: 'mʲætu:]

zes maanden

pùsmetis (v)

['pʊsmʲɛtʲɪs]

seizoen (bijv. lente, zomer)

sezònas (v)

[sʲɛ'zonas]

eeuw (de)

ámžius (v)

['amʒʲʊs]

22. Meeteenheden

gewicht (het)

svõris (v)

['svo:rʲɪs]

lengte (de)

il̃gis (v)

[ilʲgʲɪs]

breedte (de)

plõtis (v)

['plʲo:tʲɪs] hoogte (de)

hoogte (de)

aũkštis (v)

['ɑʊkʃtʲɪs]

diepte (de)

gỹlis (v)

['gʲi:lʲɪs]

volume (het)

tū̃ris (v)

['tu:rʲɪs]

oppervlakte (de)

plótas (v)

['plʲotas]

gram (het)

grãmas (v)

['gra:mas]

milligram (het)

miligrãmas (v)

[mʲɪlʲɪ'gra:mas]

kilogram (het)

kilogrãmas (v)

[kʲɪlʲo'gra:mas]

ton (duizend kilo)

ton (duizend kilo)

tonà (m)

[to'na]

pond (het)

svãras (v)

['sva:ras]

ons (het)

ùncija (m)

['ʊntsʲɪjɛ]

meter (de)

mètras (v)

['mʲɛtras]

millimeter (de)

milimètras (v)

[mʲɪlʲɪ'mʲɛtras]

centimeter (de)

centimètras (v)

[tsʲɛntʲɪ'mʲɛtras]

kilometer (de)

kilomètras (v)

[kʲɪlʲo'mʲɛtras]

mijl (de)

mijl (de)

mylià (m)

[mʲi:lʲæ]

duim (de)

cólis (v)

['tsolʲɪs]

voet (de)

pėdà (m)

[pʲe:'da]

yard (de)

járdas (v)

[jardas]

vierkante meter (de)

kvadrãtinis mètras (v)

[kvad'ra:tʲɪnʲɪs 'mʲɛtras]

hectare (de)

hektãras (v)

[ɣʲɛk'ta:ras]

liter (de)

lìtras (v)

['lʲɪtras]

graad (de)

graad (de)

láipsnis (v)

['lʲʌɪpsnʲɪs]

volt (de)

vòltas (v)

['volʲtas]

ampère (de)

ampèras (v)

[am'pʲɛras]

paardenkracht (de)

árklio galià (m)

['arklʲɔ ga'lʲæ]

hoeveelheid (de)

kiẽkis (v)

['kʲɛkʲɪs]

een beetje …

nedaũg …

[nʲɛ'dɑʊg …]

helft (de)

pùsė (m)

['pʊsʲe:]

dozijn (het)

dozijn (het)

tùzinas (v)

['tʊzʲɪnas]

stuk (het)

víenetas (v)

['vʲiɛnʲɛtas]

afmeting (de)

dỹdis (v), išmatãvimai (v dgs)

['dʲi:dʲɪs], [iʃma'ta:vʲɪmʌɪ]

schaal (bijv. ~ van 1 op 50)

mastẽlis (v)

[mas'tʲælʲɪs]

minimaal (bn)

minimalùs

[mʲɪnʲɪma'lʲʊs]

minste (bn)

mažiáusias

[ma'ʒʲæʊsʲæs]

medium (bn)

vidutìnis

[vʲɪdʊ'tʲɪnʲɪs]

maximaal (bn)

maximaal (bn)

maksimalùs

[maksʲɪma'lʲʊs]

grootste (bn)

didžiáusias

[dʲɪ'dʒʲæʊsʲæs]

23. Containers

glazen pot (de)

stiklaĩnis (v)

[stʲɪk'lʲʌʲɪnʲɪs]

blik (conserven~)

skardìnė (m)

[skar'dʲɪnʲe:]

emmer (de)

kìbiras (v)

['kʲɪbʲɪras] ton (bijv. regenton)

ton (bijv. regenton)

statìnė (m)

[sta'tʲɪnʲe:]

ronde waterbak (de)

dubenė̃lis (v)

[dʊbe'nʲe:lʲɪs]

tank (bijv. watertank-70-ltr)

bãkas (v)

['ba:kas]

heupfles (de)

kòlba (m)

['kolʲba]

jerrycan (de)

kanìstras (v)

[ka'nʲɪstras]

tank (bijv. ketelwagen)

bãkas (v)

['ba:kas]

beker (de)

puodẽlis (v)

[pʊɑ'dʲælʲɪs]

kopje (het)

kopje (het)

puodẽlis (v)

[pʊɑ'dʲælʲɪs]

schoteltje (het)

lėkštẽlė (m)

[lʲe:kʃ'tʲælʲe:]

glas (het)

stìklas (v)

['stʲɪklʲas]

wijnglas (het)

taurė̃ (m)

[tɑʊ'rʲe:]

steelpan (de)

púodas (v)

['pʊɑdas]

fles (de)

bùtelis (v)

['bʊtʲɛlʲɪs]

flessenhals (de)

kãklas (v)

['ka:klʲas]

karaf (de)

karaf (de)

grafìnas (v)

[gra'fʲɪnas]

kruik (de)

ąsõtis (v)

[a:'so:tʲɪs]

vat (het)

iñdas (v)

['ɪndas]

pot (de)

púodas (v)

['pʊɑdas]

vaas (de)

vazà (m)

[va'za]

flacon (de)

bùtelis (v)

['bʊtʲɛlʲɪs]

flesje (het)

buteliùkas (v)

[bʊtʲɛ'lʲʊkas]

tube (bijv. ~ tandpasta)

tube (bijv. ~ tandpasta)

tūbà (m)

[tu:'ba]

zak (bijv. ~ aardappelen)

maĩšas (v)

['mʌɪʃas]

tasje (het)

pakètas (v)

[pa'kʲɛtas]

pakje (~ sigaretten, enz.)

plúoštas (v)

['plʲʊɑʃtas]

doos (de)

dėžė̃ (m)

[dʲe:'ʒʲe:]

kist (de)

dėžė̃ (m)

[dʲe:'ʒʲe:]

mand (de)

krepšỹs (v)

[krʲɛp'ʃʲɪ:s]

MENS

MENS. HET LICHAAM

24. Hoofd

hoofd (het)

galvà (m)

[galʲ'va]

gezicht (het)

véidas (v)

['vʲɛɪdas]

neus (de)

nósis (m)

['nosʲɪs] mond (de)

mond (de)

burnà (m)

[bʊr'na]

oog (het)

akìs (m)

[a'kʲɪs]

ogen (mv.)

ãkys (m dgs)

['a:kʲi:s]

pupil (de)

vyzdỹs (v)

[vʲi:z'dʲi:s]

wenkbrauw (de)

añtakis (v)

['antakʲɪs]

wimper (de)

blakstíena (m)

[blʲak'stʲiɛna]

ooglid (het)

võkas (v)

['vo:kas]

tong (de)

tong (de)

liežùvis (v)

[lʲiɛ'ʒʊvʲɪs]

tand (de)

dantìs (v)

[dan'tʲɪs]

lippen (mv.)

lū́pos (m dgs)

['lʲu:pos]

jukbeenderen (mv.)

skruostìkauliai (v dgs)

[skrʊɑ'stʲɪkɑʊlʲɛɪ]

tandvlees (het)

dantenõs (m dgs)

[dantʲɛ'no:s]

gehemelte (het)

gomurỹs (v)

[gomʊ'rʲi:s]

neusgaten (mv.)

šnérvės (m dgs)

['ʃnʲærvʲe:s]

kin (de)

kin (de)

smãkras (v)

['sma:kras]

kaak (de)

žandìkaulis (v)

[ʒan'dʲɪkɑʊlʲɪs]

wang (de)

skrúostas (v)

['skrʊɑstas]

voorhoofd (het)

kaktà (m)

[kak'ta]

slaap (de)

smilkinỹs (v)

[smʲɪlʲkʲɪ'nʲi:s]

oor (het)

ausìs (m)

[ɑʊ'sʲɪs]

achterhoofd (het)

pakáušis, sprándas (v)

[pa'kɑʊʃʲɪs], ['sprandas]

hals (de)

hals (de)

kãklas (v)

['ka:klʲas]

keel (de)

gerklė̃ (m)

[gʲɛrk'lʲe:]

haren (mv.)

plaukaĩ (v dgs)

[plʲɑʊ'kʌɪ]

kapsel (het)

šukúosena (m)

[ʃʊ'kʊɑsʲɛna]

haarsnit (de)

kirpìmas (v)

[kʲɪr'pʲɪmas]

pruik (de)

perùkas (v)

[pʲɛ'rʊkas]

snor (de)

ū̃sai (v dgs)

['u:sʌɪ]

baard (de)

baard (de)

barzdà (m)

[barz'da]

dragen (een baard, enz.)

nešióti

[nʲɛ'ʃʲotʲɪ]

vlecht (de)

kasà (m)

[ka'sa]

bakkebaarden (mv.)

žándenos (m dgs)

['ʒandʲɛnos]

ros (roodachtig, rossig)

rùdis

['rʊdʲɪs]

grijs (~ haar)

žìlas

['ʒʲɪlʲas]

kaal (bn)

plìkas

['plʲɪkas]

kale plek (de)

kale plek (de)

plìkė (m)

['plʲɪkʲe:]

paardenstaart (de)

uodegà (m)

[ʊɑdʲɛ'ga]

pony (de)

kir̃pčiai (v dgs)

['kʲɪrptʂʲɛɪ]

25. Menselijk lichaam

hand (de)

plãštaka (m)

['plʲa:ʃtaka]

arm (de)

rankà (m)

[raŋ'ka]

vinger (de)

pir̃štas (v)

['pʲɪrʃtas] duim (de)

duim (de)

nykštỹs (v)

[nʲi:kʃ'tʲi:s]

pink (de)

mažàsis pir̃štas (v)

[ma'ʒasʲɪs 'pʲɪrʃtas]

nagel (de)

nãgas (v)

['na:gas]

vuist (de)

kùmštis (v)

['kʊmʃtʲɪs]

handpalm (de)

délnas (v)

['dʲɛlʲnas]

pols (de)

ríešas (v)

['rʲiɛʃas]

voorarm (de)

dìlbis (v)

['dʲɪlʲbʲɪs]

elleboog (de)

elleboog (de)

alkū́nė (m)

[alʲ'ku:nʲe:]

schouder (de)

petìs (v)

[pʲɛ'tʲɪs]

been (rechter ~)

kója (m)

['koja]

voet (de)

pėdà (m)

[pʲe:'da]

knie (de)

kẽlias (v)

['kʲælʲæs]

kuit (de)

blauzdà (m)

[blʲɑʊz'da]

heup (de)

šlaunìs (m)

[ʃlʲɑʊ'nʲɪs]

hiel (de)

hiel (de)

kul̃nas (v)

['kʊlʲ̃nas]

lichaam (het)

kū́nas (v)

['ku:nas]

buik (de)

pil̃vas (v)

['pʲɪlʲvas]

borst (de)

krūtìnė (m)

[kru:'tʲɪnʲe:]

borst (de)

krūtìs (m)

[kru:'tʲɪs]

zijde (de)

šónas (v)

['ʃonas]

rug (de)

nùgara (m)

['nʊgara]

lage rug (de)

lage rug (de)

juosmuõ (v)

[jʊɑs'mʊɑ]

taille (de)

liemuõ (v)

[lʲiɛ'mʊɑ]

navel (de)

bámba (m)

['bamba]

billen (mv.)

sė́dmenys (v dgs)

['sʲe:dmenʲi:s]

achterwerk (het)

pastùrgalis, ùžpakalis (v)

[pas'tʊrgalʲɪs], ['ʊʒpakalʲɪs]

huidvlek (de)

ãpgamas (v)

['a:pgamas]

moedervlek (de)

ãpgamas (v)

['a:pgamas]

tatoeage (de)

tatoeage (de)

tatuiruõtė (m)

[tatʊi'rʊɑtʲe:]

litteken (het)

rándas (v)

['randas]

KLEDING EN ACCESSOIRES

26. Bovenkleding. Jassen

kleren (mv.), kleding (de)

aprangà (m)

[apran'ga]

bovenkleding (de)

viršutìniai drabùžiai (v dgs)

[vʲɪrʃʊ'tʲɪnʲɛɪ dra'bʊʒʲɛɪ]

winterkleding (de)

žiemìniai drabùžiai (v)

[ʒʲiɛ'mʲɪnʲɛɪ dra'bʊʒʲɛɪ] jas (de)

jas (de)

páltas (v)

['palʲtas]

bontjas (de)

kailiniaĩ (v dgs)

[kʌɪlʲɪ'nʲɛɪ]

bontjasje (het)

pùskailiniai (v)

['pʊskʌɪlʲɪnʲɛɪ]

donzen jas (de)

pūkìnė (m)

[pu:'kʲɪnʲe:]

jasje (bijv. een leren ~)

striùkė (m)

['strʲʊkʲe:]

regenjas (de)

apsiaũstas (v)

[ap'sʲɛʊstas]

waterdicht (bn)

nepéršlampamas

[nʲɛ'pʲɛrʃlʲampamas]

27. Heren and dames kleding

overhemd (het)

marškiniaĩ (v dgs)

[marʃʲkʲɪ'nʲɛɪ]

broek (de)

kélnės (m dgs)

['kʲɛlʲnʲe:s]

jeans (de)

džìnsai (v dgs)

['dʒʲɪnsʌɪ] colbert (de)

colbert (de)

švar̃kas (v)

['ʃvarkas]

kostuum (het)

kostiùmas (v)

[kɔs'tʲʊmas]

jurk (de)

suknẽlė (m)

[sʊk'nʲælʲe:]

rok (de)

sijõnas (v)

[sʲɪ'jɔ:nas]

blouse (de)

palaidìnė (m)

[palʲʌɪ'dʲɪnʲe:]

wollen vest (de)

sùsegamas megztìnis (v)

['sʊsʲɛgamas mʲɛgz'tʲɪnʲɪs]

blazer (kort jasje)

žakètas, švarkẽlis (v)

[ʒa'kʲɛtas], [ʃvar'kʲælʲɪs]

T-shirt (het)

T-shirt (het)

fùtbolininko marškiniaĩ (v)

['fʊtbolʲɪnʲɪŋkɔ marʃʲkʲɪ'nʲɛɪ]

shorts (mv.)

šórtai (v dgs)

['ʃortʌɪ]

trainingspak (het)

spòrtinis kostiùmas (v)

['sportʲɪnʲɪs kos'tʲʊmas]

badjas (de)

chalãtas (v)

[xa'lʲa:tas]

pyjama (de)

pižamà (m)

[pʲɪʒa'ma]

sweater (de)

nertìnis (v)

[nʲɛr'tʲɪnʲɪs]

pullover (de)

megztìnis (v)

[mʲɛgz'tʲɪnʲɪs]

gilet (het)

gilet (het)

liemẽnė (m)

[lʲiɛ'mʲænʲe:]

rokkostuum (het)

frãkas (v)

['fra:kas]

smoking (de)

smòkingas (v)

['smokʲɪngas]

uniform (het)

unifòrma (m)

[ʊnʲɪ'forma]

werkkleding (de)

dárbo drabùžiai (v)

['darbɔ dra'bʊʒʲɛɪ]

overall (de)

kombinezònas (v)

[kɔmbʲɪnʲɛ'zonas]

doktersjas (de)

chalãtas (v)

[xa'lʲa:tas]

28. Kleding. Ondergoed

ondergoed (het)

baltiniaĩ (v dgs)

[balʲtʲɪ'nʲɛɪ]

onderhemd (het)

apatìniai marškinė̃liai (v dgs)

[apa'tʲɪnʲɛɪ marʃʲkʲɪ'nʲe:lʲɛɪ]

sokken (mv.)

kójinės (m dgs)

['ko:jɪnʲe:s] nachthemd (het)

nachthemd (het)

naktìniai marškiniaĩ (v dgs)

[nak'tʲɪnʲɛɪ marʃʲkʲɪ'nʲɛɪ]

beha (de)

liemenė̃lė (m)

[lʲiɛme'nʲe:lʲe:]

kniekousen (mv.)

gòlfai (v)

['golʲfʌɪ]

panty (de)

pė́dkelnės (m dgs)

['pʲe:dkʲɛlʲnʲe:s]

nylonkousen (mv.)

kójinės (m dgs)

['ko:jɪnʲe:s]

badpak (het)

máudymosi kostiumė̃lis (v)

['mɑʊdʲi:mosʲɪ kostʲʊ'mʲe:lʲɪs]

29. Hoofddeksels

hoed (de)

kepùrė (m)

[kʲɛ'pʊrʲe:]

deukhoed (de)

skrybėlė̃ (m)

[skrʲi:bʲe:'lʲe:]

honkbalpet (de)

beĩsbolo lazdà (m)

['bʲɛɪsbolʲɔ lʲaz'da] kleppet (de)

kleppet (de)

kepùrė (m)

[kʲɛ'pʊrʲe:]

baret (de)

berètė (m)

[bʲɛ'rʲɛtʲe:]

kap (de)

gobtùvas (v)

[gop'tʊvas]

panamahoed (de)

panamà (m)

[pana'ma]

gebreide muts (de)

megztà kepuráitė (m)

[mʲɛgz'ta kepʊ'rʌɪtʲe:]

hoofddoek (de)

skarà (m), skarẽlė (m)

[ska'ra], [ska'rʲælʲe:]

dameshoed (de)

skrybėláitė (m)

[skrʲi:bʲe:'lʲʌɪtʲe:]

veiligheidshelm (de)

veiligheidshelm (de)

šálmas (v)

['ʃalʲmas]

veldmuts (de)

pilòtė (m)

[pʲɪ'lʲotʲe:]

helm, valhelm (de)

šálmas (v)

['ʃalʲmas]

bolhoed (de)

katiliùkas (v)

[katʲɪ'lʲʊkas]

hoge hoed (de)

cilìndras (v)

[tsʲɪ'lʲɪndras]

30. Schoeisel

schoeisel (het)

ãvalynė (m)

['a:valʲi:nʲe:]

schoenen (mv.)

bãtai (v)

['ba:tʌɪ]

vrouwenschoenen (mv.)

batẽliai (v)

[ba'tʲælʲɛɪ] laarzen (mv.)

laarzen (mv.)

aulìniai bãtai (v)

[ɑʊ'lʲɪnʲɛɪ 'ba:tʌɪ]

pantoffels (mv.)

šlepẽtės (m dgs)

[ʃlʲɛ'pʲætʲe:s]

sportschoenen (mv.)

spòrtbačiai (v dgs)

['sportbatʂʲɛɪ]

sneakers (mv.)

spòrtbačiai (v dgs)

['sportbatʂʲɛɪ]

sandalen (mv.)

sandãlai (v dgs)

[san'da:lʲʌɪ]

schoenlapper (de)

batsiuvỹs (v)

[batsʲʊ'vʲi:s]

hiel (de)

kul̃nas (v)

['kʊlʲ̃nas]

paar (een ~ schoenen)

paar (een ~ schoenen)

porà (m)

[po'ra]

veter (de)

bãtraištis (v)

['ba:trʌɪʃtʲɪs]

rijgen (schoenen ~)

várstyti

['varstʲi:tʲɪ]

schoenlepel (de)

šáukštas (v)

['ʃɑʊkʃtas]

schoensmeer (de/het)

ãvalynės krèmas (v)

['a:valʲi:nʲe:s 'krʲɛmas]

31. Persoonlijke accessoires

handschoenen (mv.)

pir̃štinės (m dgs)

['pʲɪrʃtʲɪnʲe:s]

wanten (mv.)

kùmštinės (m dgs)

['kʊmʃtʲɪnʲe:s]

sjaal (fleece ~)

šãlikas (v)

['ʃa:lʲɪkas] bril (de)

bril (de)

akiniaĩ (dgs)

[akʲɪ'nʲɛɪ]

brilmontuur (het)

rėmẽliai (v dgs)

[rʲe:'mʲælʲɛɪ]

paraplu (de)

skė̃tis (v)

['skʲe:tʲɪs]

wandelstok (de)

lazdẽlė (m)

[laz'dʲælʲe:]

haarborstel (de)

plaukų̃ šepetỹs (v)

[plʲɑʊ'ku: ʃʲɛpʲɛ'tʲi:s]

waaier (de)

vėduõklė (m)

[vʲe:'dʊɑklʲe:]

das (de)

kaklãraištis (v)

[kak'lʲa:rʌɪʃtʲɪs]

strikje (het)

strikje (het)

petelìškė (m)

[pʲɛtʲɛ'lʲɪʃkʲe:]

bretels (mv.)

pẽtnešos (m dgs)

['pʲætnʲɛʃos]

zakdoek (de)

nósinė (m)

['nosʲɪnʲe:]

kam (de)

šùkos (m dgs)

['ʃʊkos]

haarspeldje (het)

segtùkas (v)

[sʲɛk'tʊkas]

schuifspeldje (het)

plaukų̃ segtùkas (v)

[plʲɑʊ'ku: sʲɛk'tʊkas]

gesp (de)

sagtìs (m)

[sak'tʲɪs]

broekriem (de)

broekriem (de)

dir̃žas (v)

['dʲɪrʒas]

draagriem (de)

dir̃žas (v)

['dʲɪrʒas]

handtas (de)

rankinùkas (v)

[raŋkʲɪ'nʊkas]

damestas (de)

rankinùkas (v)

[raŋkʲɪ'nʊkas]

rugzak (de)

kuprìnė (m)

[kʊ'prʲɪnʲe:]

32. Kleding. Diversen

mode (de)

madà (m)

[ma'da]

de mode (bn)

madìngas

[ma'dʲɪngas]

kledingstilist (de)

modeliúotojas (v)

[modʲɛ'lʲʊɑto:jɛs] kraag (de)

kraag (de)

apýkaklė (m)

[a'pʲi:kaklʲe:]

zak (de)

kišẽnė (m)

[kʲɪ'ʃʲænʲe:]

zak- (abn)

kišenìnis

[kʲɪʃʲɛ'nʲɪnʲɪs]

mouw (de)

rankóvė (m)

[raŋ'kovʲe:]

lusje (het)

pakabà (m)

[paka'ba]

gulp (de)

klỹnas (v)

['klʲi:nas]

rits (de)

užtrauktùkas (v)

[ʊʒtrɑʊk'tʊkas]

sluiting (de)

sluiting (de)

užsegìmas (v)

[ʊʒsʲɛ'gʲɪmas]

knoop (de)

sagà (m)

[sa'ga]

knoopsgat (het)

kìlpa (m)

['kʲɪlʲpa]

losraken (bijv. knopen)

atplýšti

[at'plʲi:ʃtʲɪ]

naaien (kleren, enz.)

siū́ti

['sʲu:tʲɪ]

borduren (ww)

siuvinė́ti

[sʲʊvʲɪ'nʲe:tʲɪ]

borduursel (het)

siuvinė́jimas (v)

[sʲʊvʲɪ'nʲɛjɪmas]

naald (de)

naald (de)

ãdata (m)

['a:data]

draad (de)

siū́las (v)

['sʲu:lʲas]

naad (de)

siū́lė (m)

['sʲu:lʲe:]

vies worden (ww)

išsitèpti

[ɪʃsʲɪ'tʲɛptʲɪ]

vlek (de)

dėmė̃ (m)

[dʲe:'mʲe:]

gekreukt raken (ov. kleren)

susiglámžyti

[sʊsʲɪ'glʲàmʒʲi:tʲɪ]

scheuren (ov.ww.)

suplė́šyti

[sʊp'lʲe:ʃʲɪ:tʲɪ]

mot (de)

mot (de)

kañdis (v)

['kandʲɪs]

33. Persoonlijke verzorging. Schoonheidsmiddelen

tandpasta (de)

dantų̃ pastà (m)

[dan'tu: pas'ta]

tandenborstel (de)

dantų̃ šepetė̃lis (v)

[dan'tu: ʃepe'tʲe:lʲɪs]

tanden poetsen (ww)

valýti dantìs

[va'lʲi:tʲɪ dan'tʲɪs] scheermes (het)

scheermes (het)

skustùvas (v)

[skʊ'stʊvas]

scheerschuim (het)

skutìmosi krèmas (v)

[skʊ'tʲɪmosʲɪ 'krʲɛmas]

zich scheren (ww)

skùstis

['skʊstʲɪs]

zeep (de)

muĩlas (v)

['mʊɪlʲas]

shampoo (de)

šampū̃nas (v)

[ʃam'pu:nas]

schaar (de)

žìrklės (m dgs)

['ʒʲɪrklʲe:s]

nagelvijl (de)

dìldė (m) nagáms

['dʲɪlʲdʲe: na'gams]

nagelknipper (de)

nagelknipper (de)

gnybtùkai (v)

[gnʲi:p'tʊkʌɪ]

pincet (het)

pincètas (v)

[pʲɪn'tsʲɛtas]

cosmetica (de)

kosmètika (m)

[kɔs'mʲɛtʲɪka]

masker (het)

kaũkė (m)

['kɑʊkʲe:]

manicure (de)

manikiū̃ras (v)

[manʲɪ'kʲu:ras]

manicure doen

darýti manikiū̃rą

[da'rʲi:tʲɪ manʲɪ'kʲu:ra:]

pedicure (de)

pedikiū̃ras (v)

[pʲɛdʲɪ'kʲu:ras]

cosmetica tasje (het)

cosmetica tasje (het)

kosmètinė (m)

[kɔs'mʲɛtʲɪnʲe:]

poeder (de/het)

pudrà (m)

[pʊd'ra]

poederdoos (de)

pùdrinė (m)

['pʊdrʲɪnʲe:]

rouge (de)

skaistalaĩ (v dgs)

[skʌɪsta'lʲaĩ]

parfum (de/het)

kvepalaĩ (v dgs)

[kvʲɛpa'lʲaĩ]

eau de toilet (de)

tualètinis vanduõ (v)

[tʊa'lʲɛtʲɪnʲɪs van'dʊɑ]

lotion (de)

losjònas (v)

[lʲo'sjɔ̀nas]

eau de cologne (de)

eau de cologne (de)

odekolònas (v)

[odʲɛko'lʲonas]

oogschaduw (de)

vokų̃ šešė́liai (v)

[vo'ku: ʃe'ʃʲe:lʲɛɪ]

oogpotlood (het)

akių̃ pieštùkas (v)

[a'kʲu: pʲiɛʃ'tʊkas]

mascara (de)

tùšas (v)

['tʊʃas]

lippenstift (de)

lū́pų dažaĩ (v)

['lʲu:pu: da'ʒʌɪ]

nagellak (de)

nagų̃ lãkas (v)

[na'gu: 'lʲa:kas]

haarlak (de)

plaukų̃ lãkas (v)

[plʲɑʊ'ku: 'lʲa:kas]

deodorant (de)

deodorant (de)

dezodorántas (v)

[dʲɛzodo'rantas]

crème (de)

krèmas (v)

['krʲɛmas]

gezichtscrème (de)

véido krèmas (v)

['vʲɛɪdɔ 'krʲɛmas]

handcrème (de)

rañkų krèmas (v)

['raŋku: 'krʲɛmas]

antirimpelcrème (de)

krèmas (v) nuõ raukšlių̃

['krʲɛmas nʊɑ rɑʊkʃ'lʲu:]

dagcrème (de)

dienìnis krèmas (v)

[dʲiɛ'nʲɪnʲɪs 'krʲɛmas]

nachtcrème (de)

naktìnis krèmas (v)

[nak'tʲɪnʲɪs 'krʲɛmas]

dag- (abn)

dag- (abn)

dienìnis

[dʲiɛ'nʲɪnʲɪs]

nacht- (abn)

naktìnis

[nak'tʲɪnʲɪs]

tampon (de)

tampònas (v)

[tam'ponas]

toiletpapier (het)

tualètinis põpierius (v)

[tʊa'lʲɛtʲɪnʲɪs 'po:pʲiɛrʲʊs]

föhn (de)

fènas (v)

['fʲɛnas]

34. Horloges. Klokken

polshorloge (het)

laĩkrodis (v)

['lʲʌɪkrodʲɪs]

wijzerplaat (de)

ciferblãtas (v)

[tsʲɪfʲɛr'blʲa:tas]

wijzer (de)

rodỹklė (m)

[ro'dʲi:klʲe:] metalen horlogeband (de)

metalen horlogeband (de)

apýrankė (m)

[a'pʲi:raŋkʲe:]

horlogebandje (het)

diržẽlis (v)

[dʲɪr'ʒʲælʲɪs]

batterij (de)

elemeñtas (v)

[ɛlʲɛ'mʲɛntas]

leeg zijn (ww)

išsikráuti

[ɪʃsʲɪ'krɑʊtʲɪ]

batterij vervangen

pakeĩsti elemeñtą

[pa'kʲɛɪstʲɪ ɛlʲɛ'mʲɛnta:]

voorlopen (ww)

skubė́ti

[skʊ'bʲe:tʲɪ]

achterlopen (ww)

atsilìkti

[atsʲɪ'lʲɪktʲɪ]

wandklok (de)

wandklok (de)

síeninis laĩkrodis (v)

['sʲiɛnʲɪnʲɪs 'lʲʌɪkrodʲɪs]

zandloper (de)

smė̃lio laĩkrodis (v)

['smʲe:lʲɔ 'lʌɪkrodʲɪs]

zonnewijzer (de)

sáulės laĩkrodis (v)

['sɑʊlʲe:s 'lʌɪkrodʲɪs]

wekker (de)

žadintùvas (v)

[ʒadʲɪn'tʊvas]

horlogemaker (de)

laĩkrodininkas (v)

['lʲʌɪkrodʲɪnʲɪŋkas]

repareren (ww)

taisýti

[tʌɪ'sʲi:tʲɪ]

VOEDSEL. VOEDING

35. Voedsel

vlees (het)

mėsà (m)

[mʲe:'sa]

kip (de)

vištà (m)

[vʲɪʃ'ta]

kuiken (het)

viščiùkas (v)

[vʲɪʃ'tʂʲʊkas] eend (de)

eend (de)

ántis (m)

['antʲɪs]

gans (de)

žą̃sinas (v)

['ʒa:sʲɪnas]

wild (het)

žvėríena (m)

[ʒvʲe:'rʲiɛna]

kalkoen (de)

kalakutíena (m)

[kalʲakʊ'tʲiɛna]

varkensvlees (het)

kiaulíena (m)

[kʲɛʊ'lʲiɛna]

kalfsvlees (het)

veršíena (m)

[vʲɛr'ʃʲiɛna]

schapenvlees (het)

avíena (m)

[a'vʲiɛna]

rundvlees (het)

rundvlees (het)

jáutiena (m)

['jɑʊtʲiɛna]

konijnenvlees (het)

triùšis (v)

['trʲʊʃʲɪs]

worst (de)

dešrà (m)

[dʲɛʃ'ra]

saucijs (de)

dešrẽlė (m)

[dʲɛʃ'rʲælʲe:]

spek (het)

bekònas (v)

[bʲɛ'konas]

ham (de)

kum̃pis (v)

['kʊmpʲɪs]

gerookte achterham (de)

kum̃pis (v)

['kʊmpʲɪs]

paté, pastei (de)

paté, pastei (de)

paštètas (v)

[paʃ'tʲɛtas]

lever (de)

kẽpenys (m dgs)

[kʲɛpe'nʲi:s]

gehakt (het)

fáršas (v)

['farʃas]

tong (de)

liežùvis (v)

[lʲiɛ'ʒʊvʲɪs]

ei (het)

kiaušìnis (v)

[kʲɛʊ'ʃʲɪnʲɪs]

eieren (mv.)

kiaušìniai (v dgs)

[kʲɛʊ'ʃʲɪnʲɛɪ]

eiwit (het)

báltymas (v)

['balʲtʲi:mas]

eigeel (het)

eigeel (het)

trynỹs (v)

[trʲi:'nʲi:s]

vis (de)

žuvìs (m)

[ʒʊ'vʲɪs]

zeevruchten (mv.)

jū́ros gėrýbės (m dgs)

['ju:ros gʲe:'rʲi:bʲe:s]

schaaldieren (mv.)

vėžiãgyviai (v dgs)

[vʲe:'ʒʲægʲi:vʲɛɪ]

kaviaar (de)

ìkrai (v dgs)

['ɪkrʌɪ]

krab (de)

krãbas (v)

['kra:bas]

garnaal (de)

krevètė (m)

[krʲɛ'vʲɛtʲe:]

oester (de)

oester (de)

áustrė (m)

['ɑʊstrʲe:]

langoest (de)

langùstas (v)

[lʲan'gʊstas]

octopus (de)

aštuonkõjis (v)

[aʃtʊɑŋ'ko:jis]

inktvis (de)

kalmãras (v)

[kalʲma:ras]

steur (de)

eršketíena (m)

[ɛrʃkʲɛ'tíʲɛna]

zalm (de)

lašišà (m)

[lʲaʃʲɪ'ʃa]

heilbot (de)

õtas (v)

['o:tas]

kabeljauw (de)

kabeljauw (de)

ménkė (m)

['mʲɛŋkʲe:]

makreel (de)

skùmbrė (m)

['skʊmbrʲe:]

tonijn (de)

tùnas (v)

['tʊnas]

paling (de)

ungurỹs (v)

[ʊngʊ'rʲi:s]

forel (de)

upė́takis (v)

[ʊ'pʲe:takʲɪs]

sardine (de)

sardìnė (m)

[sar'dʲɪnʲe:]

snoek (de)

lydekà (m)

[lʲi:dʲɛ'ka]

haring (de)

haring (de)

sil̃kė (m)

['sʲɪlʲkʲe:]

brood (het)

dúona (m)

['dʊɑna]

kaas (de)

sū̃ris (v)

['su:rʲɪs]

suiker (de)

cùkrus (v)

['tsʊkrʊs]

zout (het)

druskà (m)

[drʊs'ka]

rijst (de)

rỹžiai (v)

['rʲi:ʒʲɛɪ]

pasta (de)

makarõnai (v dgs)

[maka'ro:nʌɪ]

noedels (mv.)

noedels (mv.)

lãkštiniai (v dgs)

['lʲa:kʃtʲɪnʲɛɪ]

boter (de)

svíestas (v)

['svʲiɛstas]

plantaardige olie (de)

augalìnis aliẽjus (v)

[ɑʊgalʲɪnʲɪs a'lʲɛjʊs]

zonnebloemolie (de)

saulė́grąžų aliẽjus (v)

[sɑʊ'lʲe:gra:ʒu: a'lʲɛjʊs]

margarine (de)

margarìnas (v)

[marga'rʲɪnas]

olijven (mv.)

alỹvuogės (m dgs)

[a'lʲi:vʊɑgʲe:s]

olijfolie (de)

alỹvuogių aliẽjus (v)

[a'lʲi:vʊɑgʲu: a'lʲɛjʊs]

melk (de)

melk (de)

píenas (v)

['pʲiɛnas]

gecondenseerde melk (de)

sutir̃štintas píenas (v)

[sʊ'tʲɪrʃtʲɪntas 'pʲiɛnas]

yoghurt (de)

jogùrtas (v)

[jɔ'gʊrtas]

zure room (de)

grietìnė (m)

[grʲiɛ'tʲɪnʲe:]

room (de)

grietinė̃lė (m)

[grʲiɛtʲɪ'nʲe:lʲe:]

mayonaise (de)

majonèzas (v)

[majɔ'nʲɛzas]

crème (de)

krèmas (v)

['krʲɛmas]

graan (het)

graan (het)

kruõpos (m dgs)

['krʊɑpos]

meel (het), bloem (de)

mìltai (v dgs)

['mʲɪlʲtʌɪ]

conserven (mv.)

konsèrvai (v dgs)

[kɔn'sʲɛrvʌɪ]

maïsvlokken (mv.)

kukurū̃zų drìbsniai (v dgs)

[kʊkʊ'ru:zu: 'drʲɪbsnʲɛɪ]

honing (de)

medùs (v)

[mʲɛ'dʊs]

jam (de)

džèmas (v)

['dʒʲɛmas]

kauwgom (de)

kram̃tomoji gumà (m)

[kramto'mojɪ gʊ'ma]

36. Drankjes

water (het)

vanduõ (v)

[van'dʊɑ]

drinkwater (het)

gẽriamas vanduõ (v)

['gʲærʲæmas van'dʊɑ]

mineraalwater (het)

minerãlinis vanduõ (v)

[mʲɪnʲɛ'ra:lʲɪnʲɪs van'dʊɑ] zonder gas

zonder gas

bè gãzo

['bʲɛ 'ga:zɔ]

koolzuurhoudend (bn)

gazúotas

[ga'zʊɑtas]

bruisend (bn)

gazúotas

[ga'zʊɑtas]

IJs (het)

lẽdas (v)

['lʲædas]

met ijs

sù ledaĩs

['sʊ lʲɛ'dʌɪs]

alcohol vrij (bn)

nealkohòlonis

[nʲɛalʲko'ɣolonʲɪs]

alcohol vrije drank (de)

nealkohòlonis gė́rimas (v)

[nʲɛalʲko'ɣolonʲɪs 'gʲe:rʲɪmas]

frisdrank (de)

frisdrank (de)

gaivùsis gė́rimas (v)

[gʌɪ'vʊsʲɪs 'gʲe:rʲɪmas]

limonade (de)

limonãdas (v)

[lʲɪmo'na:das]

alcoholische dranken (mv.)

alkohòliniai gė́rimai (v dgs)

[alʲko'ɣolʲɪnʲɛɪ 'gʲe:rʲɪmʌɪ]

wijn (de)

vỹnas (v)

['vʲi:nas]

witte wijn (de)

báltas vỹnas (v)

['balʲtas 'vʲi:nas]

rode wijn (de)

raudónas vỹnas (v)

[rɑʊ'donas 'vʲi:nas]

likeur (de)

lìkeris (v)

['lʲɪkʲɛrʲɪs]

champagne (de)

champagne (de)

šampãnas (v)

[ʃam'pa:nas]

vermout (de)

vèrmutas (v)

['vʲɛrmʊtas]

whisky (de)

vìskis (v)

['vʲɪskʲɪs]

wodka (de)

degtìnė (m)

[dʲɛk'tʲɪnʲe:]

gin (de)

džìnas (v)

['dʒʲɪnas]

cognac (de)

konjãkas (v)

[kɔn'ja:kas]

rum (de)

ròmas (v)

['romas]

koffie (de)

koffie (de)

kavà (m)

[ka'va]

zwarte koffie (de)

juodà kavà (m)

[jʊɑ'da ka'va]

koffie (de) met melk

kavà sù píenu (m)

[ka'va 'sʊ 'pʲiɛnʊ]

cappuccino (de)

kapučìno kavà (m)

[kapu'tʂɪnɔ ka'va]

oploskoffie (de)

tirpì kavà (m)

[tʲɪr'pʲɪ ka'va]

melk (de)

píenas (v)

['pʲiɛnas]

cocktail (de)

kokteĩlis (v)

[kɔk'tʲɛɪlʲɪs]

milkshake (de)

milkshake (de)

píeniškas kokteĩlis (v)

['pʲiɛnʲɪʃkas kok'tʲɛɪlʲɪs]

sap (het)

sùltys (m dgs)

['sʊlʲtʲi:s]

tomatensap (het)

pomidòrų sùltys (m dgs)

[pomʲɪ'doru: 'sʊlʲtʲi:s]

sinaasappelsap (het)

apelsìnų sùltys (m dgs)

[apʲɛlʲ'sʲɪnu: 'sʊlʲtʲi:s]

vers geperst sap (het)

šviežiaĩ spáustos sùltys (m dgs)

[ʃvʲiɛ'ʒʲɛɪ 'spɑʊstos 'sʊlʲtʲi:s]

bier (het)

alùs (v)

[a'lʲʊs]

licht bier (het)

šviesùs alùs (v)

[ʃvʲiɛ'sʊs a'lʲʊs]

donker bier (het)

donker bier (het)

tamsùs alùs (v)

[tam'sʊs a'lʲʊs]

thee (de)

arbatà (m)

[arba'ta]

zwarte thee (de)

juodà arbatà (m)

[jʊɑ'da arba'ta]

groene thee (de)

žalià arbatà (m)

[ʒa'lʲæ arba'ta]

37. Groenten

groenten (mv.)

daržóvės (m dgs)

[dar'ʒovʲe:s]

verse kruiden (mv.)

žalumýnai (v)

[ʒalʲʊ'mʲi:nʌɪ]

tomaat (de)

pomidòras (v)

[pomʲɪ'doras] augurk (de)

augurk (de)

agur̃kas (v)

[a'gʊrkas]

wortel (de)

morkà (m)

[mor'ka]

aardappel (de)

bùlvė (m)

['bʊlʲvʲe:]

ui (de)

svogū̃nas (v)

[svo'gu:nas]

knoflook (de)

česnãkas (v)

[tʂʲɛs'na:kas]

kool (de)

kopū̃stas (v)

[kɔ'pu:stas]

bloemkool (de)

kalafiòras (v)

[kalʲa'fʲoras]

spruitkool (de)

spruitkool (de)

briùselio kopū̃stas (v)

['brʲʊsʲɛlʲɔ ko'pu:stas]

broccoli (de)

bròkolių kopū̃stas (v)

['brokolʲu: ko'pu:stas]

rode biet (de)

ruñkelis, burõkas (v)

['rʊŋkʲɛlʲɪs], [bʊ'ro:kas]

aubergine (de)

baklažãnas (v)

[baklʲa'ʒa:nas]

courgette (de)

agurõtis (v)

[agʊ'ro:tʲɪs]

pompoen (de)

rópė (m)

['ropʲe:]

raap (de)

moliū̃gas (v)

[mo'lʲu:gas]

peterselie (de)

peterselie (de)

petrãžolė (m)

[pʲɛ'tra:ʒolʲe:]

dille (de)

krãpas (v)

['kra:pas]

sla (de)

salõta (m)

[sa'lʲo:ta]

selderij (de)

saliẽras (v)

[sa'lʲɛras]

asperge (de)

smìdras (v)

['smʲɪdras]

spinazie (de)

špinãtas (v)

[ʃpʲɪ'na:tas]

erwt (de)

žìrniai (v dgs)

['ʒʲɪrnʲɛɪ]

bonen (mv.)

bonen (mv.)

pùpos (m dgs)

['pʊpos]

maïs (de)

kukurū̃zas (v)

[kʊkʊ'ru:zas]

boon (de)

pupẽlės (m dgs)

[pʊ'pʲælʲe:s]

peper (de)

pipìras (v)

[pʲɪ'pʲɪras]

radijs (de)

ridìkas (v)

[rʲɪ'dʲɪkas]

artisjok (de)

artišòkas (v)

[artʲɪ'ʃokas]

38. Vruchten. Noten

vrucht (de)

vaĩsius (v)

['vʌɪsʲʊs]

appel (de)

obuolỹs (v)

[obʊɑ'lʲi:s]

peer (de)

kriáušė (m)

['krʲæʊʃʲe:] citroen (de)

citroen (de)

citrinà (m)

[tsʲɪtrʲɪ'na]

sinaasappel (de)

apelsìnas (v)

[apʲɛlʲ'sʲɪnas]

aardbei (de)

brãškė (m)

['bra:ʃkʲe:]

mandarijn (de)

mandarìnas (v)

[manda'rʲɪnas]

pruim (de)

slyvà (m)

[slʲi:'va]

perzik (de)

pèrsikas (v)

['pʲɛrsʲɪkas]

abrikoos (de)

abrikòsas (v)

[abrʲɪ'kosas]

framboos (de)

framboos (de)

aviẽtė (m)

[a'vʲɛtʲe:]

ananas (de)

ananãsas (v)

[ana'na:sas]

banaan (de)

banãnas (v)

[ba'na:nas]

watermeloen (de)

arbū̃zas (v)

[ar'bu:zas]

druif (de)

vỹnuogės (m dgs)

['vʲi:nʊɑgʲe:s]

zure kers (de)

vyšnià (m)

[vʲi:ʃ'nʲæ]

zoete kers (de)

trẽšnė (m)

['trʲæʃnʲe:]

meloen (de)

meloen (de)

meliònas (v)

[mʲɛ'lʲonas]

grapefruit (de)

greĩpfrutas (v)

['grʲɛɪpfrʊtas]

avocado (de)

avokàdas (v)

[avo'kadas]

papaja (de)

papája (m)

[pa'pàja]

mango (de)

mángo (v)

['mangɔ]

granaatappel (de)

granãtas (v)

[gra'na:tas]

rode bes (de)

raudoníeji serbeñtai (v dgs)

[raʊdo'nʲɛji sʲɛr'bʲɛntʌɪ]

zwarte bes (de)

zwarte bes (de)

juodíeji serbeñtai (v dgs)

[jʊɑ'dʲiɛjɪ sʲɛr'bʲɛntʌɪ]

kruisbes (de)

agrãstas (v)

[ag'ra:stas]

bosbes (de)

mėlỹnės (m dgs)

[mʲe:'lʲi:nʲe:s]

braambes (de)

gérvuogės (m dgs)

['gʲɛrvʊɑgʲe:s]

rozijn (de)

razìnos (m dgs)

[ra'zʲɪnos]

vijg (de)

figà (m)

[fʲɪ'ga]

dadel (de)

datùlė (m)

[da'tʊlʲe:]

pinda (de)

pinda (de)

žẽmės riešutaĩ (v)

['ʒʲæmʲe:s rʲiɛʃʊ'tʌɪ]

amandel (de)

migdõlas (v)

[mʲɪg'do:lʲas]

walnoot (de)

graĩkinis ríešutas (v)

['grʌɪkʲɪnʲɪs 'rʲiɛʃʊtas]

hazelnoot (de)

ríešutas (v)

['rʲiɛʃʊtas]

kokosnoot (de)

kòkoso ríešutas (v)

['kokosɔ 'rʲiɛʃʊtas]

pistaches (mv.)

pistãcijos (m dgs)

[pʲɪs'ta:tsʲɪjɔs]

39. Brood. Snoep

suikerbakkerij (de)

konditèrijos gaminiaĩ (v)

[kɔndʲɪ'tʲɛrʲɪjɔs gamʲɪ'nʲɛɪ]

brood (het)

dúona (m)

['dʊɑna]

koekje (het)

sausaĩniai (v)

[sɑʊ'sʌɪnʲɛɪ] chocolade (de)

chocolade (de)

šokolãdas (v)

[ʃoko'lʲa:das]

chocolade- (abn)

šokolãdinis

[ʃoko'lʲa:dʲɪnʲɪs]

snoepje (het)

saldaĩnis (v)

[salʲ'dʌʲɪnʲɪs]

cakeje (het)

pyragáitis (v)

[pʲi:ra'gʌɪtʲɪs]

taart (bijv. verjaardags~)

tòrtas (v)

['tortas]

pastei (de)

pyrãgas (v)

[pʲi:'ra:gas]

vulling (de)

į́daras (v)

['i:daras]

confituur (de)

confituur (de)

uogiẽnė (m)

[ʊɑ'gʲɛnʲe:]

marmelade (de)

marmelãdas (v)

[marmʲɛ'lʲa:das]

wafel (de)

vãfliai (v dgs)

['va:flʲɛɪ]

IJsje (het)

ledaĩ (v dgs)

[lʲɛ'dʌɪ]

pudding (de)

pùdingas (v)

['pʊdʲɪngas]

40. Bereide gerechten

gerecht (het)

pãtiekalas (v)

['pa:tʲiɛkalʲas]

keuken (bijv. Franse ~)

virtùvė (m)

[vʲɪr'tʊvʲe:]

recept (het)

recèptas (v)

[rʲɛ'tsʲɛptas] portie (de)

portie (de)

pòrcija (m)

['portsʲɪjɛ]

salade (de)

salõtos (m)

[sa'lʲo:tos]

soep (de)

sriubà (m)

[srʲʊ'ba]

bouillon (de)

sultinỹs (v)

[sʊlʲtʲɪ'nʲi:s]

boterham (de)

sumuštìnis (v)

[sʊmʊʃ'tʲɪnʲɪs]

spiegelei (het)

kiaušiniẽnė (m)

[kʲɛʊʃʲɪ'nʲɛnʲe:]

hamburger (de)

mėsaĩnis (v)

[mʲe:'sʌɪnʲɪs]

biefstuk (de)

biefstuk (de)

bifštèksas (v)

[bʲɪf'ʃtʲɛksas]

garnering (de)

garnỹras (v)

[gar'nʲi:ras]

spaghetti (de)

spagèčiai (v dgs)

[spa'gʲɛtʂʲɛɪ]

aardappelpuree (de)

bul̃vių kõšė (m)

['bʊlʲ̃vʲu: 'ko:ʃʲe:]

pizza (de)

picà (m)

[pʲɪ'tsa]

pap (de)

kõšė (m)

['ko:ʃʲe:]

omelet (de)

omlètas (v)

[om'lʲɛtas]

gekookt (in water)

gekookt (in water)

vìrtas

['vʲɪrtas]

gerookt (bn)

rūkýtas

[ru:'kʲi:tas]

gebakken (bn)

kẽptas

['kʲæptas]

gedroogd (bn)

džiovìntas

[dʒʲo'vʲɪntas]

diepvries (bn)

šáldytas

['ʃalʲdʲi:tas]

gemarineerd (bn)

marinúotas

[marʲɪ'nʊɑtas]

zoet (bn)

saldùs

[salʲ'dʊs]

gezouten (bn)

gezouten (bn)

sūrùs

[su:'rʊs]

koud (bn)

šáltas

['ʃalʲtas]

heet (bn)

kárštas

['karʃtas]

bitter (bn)

kartùs

[kar'tʊs]

lekker (bn)

skanùs

[ska'nʊs]

koken (in kokend water)

vìrti

['vʲɪrtʲɪ]

bereiden (avondmaaltijd ~)

gamìnti

[ga'mʲɪntʲɪ]

bakken (ww)

bakken (ww)

kèpti

['kʲɛptʲɪ]

opwarmen (ww)

pašìldyti

[pa'ʃʲɪlʲdʲi:tʲɪ]

zouten (ww)

sū́dyti

['su:dʲi:tʲɪ]

peperen (ww)

įber̃ti pipìrų

[i:'bʲɛrtʲɪ pʲɪ'pʲɪ:ru:]

raspen (ww)

tarkúoti

[tar'kʊɑtʲɪ]

schil (de)

lúoba (m)

['lʲʊɑba]

schillen (ww)

lùpti bùlves

['lʊptʲɪ 'bʊlʲvʲɛs]

41. Kruiden

zout (het)

druskà (m)

[drʊs'ka]

gezouten (bn)

sūrùs

[su:'rʊs]

zouten (ww)

sū́dyti

['su:dʲi:tʲɪ] zwarte peper (de)

zwarte peper (de)

juodíeji pipìrai (v)

[jʊɑ'dʲiɛjɪ pʲɪ'pʲɪrʌɪ]

rode peper (de)

raudoníeji pipìrai (v)

[rɑʊdo'nʲiɛjɪ pʲɪ'pʲɪrʌɪ]

mosterd (de)

garstýčios (v)

[gar'stʲi:tʂʲos]

mierikswortel (de)

krienaĩ (v dgs)

[krʲiɛ'nʌɪ]

condiment (het)

príeskonis (v)

['prʲiɛskonʲɪs]

specerij , kruiderij (de)

príeskonis (v)

['prʲiɛskonʲɪs]

saus (de)

pãdažas (v)

['pa:daʒas]

azijn (de)

azijn (de)

ãctas (v)

['a:tstas]

anijs (de)

anýžius (v)

[a'nʲi:ʒʲʊs]

basilicum (de)

bazìlikas (v)

[ba'zʲɪlʲɪkas]

kruidnagel (de)

gvazdìkas (v)

[gvaz'dʲɪkas]

gember (de)

im̃bieras (v)

['ɪmbʲiɛras]

koriander (de)

kaléndra (m)

[ka'lʲɛndra]

kaneel (de/het)

cinamònas (v)

[tsʲɪna'monas]

sesamzaad (het)

sesamzaad (het)

sezãmas (v)

[sʲɛ'za:mas]

laurierblad (het)

láuro lãpas (v)

['lʲɑʊrɔ 'lʲa:pas]

paprika (de)

pãprika (m)

['pa:prʲɪka]

komijn (de)

kmỹnai (v)

['kmʲi:nʌɪ]

saffraan (de)

šafrãnas (v)

[ʃaf'ra:nas]

42. Maaltijden

eten (het)

val̃gis (v)

['valʲgʲɪs]

eten (ww)

válgyti

['valʲgʲi:tʲɪ]

ontbijt (het)

pùsryčiai (v dgs)

['pʊsrʲi:tʂʲɛɪ] ontbijten (ww)

ontbijten (ww)

pùsryčiauti

['pʊsrʲi:tʂʲɛʊtʲɪ]

lunch (de)

piẽtūs (v)

['pʲɛ'tu:s]

lunchen (ww)

pietáuti

[pʲiɛ'tɑʊtʲɪ]

avondeten (het)

vakariẽnė (m)

[vaka'rʲɛnʲe:]

souperen (ww)

vakarieniáuti

[vakarʲiɛ'nʲæʊtʲɪ]

eetlust (de)

apetìtas (v)

[apʲɛ'tʲɪtas]

Eet smakelijk!

Gẽro apetìto!

['gʲærɔ apʲɛ'tʲɪtɔ!]

openen (een fles ~)

openen (een fles ~)

atidarýti

[atʲɪda'rʲi:tʲɪ]

morsen (koffie, enz.)

išpìlti

[ɪʃ'pʲɪlʲtʲɪ]

zijn gemorst

išsipìlti

[ɪʃsʲɪ'pʲɪlʲtʲɪ]

koken (water kookt bij 100°C)

vìrti

['vʲɪrtʲɪ]

koken (Hoe om water te ~)

vìrinti

['vʲɪrʲɪntʲɪ]

gekookt (~ water)

vìrintas

['vʲɪrʲɪntas]

afkoelen (koeler maken)

atvėsìnti

[atvʲe:'sʲɪntʲɪ]

afkoelen (koeler worden)

afkoelen (koeler worden)

vėsìnti

[vʲe:'sʲɪntʲɪ]

smaak (de)

skõnis (v)

['sko:nʲɪs]

nasmaak (de)

príeskonis (v)

['prʲiɛskonʲɪs]

volgen een dieet

laikýti diẽtos

[lʲʌɪ'kʲi:tʲɪ 'dʲɛtos]

dieet (het)

dietà (m)

[dʲiɛ'ta]

vitamine (de)

vitamìnas (v)

[vʲɪta'mʲɪnas]

calorie (de)

kalòrija (m)

[ka'lʲorʲɪjɛ]

vegetariër (de)

vegetariër (de)

vegetãras (v)

[vʲɛgʲɛ'ta:ras]

vegetarisch (bn)

vegetãriškas

[vʲɛgʲɛ'ta:rʲɪʃkas]

vetten (mv.)

riebalaĩ (v dgs)

[rʲiɛba'lʲʌɪ]

eiwitten (mv.)

baltymaĩ (v dgs)

[balʲtʲi:'mʌɪ]

koolhydraten (mv.)

angliãvandeniai (v dgs)

[an'glʲævandʲɛnʲɛɪ]

snede (de)

griežinỹs (v)

[grʲiɛʒʲɪ'nʲi:s]

stuk (bijv. een ~ taart)

gãbalas (v)

['ga:balʲas]

kruimel (de)

kruimel (de)

trupinỹs (v)

[trʊpʲɪ'nʲi:s]

43. Tafelschikking

lepel (de)

šáukštas (v)

['ʃɑʊkʃtas]

mes (het)

peĩlis (v)

['pʲɛɪlʲɪs]

vork (de)

šakùtė (m)

[ʃa'kʊtʲe:] kopje (het)

kopje (het)

puodùkas (v)

[pʊɑ'dʊkas]

bord (het)

lėkštė̃ (m)

[lʲe:kʃ'tʲe:]

schoteltje (het)

lėkštẽlė (m)

[lʲe:kʃ'tʲælʲe:]

servet (het)

servetė̃lė (m)

[sʲɛrve'tʲe:lʲe:]

tandenstoker (de)

dantų̃ krapštùkas (v)

[dan'tu: krapʃ'tʊkas]

44. Restaurant

restaurant (het)

restorãnas (v)

[rʲɛsto'ra:nas]

koffiehuis (het)

kavìnė (m)

[ka'vʲɪnʲe:]

bar (de)

bãras (v)

['ba:ras] tearoom (de)

tearoom (de)

arbãtos salònas (v)

[ar'ba:tos sa'lʲonas]

kelner, ober (de)

padavė́jas (v)

[pada'vʲe:jas]

serveerster (de)

padavė́ja (m)

[pada'vʲe:ja]

barman (de)

bármenas (v)

['barmʲɛnas]

menu (het)

meniù (v)

[mʲɛ'nʲʊ]

wijnkaart (de)

vỹnų žemė́lapis (v)

['vʲi:nu: ʒe'mʲe:lʲapʲɪs]

een tafel reserveren

rezervúoti staliùką

[rʲɛzʲɛr'vʊɑtʲɪ sta'lʲʊka:]

gerecht (het)

gerecht (het)

pãtiekalas (v)

['pa:tʲiɛkalʲas]

bestellen (eten ~)

užsisakýti

[ʊʒsʲɪsakʲi:tʲɪ]

een bestelling maken

padarýti užsãkymą

[pada'rʲi:tʲɪ ʊʒ'sa:kʲi:ma:]

aperitief (de/het)

aperitỹvas (v)

[apʲɛrʲɪ'tʲi:vas]

voorgerecht (het)

ùžkandis (v)

['ʊʒkandʲɪs]

dessert (het)

desèrtas (v)

[dʲɛ'sʲɛrtas]

rekening (de)

są́skaita (m)

['sa:skʌɪta]

de rekening betalen

de rekening betalen

apmokė́ti są́skaitą

[apmo'kʲe:tʲɪ 'sa:skʌɪta:]

wisselgeld teruggeven

dúoti grąžõs

['dʊɑtʲɪ gra:'ʒo:s]

fooi (de)

arbãtpinigiai (v dgs)

[ar'ba:tpʲɪnʲɪgʲɛɪ]

FAMILIE, VERWANTEN EN VRIENDEN

45. Persoonlijke informatie. Formulieren

naam (de)

var̃das (v)

['vardas]

achternaam (de)

pavardė̃ (m)

[pavar'dʲe:]

geboortedatum (de)

gimìmo datà (m)

[gʲɪ'mʲɪmɔ da'ta] geboorteplaats (de)

geboorteplaats (de)

gimìmo vietà (m)

[gʲɪ'mʲɪmɔ vʲiɛ'ta]

nationaliteit (de)

tautýbė (m)

[tɑʊ'tʲi:bʲe:]

woonplaats (de)

gyvẽnamoji vietà (m)

[gʲi:vʲæna'mojɪ vʲiɛ'ta]

land (het)

šalìs (m)

[ʃa'lʲɪs]

beroep (het)

profèsija (m)

[profʲɛsʲɪjɛ]

geslacht (ov. het vrouwelijk ~)

lýtis (m)

['lʲi:tʲɪs]

lengte (de)

ū̃gis (v)

['u:gʲɪs]

gewicht (het)

gewicht (het)

svõris (v)

['svo:rʲɪs]

46. Familieleden. Verwanten

moeder (de)

mótina (m)

['motʲɪna]

vader (de)

tė́vas (v)

['tʲe:vas]

zoon (de)

sūnùs (v)

[su:'nʊs] dochter (de)

dochter (de)

dukrà, duktė̃ (m)

[dʊk'ra], [dʊk'tʲe:]

jongste dochter (de)

jaunesnióji duktė̃ (m)

[jɛʊnes'nʲo:jɪ dʊk'tʲe:]

jongste zoon (de)

jaunesnỹsis sūnùs (v)

[jɛʊnʲɛs'nʲi:sʲɪs su:'nʊs]

oudste dochter (de)

vyresnióji duktė̃ (m)

[vʲi:res'nʲo:jɪ dʊk'tʲe:]

oudste zoon (de)

vyresnỹsis sūnùs (v)

[vʲi:rʲɛs'nʲi:sʲɪs su:'nʊs]

broer (de)

brólis (v)

['brolʲɪs]

oudere broer (de)

vyresnỹsis brólis (v)

[vʲi:rʲɛs'nʲi:sʲɪs 'brolʲɪs]

jongere broer (de)

jongere broer (de)

jaunesnỹsis brólis (v)

[jɛʊnʲɛs'nʲi:sʲɪs 'brolʲɪs]

zuster (de)

sesuõ (m)

[sʲɛ'sʊɑ]

oudere zuster (de)

vyresnióji sesuõ (m)

[vʲi:rʲɛs'nʲo:jɪ sʲɛ'sʊɑ]

jongere zuster (de)

jaunesnióji sesuõ (m)

[jɛʊnʲɛs'nʲo:jɪ sʲɛ'sʊɑ]

neef (zoon van oom, tante)

pùsbrolis (v)

['pʊsbrolʲɪs]

nicht (dochter van oom, tante)

pùsseserė (m)

['pʊsseserʲe:]

mama (de)

mamà (m)

[ma'ma]

papa (de)

papa (de)

tė̃tis (v)

['tʲe:tʲɪs]

ouders (mv.)

tėvaĩ (v)

[tʲe:'vʌɪ]

kind (het)

vaĩkas (v)

['vʌɪkas]

kinderen (mv.)

vaikaĩ (v)

[vʌɪ'kʌɪ]

oma (de)

senẽlė (m)

[sʲɛ'nʲælʲe:]

opa (de)

senẽlis (v)

[sʲɛ'nʲælʲɪs]

kleinzoon (de)

anū̃kas (v)

[a'nu:kas]

kleindochter (de)

kleindochter (de)

anū̃kė (m)

[a'nu:kʲe:]

kleinkinderen (mv.)

anū̃kai (v)

[a'nu:kʌɪ]

oom (de)

dė̃dė (v)

['dʲe:dʲe:]

tante (de)

tetà (m)

[tʲɛ'ta]

neef (zoon van broer, zus)

sūnė́nas (v)

[su:'nʲe:nas]

nicht (dochter van broer ,zus)

dukterė́čia (m)

[dʊkte'rʲe:tʂʲæ]

schoonmoeder (de)

úošvė (m)

['ʊɑʃvʲe:]

schoonvader (de)

schoonvader (de)

úošvis (v)

['ʊɑʃvʲɪs]

schoonzoon (de)

žéntas (v)

['ʒʲɛntas]

stiefmoeder (de)

pãmotė (m)

['pa:motʲe:]

stiefvader (de)

patė́vis (v)

[pa'tʲe:vʲɪs]

zuigeling (de)

kū̃dikis (v)

['ku:dʲɪkʲɪs]

wiegenkind (het)

naujãgimis (v)

[nɑʊ'ja:gʲɪmʲɪs]

kleuter (de)

vaĩkas (v)

['vʌɪkas]

vrouw (de)

vrouw (de)

žmonà (m)

[ʒmo'na]

man (de)

výras (v)

['vʲi:ras]

echtgenoot (de)

sutuoktìnis (v)

[sʊtʊɑk'tʲɪnʲɪs]

echtgenote (de)

sutuoktìnė (m)

[sʊtʊɑk'tʲɪnʲe:]

gehuwd (mann.)

vẽdęs

['vʲædʲɛ:s]

gehuwd (vrouw.)

ištekė́jusi

[ɪʃtʲɛ'kʲe:jʊsʲɪ]

ongehuwd (mann.)

vienguñgis

[vʲiɛŋ'gʊŋgʲɪs]

vrijgezel (de)

vrijgezel (de)

vienguñgis (v)

[vʲiɛŋ'gʊŋgʲɪs]

gescheiden (bn)

išsiskýręs

[ɪʃsʲɪ'skʲi:rʲɛ:s]

weduwe (de)

našlė̃ (m)

[naʃ'lʲe:]

weduwnaar (de)

našlỹs (v)

[naʃ'lʲi:s]

familielid (het)

gimináitis (v)

[gʲɪmʲɪ'nʌɪtʲɪs]

dichte familielid (het)

ar̃timas gimináitis (v)

['artʲɪmas gʲɪmʲɪ'nʌɪtʲɪs]

verre familielid (het)

tólimas gimináitis (v)

['tolʲɪmas gʲɪmʲɪ'nʌɪtʲɪs]

familieleden (mv.)

familieleden (mv.)

gìminės (m dgs)

['gʲɪmʲɪnʲe:s]

wees (de), weeskind (het)

našláitis (v)

[naʃ'lʲʌɪtʲɪs]

voogd (de)

globė́jas (v)

[glʲo'bʲe:jas]

adopteren (een jongen te ~)

įsū́nyti

[i:'su:nʲɪ:tʲɪ]

adopteren (een meisje te ~)

įdùkrinti

[i:'dʊkrʲɪntʲɪ]

GENEESKUNDE

47. Ziekten

ziekte (de)

ligà (m)

[lʲɪ'ga]

ziek zijn (ww)

sir̃gti

['sʲɪrktʲɪ]

gezondheid (de)

sveikatà (m)

[svʲɛɪka'ta] snotneus (de)

snotneus (de)

slogà (m)

[slʲo'ga]

angina (de)

anginà (m)

[angʲɪ'na]

verkoudheid (de)

péršalimas (v)

['pʲɛrʃalʲɪmas]

verkouden raken (ww)

péršalti

['pʲɛrʃalʲtʲɪ]

bronchitis (de)

bronchìtas (v)

[bron'xʲɪtas]

longontsteking (de)

plaũčių uždegìmas (v)

['plʲɑʊtʂʲu: ʊʒdʲɛ'gʲɪmas]

griep (de)

grìpas (v)

['grʲɪpas]

bijziend (bn)

bijziend (bn)

trumparẽgis

[trʊmpa'rʲægʲɪs]

verziend (bn)

toliarẽgis

[tolʲæ'rʲægʲɪs]

scheelheid (de)

žvairùmas (v)

[ʒvʌɪ'rʊmas]

scheel (bn)

žvaĩras

['ʒvʌɪras]

grauwe staar (de)

kataraktà (m)

[katarak'ta]

glaucoom (het)

glaukomà (m)

[glʲɑʊko'ma]

beroerte (de)

insùltas (v)

[ɪn'sʊlʲtas]

hartinfarct (het)

hartinfarct (het)

infárktas (v)

[ɪn'farktas]

myocardiaal infarct (het)

miokãrda infárktas (v)

[mʲɪjɔ'karda in'farktas]

verlamming (de)

paralỹžius (v)

[para'lʲi:ʒʲʊs]

verlammen (ww)

paraližúoti

[paralʲɪ'ʒʊɑtʲɪ]

allergie (de)

alèrgija (m)

[a'lʲɛrgʲɪjɛ]

astma (de/het)

astmà (m)

[ast'ma]

diabetes (de)

diabètas (v)

[dʲɪja'bʲɛtas]

tandpijn (de)

tandpijn (de)

dantų̃ skaũsmas (v)

[dan'tu: 'skɑʊsmas]

tandbederf (het)

kãriesas (v)

['ka:rʲiɛsas]

diarree (de)

diarė́ja (m)

[dʲɪjarʲe:ja]

constipatie (de)

vidurių̃ užkietė́jimas (v)

[vʲɪdʊ'rʲu: ʊʒkʲiɛ'tʲɛjɪmas]

maagstoornis (de)

skrañdžio sutrikìmas (v)

['skrandʒʲɔ sʊtrʲɪ'kʲɪmas]

voedselvergiftiging (de)

apsinuõdijimas (v)

[apsʲɪ'nʊɑdʲɪjimas]

voedselvergiftiging oplopen

apsinuõdyti

[apsʲɪ'nʊɑdʲi:tʲɪ]

artritis (de)

artritis (de)

artrìtas (v)

[art'rʲɪtas]

rachitis (de)

rachìtas (v)

[ra'xʲɪtas]

reuma (het)

reumatìzmas (v)

[rʲɛʊma'tʲɪzmas]

arteriosclerose (de)

ateroskleròzė (m)

[aterosklʲɛ'rozʲe:]

gastritis (de)

gastrìtas (v)

[gas'trʲɪtas]

blindedarmontsteking (de)

apendicìtas (v)

[apʲɛndʲɪ'tsʲɪtas]

galblaasontsteking (de)

cholecistìtas (v)

[xolʲɛtsʲɪs'tʲɪtas]

zweer (de)

zweer (de)

opà (m)

[o'pa]

mazelen (mv.)

tymaĩ (v)

[tʲi:'mʌɪ]

rodehond (de)

raudoniùkė (m)

[rɑʊdo'nʲʊkʲe:]

geelzucht (de)

geltà (m)

[gʲɛlʲ'ta]

leverontsteking (de)

hepatìtas (v)

[ɣʲɛpa'tʲɪtas]

schizofrenie (de)

šizofrènija (m)

[ʃʲɪzo'frʲɛnʲɪjɛ]

dolheid (de)

pasiùtligė (m)

[pa'sʲʊtlʲɪgʲe:]

neurose (de)

neurose (de)

neuròzė (m)

[nʲɛʊ'rozʲe:]

hersenschudding (de)

smegenų̃ sutrenkìmas (v)

[smʲɛgʲɛ'nu: sʊtrʲɛŋ'kʲɪmas]

kanker (de)

vėžỹs (v)

[vʲe:'ʒʲi:s]

sclerose (de)

skleròzė (m)

[sklʲɛ'rozʲe:]

multiple sclerose (de)

išsėtìnė skleròzė (m)

[ɪʃsʲe:'tʲɪnʲe: sklʲɛ'rozʲe:]

alcoholisme (het)

alkoholìzmas (v)

[alʲkoɣo'lʲɪzmas]

alcoholicus (de)

alokoholikas (v)

[aloko'ɣolʲɪkas]

syfilis (de)

syfilis (de)

sìfilis (v)

['sʲɪfʲɪlʲɪs]

AIDS (de)

ŽIV (v)

['ʒʲɪv]

tumor (de)

auglỹs (v)

[ɑʊg'lʲi:s]

koorts (de)

kar̃štligė (m)

['karʃtlʲɪgʲe:]

malaria (de)

maliãrija (m)

[ma'lʲærʲɪjɛ]

gangreen (het)

gangrenà (m)

[gangrʲɛ'na]

zeeziekte (de)

jū́ros ligà (m)

['ju:ros lʲɪ'ga]

epilepsie (de)

epilepsie (de)

epilèpsija (m)

[ɛpʲɪ'lʲɛpsʲɪjɛ]

epidemie (de)

epidèmija (m)

[ɛpʲɪ'dʲɛmʲɪjɛ]

tyfus (de)

šil̃tinė (m)

['ʃʲɪlʲtʲɪnʲe:]

tuberculose (de)

tuberkuliòzė (m)

[tʊberkʊ'lʲɔzʲe:]

cholera (de)

chòlera (m)

['xolʲɛra]

pest (de)

mãras (v)

['ma:ras]

48. Symptomen. Behandelingen. Deel 1

symptoom (het)

simptòmas (v)

[sʲɪmp'tomas]

temperatuur (de)

temperatūrà (m)

[tʲɛmpʲɛratu:'ra]

verhoogde temperatuur (de)

aukštà temperatūrà (m)

[ɑʊkʃ'ta tʲɛmpʲɛratu:'ra] polsslag (de)

polsslag (de)

pùlsas (v)

['pʊlʲsas]

duizeling (de)

galvõs svaigìmas (v)

[galʲ'vo:s svʌɪ'gʲɪmas]

heet (erg warm)

kárštas

['karʃtas]

koude rillingen (mv.)

drebulỹs (v)

[drʲɛbʊ'lʲi:s]

bleek (bn)

išbãlęs

[ɪʃ'ba:lʲɛ:s]

hoest (de)

kosulỹs (v)

[kɔsʊ'lʲi:s]

hoesten (ww)

kósėti

['kosʲe:tʲɪ]

niezen (ww)

niezen (ww)

čiáudėti

['tʂʲæʊdʲe:tʲɪ]

flauwte (de)

nual̃pimas (v)

[nʊ'alʲpʲɪmas]

flauwvallen (ww)

nual̃pti

[nʊ'alʲptʲɪ]

blauwe plek (de)

mėlỹnė (m)

[mʲe:'lʲi:nʲe:]

buil (de)

gùzas (v)

['gʊzas]

zich stoten (ww)

atsitreñkti

[atsʲɪ'trʲɛŋktʲɪ]

kneuzing (de)

sumušìmas (v)

[sʊmʊ'ʃʲɪmas]

kneuzen (gekneusd zijn)

kneuzen (gekneusd zijn)

susimùšti

[sʊsʲɪ'mʊʃtʲɪ]

hinken (ww)

šlubúoti

[ʃlʲʊ'bʊɑtʲɪ]

verstuiking (de)

išnirìmas (v)

[ɪʃnʲɪ'rʲɪmas]

verstuiken (enkel, enz.)

išnarìnti

[ɪʃna'rʲɪntʲɪ]

breuk (de)

lū̃žis (v)

['lʲu:ʒʲɪs]

een breuk oplopen

susiláužyti

[sʊsʲɪ'lʲɑʊʒʲi:tʲɪ]

snijwond (de)

įpjovìmas (v)

[i:pjɔ'vʲɪ:mas]

zich snijden (ww)

zich snijden (ww)

įsipjáuti

[i:sʲɪ'pjɑʊtʲɪ]

bloeding (de)

kraujãvimas (v)

[krɑʊ'ja:vʲɪmas]

brandwond (de)

nudegìmas (v)

[nʊdʲɛ'gʲɪmas]

zich branden (ww)

nusidẽginti

[nʊsʲɪ'dʲægʲɪntʲɪ]

prikken (ww)

įdùrti

[i:'dʊrtʲɪ]

zich prikken (ww)

įsidùrti

[i:sʲɪ'dʊrtʲɪ]

blesseren (ww)

susižalóti

[sʊsʲɪʒa'lʲotʲɪ]

blessure (letsel)

blessure (letsel)

sužalójimas (v)

[sʊʒa'lʲo:jɪmas]

wond (de)

žaizdà (m)

[ʒʌɪz'da]

trauma (het)

tráuma (m)

['trɑʊma]

IJlen (ww)

sapalióti

[sapa'lʲotʲɪ]

stotteren (ww)

mikčióti

[mʲɪk'tʂʲotʲɪ]

zonnesteek (de)

sáulės smū̃gis (v)

['sɑʊlʲe:s 'smu:gʲɪs]

49. Symptomen. Behandelingen. Deel 2

pijn (de)

skaũsmas (v)

['skɑʊsmas]

splinter (de)

rakštìs (m)

[rakʃ'tʲɪs]

zweet (het)

prãkaitas (v)

['pra:kʌɪtas] zweten (ww)

zweten (ww)

prakaitúoti

[prakʌɪ'tʊɑtʲɪ]

braking (de)

pỹkinimas (v)

['pʲi:kʲɪnʲɪmas]

stuiptrekkingen (mv.)

traukùliai (v)

[trɑʊ'kʊlʲɛɪ]

zwanger (bn)

nėščià

[nʲe:ʃ'tʂʲæ]

geboren worden (ww)

gìmti

['gʲɪmtʲɪ]

geboorte (de)

gim̃dymas (v)

['gʲɪmdʲi:mas]

baren (ww)

gimdýti

[gʲɪm'dʲi:tʲɪ]

abortus (de)

abortus (de)

abòrtas (v)

[a'bortas]

ademhaling (de)

kvėpãvimas (v)

[kvʲe:'pa:vʲɪmas]

inademing (de)

į́kvėpis (v)

['i:kvʲe:pʲɪs]

uitademing (de)

iškvėpìmas (v)

[ɪʃkvʲe:'pʲɪmas]

uitademen (ww)

iškvė̃pti

[ɪʃ'kvʲe:ptʲɪ]

inademen (ww)

įkvė̃pti

[i:k'vʲe:ptʲɪ]

invalide (de)

invalìdas (v)

[ɪnva'lʲɪdas]

gehandicapte (de)

gehandicapte (de)

luošỹs (v)

[lʲʊɑ'ʃʲɪ:s]

drugsverslaafde (de)

narkomãnas (v)

[narko'ma:nas]

doof (bn)

kur̃čias

['kʊrtʂʲæs]

stom (bn)

nebylỹs

[nʲɛbʲi:'lʲi:s]

doofstom (bn)

kur̃čnebylis

['kʊrtʂnʲɛbʲi:lʲɪs]

krankzinnig (bn)

pamìšęs

[pa'mʲɪʃʲɛ:s]

krankzinnige (man)

pamìšęs (v)

[pa'mʲɪʃʲɛ:s]

krankzinnige (vrouw)

krankzinnige (vrouw)

pamìšusi (m)

[pa'mʲɪʃʊsʲɪ]

krankzinnig worden

išprotė́ti

[ɪʃpro'tʲe:tʲɪ]

gen (het)

gènas (v)

['gʲɛnas]

immuniteit (de)

imunitètas (v)

[ɪmʊnʲɪ'tʲɛtas]

erfelijk (bn)

pavéldimas

[pa'vʲɛlʲdʲɪmas]

aangeboren (bn)

į̃gimtas

['i:gʲɪmtas]

virus (het)

vìrusas (v)

['vʲɪrʊsas]

microbe (de)

microbe (de)

mikròbas (v)

[mʲɪk'robas]

bacterie (de)

baktèrija (m)

[bak'tʲɛrʲɪjɛ]

infectie (de)

infèkcija (m)

[ɪn'fʲɛktsʲɪjɛ]

50. Symptomen. Behandelingen. Deel 3

ziekenhuis (het)

ligóninė (m)

[lʲɪ'gonʲɪnʲe:]

patiënt (de)

pacieñtas (v)

[pa'tsʲiɛntas]

diagnose (de)

diagnòzė (m)

[dʲɪjag'nozʲe:] genezing (de)

genezing (de)

gýdymas (v)

['gʲi:dʲi:mas]

medische behandeling (de)

gýdymas (v)

['gʲi:dʲi:mas]

onder behandeling zijn

gýdytis

['gʲi:dʲi:tʲɪs]

behandelen (ww)

gýdyti

['gʲi:dʲi:tʲɪ]

zorgen (zieken ~)

slaugýti

[slʲɑʊ'gʲi:tʲɪ]

ziekenzorg (de)

slaugà (m)

[slʲɑʊ'ga]

operatie (de)

operãcija (m)

[opʲɛ'ra:tsʲɪjɛ]

verbinden (een arm ~)

verbinden (een arm ~)

pérrišti

['pʲɛrrʲɪʃtʲɪ]

verband (het)

pérrišimas (v)

['pʲɛrrʲɪʃʲɪmas]

vaccin (het)

skiẽpas (v)

['skʲɛpas]

inenten (vaccineren)

skiẽpyti

['skʲɛpʲi:tʲɪ]

injectie (de)

įdūrìmas (v)

[i:du:'rʲɪ:mas]

een injectie geven

suléisti váistus

[sʊ'lʲɛɪstʲɪ 'vʌɪstʊs]

aanval (de)

príepuolis (v)

['prʲiɛpʊɑlʲɪs]

amputatie (de)

amputatie (de)

amputãcija (m)

[ampʊ'ta:tsʲɪjɛ]

amputeren (ww)

amputúoti

[ampʊ'tʊɑtʲɪ]

coma (het)

komà (m)

[kɔ'ma]

in coma liggen

bū́ti kõmoje

['bu:tʲɪ 'kõmojɛ]

intensieve zorg, ICU (de)

reanimãcija (m)

[rʲɛanʲɪ'ma:tsʲɪjɛ]

zich herstellen (ww)

sveĩkti …

['svʲɛɪktʲɪ …]

toestand (de)

bū́klė (m)

['bu:klʲe:]

bewustzijn (het)

bewustzijn (het)

są́monė (m)

['sa:monʲe:]

geheugen (het)

atmintìs (m)

[atmʲɪn'tʲɪs]

trekken (een kies ~)

šãlinti

['ʃa:lʲɪntʲɪ]

vulling (de)

plòmba (m)

['plʲomba]

vullen (ww)

plombúoti

[plʲom'bʊɑtʲɪ]

hypnose (de)

hipnòzė (m)

[ɣʲɪp'nozʲe:]

hypnotiseren (ww)

hipnotizúoti

[ɣʲɪpnotʲɪ'zʊɑtʲɪ]

51. Artsen

dokter, arts (de)

gýdytojas (v)

['gʲi:dʲi:to:jɛs]

ziekenzuster (de)

medicìnos sesẽlė (m)

[mʲɛdʲɪ'tsʲɪnos se'sʲælʲe:]

lijfarts (de)

asmenìnis gýdytojas (v)

[asmʲɛ'nʲɪnʲɪs 'gʲi:dʲi:to:jɛs] tandarts (de)

tandarts (de)

dantìstas (v)

[dan'tʲɪstas]

oogarts (de)

okulìstas (v)

[okʊ'lʲɪstas]

therapeut (de)

terapèutas (v)

[tʲɛra'pʲɛʊtas]

chirurg (de)

chirùrgas (v)

[xʲɪ'rʊrgas]

psychiater (de)

psichiãtras (v)

[psʲɪxʲɪ'jatras]

pediater (de)

pediãtras (v)

[pʲɛ'dʲɪ'jatras]

psycholoog (de)

psichològas (v)

[psʲɪxo'lʲogas]

gynaecoloog (de)

gynaecoloog (de)

ginekològas (v)

[gʲɪnʲɛko'lʲogas]

cardioloog (de)

kardiològas (v)

[kardʲɪjɔ'lʲogas]

52. Geneeskunde. Medicijnen. Accessoires

geneesmiddel (het)

váistas (v)

['vʌɪstas]

middel (het)

príemonė (m)

['prʲiɛmonʲe:]

voorschrijven (ww)

išrašýti

[ɪʃra'ʃʲɪ:tʲɪ] recept (het)

recept (het)

recèptas (v)

[rʲɛ'tsʲɛptas]

tablet (de/het)

tablètė (m)

[tab'lʲɛtʲe:]

zalf (de)

tẽpalas (v)

['tʲæpalʲas]

ampul (de)

ámpulė (m)

['ampʊlʲe:]

drank (de)

mikstūrà (m)

[mʲɪkstu:'ra]

siroop (de)

sìrupas (v)

['sʲɪrʊpas]

pil (de)

piliùlė (m)

[pʲɪ'lʲʊlʲe:]

poeder (de/het)

poeder (de/het)

miltẽliai (v dgs)

[mʲɪlʲ'tʲælʲɛɪ]

verband (het)

bìntas (v)

['bʲɪntas]

watten (mv.)

vatà (m)

[va'ta]

jodium (het)

jòdas (v)

[jɔ̀das]

pleister (de)

pléistras (v)

['plʲɛɪstras]

pipet (de)

pipètė (m)

[pʲɪ'pʲɛtʲe:]

thermometer (de)

termomètras (v)

[tʲɛrmo'mʲɛtras]

spuit (de)

spuit (de)

švir̃kštas (v)

['ʃvʲɪrkʃtas]

rolstoel (de)

neįgaliójo vežimė̃lis (v)

[nʲɛɪ:ga'lʲojɔ vʲɛ'ʒʲɪmʲe:lʲɪs]

krukken (mv.)

rameñtai (v dgs)

[ra'mʲɛntʌɪ]

pijnstiller (de)

skaũsmą malšìnantys váistai (v dgs)

['skɑʊsma: malʲ'ʃʲɪnantʲi:s 'vʌɪstʌɪ]

laxeermiddel (het)

láisvinantys váistai (v dgs)

['lʲʌɪsvʲɪnantʲi:s 'vʌɪstʌɪ]

spiritus (de)

spìritas (v)

['spʲɪrʲɪtas]

medicinale kruiden (mv.)

žolė̃ (m)

[ʒo'lʲe:]

kruiden- (abn)

kruiden- (abn)

žolìnis

[ʒo'lʲɪnʲɪs]

HET MENSELIJKE LEEFGEBIED

STAD

53. Stad. Het leven in de stad

stad (de)

miẽstas (v)

['mʲɛstas]

hoofdstad (de)

sóstinė (m)

['sostʲɪnʲe:]

dorp (het)

káimas (v)

['kʌɪmas] plattegrond (de)

plattegrond (de)

miẽsto plãnas (v)

['mʲɛstɔ 'plʲa:nas]

centrum (ov. een stad)

miẽsto ceñtras (v)

['mʲɛstɔ 'tsʲɛntras]

voorstad (de)

príemiestis (v)

['prʲiɛmʲɛstʲɪs]

voorstads- (abn)

príemiesčio

['prʲiɛmʲiɛstʂʲɔ]

randgemeente (de)

pakraštỹs (v)

[pakraʃ'tʲi:s]

omgeving (de)

apýlinkės (m dgs)

[a'pʲi:lʲɪŋkʲe:s]

blok (huizenblok)

kvartãlas (v)

[kvar'ta:lʲas]

woonwijk (de)

woonwijk (de)

gyvẽnamas kvartãlas (v)

[gʲi:'vʲænamas kvar'ta:lʲas]

verkeer (het)

judė́jimas (v)

[jʊ'dʲɛjɪmas]

verkeerslicht (het)

šviesofòras (v)

[ʃvʲiɛso'foras]

openbaar vervoer (het)

miẽsto transpòrtas (v)

['mʲɛstɔ trans'portas]

kruispunt (het)

sánkryža (m)

['saŋkrʲi:ʒa]

zebrapad (oversteekplaats)

pérėja (m)

['pʲɛrʲe:ja]

onderdoorgang (de)

požemìnė pérėja (m)

[poʒe'mʲɪnʲe: 'pʲærʲe:ja]

oversteken (de straat ~)

oversteken (de straat ~)

péreiti

['pʲɛrʲɛɪtʲɪ]

voetganger (de)

pėstysis (v)

['pʲe:stʲi:sʲɪs]

trottoir (het)

šalìgatvis (v)

[ʃa'lʲɪgatvʲɪs]

brug (de)

tìltas (v)

['tʲɪlʲtas]

dijk (de)

krantìnė (m)

[kran'tʲɪnʲe:]

allee (de)

alė́ja (m)

[a'lʲe:ja]

park (het)

párkas (v)

['parkas]

boulevard (de)

boulevard (de)

bulvãras (v)

[bʊlʲ'va:ras]

plein (het)

aikštė̃ (m)

[ʌɪkʃ'tʲe:]

laan (de)

prospèktas (v)

[pros'pʲɛktas]

straat (de)

gãtvė (m)

['ga:tvʲe:]

zijstraat (de)

sker̃sgatvis (v)

['skʲɛrsgatvʲɪs]

doodlopende straat (de)

tupìkas (v)

[tʊ'pʲɪkas]

huis (het)

nãmas (v)

['na:mas]

gebouw (het)

gebouw (het)

pãstatas (v)

['pa:statas]

wolkenkrabber (de)

dangóraižis (v)

[dan'gorʌɪʒʲɪs]

gevel (de)

fasãdas (v)

[fa'sa:das]

dak (het)

stógas (v)

['stogas]

venster (het)

lángas (v)

['lʲangas]

boog (de)

árka (m)

['arka]

pilaar (de)

kolonà (m)

[kɔlʲo'na]

hoek (ov. een gebouw)

hoek (ov. een gebouw)

kam̃pas (v)

['kampas]

vitrine (de)

vitrinà (m)

[vʲɪtrʲɪ'na]

gevelreclame (de)

ìškaba (m)

['ɪʃkaba]

affiche (de/het)

afišà (m)

[afʲɪ'ʃa]

reclameposter (de)

reklãminis plakãtas (v)

[rʲɛk'lʲa:mʲɪnʲɪs plʲa'ka:tas]

aanplakbord (het)

reklãminis skỹdas (v)

[rʲɛk'lʲa:mʲɪnʲɪs 'skʲi:das]

vuilnis (de/het)

šiùkšlės (m dgs)

['ʃʲʊkʃlʲe:s]

vuilnisbak (de)

vuilnisbak (de)

ùrna (m)

['ʊrna]

afval weggooien (ww)

šiùkšlinti

['ʃʲʊkʃlʲɪntʲɪ]

stortplaats (de)

sąvartýnas (v)

[sa:var'tʲi:nas]

telefooncel (de)

telefòno bùdelė (m)

[tʲɛlʲɛ'fonɔ 'bʊdelʲe:]

straatlicht (het)

žibiñto stul̃pas (v)

[ʒʲɪ'bʲɪntɔ 'stʊlʲ̃pas]

bank (de)

súolas (v)

['sʊɑlʲas]

politieagent (de)

polìcininkas (v)

[po'lʲɪtsʲɪnʲɪŋkas]

politie (de)

politie (de)

polìcija (m)

[po'lʲɪtsʲɪjɛ]

zwerver (de)

skur̃džius (v)

['skʊrdʒʲʊs]

dakloze (de)

benãmis (v)

[bʲɛ'na:mʲɪs]

54. Stedelijke instellingen

winkel (de)

parduotùvė (m)

[pardʊɑ'tʊvʲe:]

apotheek (de)

váistinė (m)

['vʌɪstʲɪnʲe:]

optiek (de)

òptika (m)

['optʲɪka] winkelcentrum (het)

winkelcentrum (het)

prekýbos ceñtras (v)

[prʲɛ'kʲi:bos 'tsʲɛntras]

supermarkt (de)

supermárketas (v)

[sʊpʲɛr'markʲɛtas]

bakkerij (de)

bandẽlių kráutuvė (m)

[ban'dʲælʲu: 'krɑʊtʊvʲe:]

bakker (de)

kepė́jas (v)

[kʲɛ'pʲe:jas]

banketbakkerij (de)

konditèrija (m)

[kɔndʲɪ'tʲɛrʲɪjɛ]

kruidenier (de)

bakalė́ja (m)

[baka'lʲe:ja]

slagerij (de)

mėsõs kráutuvė (m)

[mʲe:'so:s 'krɑʊtʊvʲe:]

groentewinkel (de)

groentewinkel (de)

daržóvių kráutuvė (m)

[dar'ʒovʲu: 'krɑʊtʊvʲe:]

markt (de)

prekývietė (m)

[prʲɛ'kʲi:vʲiɛtʲe:]

koffiehuis (het)

kavìnė (m)

[ka'vʲɪnʲe:]

restaurant (het)

restorãnas (v)

[rʲɛsto'ra:nas]

bar (de)

alùdė (m)

[a'lʲʊdʲe:]

pizzeria (de)

picèrija (m)

[pʲɪ'tsʲɛrʲɪjɛ]

kapperssalon (de/het)

kirpyklà (m)

[kʲɪrpʲi:k'lʲa]

postkantoor (het)

postkantoor (het)

pãštas (v)

['pa:ʃtas]

stomerij (de)

valyklà (m)

[valʲi:k'la]

fotostudio (de)

fotoateljė̃ (v)

[fotoate'lʲje:]

schoenwinkel (de)

ãvalynės parduotùvė (m)

['a:valʲi:nʲe:s pardʊɑ'tʊvʲe:]

boekhandel (de)

knygýnas (v)

[knʲi:'gʲi:nas]

sportwinkel (de)

spòrtinių prẽkių parduotùvė (m)

['sportʲɪnʲu: 'prʲækʲu: pardʊɑ'tʊvʲe:]

kledingreparatie (de)

drabùžių taisyklà (m)

[dra'bʊʒʲu: tʌɪsʲi:k'lʲa]

kledingverhuur (de)

kledingverhuur (de)

drabùžių núoma (m)

[dra'bʊʒʲu: 'nʊɑma]

videotheek (de)

fìlmų núoma (m)

['fʲɪlʲmu: 'nʊɑma]

circus (de/het)

cìrkas (v)

['tsʲɪrkas]

dierentuin (de)

zoològijos sõdas (v)

[zoo'lʲogʲɪjɔs 'so:das]

bioscoop (de)

kìno teãtras (v)

['kʲɪnɔ tʲɛ'a:tras]

museum (het)

muziẽjus (v)

[mʊ'zʲɛjʊs]

bibliotheek (de)

bibliotekà (m)

[bʲɪblʲɪjɔtʲɛ'ka]

theater (het)

theater (het)

teãtras (v)

[tʲɛ'a:tras]

opera (de)

òpera (m)

['opʲɛra]

nachtclub (de)

naktìnis klùbas (v)

[nak'tʲɪnʲɪs 'klʲʊbas]

casino (het)

kazinò (v)

[kazʲɪ'no]

moskee (de)

mečètė (m)

[mʲɛ'tʂʲɛtʲe:]

synagoge (de)

sinagogà (m)

[sʲɪnago'ga]

kathedraal (de)

kãtedra (m)

['ka:tʲɛdra]

tempel (de)

tempel (de)

šventyklà (m)

[ʃvʲɛntʲi:k'lʲa]

kerk (de)

bažnýčia (m)

[baʒ'nʲi:tʂʲæ]

instituut (het)

institùtas (v)

[ɪnstʲɪ'tʊtas]

universiteit (de)

universitètas (v)

[ʊnʲɪvʲɛrsʲɪ'tʲɛtas]

school (de)

mokyklà (m)

[mokʲi:k'lʲa]

gemeentehuis (het)

prefektūrà (m)

[prʲɛfʲɛk'tu:'ra]

stadhuis (het)

savivaldýbė (m)

[savʲɪvalʲ'dʲi:bʲe:]

hotel (het)

hotel (het)

viẽšbutis (v)

['vʲɛʃbʊtʲɪs]

bank (de)

bánkas (v)

['baŋkas]

ambassade (de)

ambasadà (m)

[ambasa'da]

reisbureau (het)

turìzmo agentūrà (m)

[tʊ'rʲɪzmɔ agʲɛntu:'ra]

informatieloket (het)

informãcijos biùras (v)

[ɪnfor'ma:tsʲɪjɔs 'bʲʊras]

wisselkantoor (het)

keityklà (m)

[kʲɛɪtʲi:k'lʲa]

metro (de)

metrò

[mʲɛ'tro]

ziekenhuis (het)

ziekenhuis (het)

ligóninė (m)

[lʲɪ'gonʲɪnʲe:]

benzinestation (het)

degalìnė (m)

[dʲɛga'lʲɪnʲe:]

parking (de)

stovė́jimo aikštẽlė (m)

[sto'vʲɛjɪmɔ ʌɪkʃ'tʲælʲe:]

55. Borden

gevelreclame (de)

ìškaba (m)

['ɪʃkaba]

opschrift (het)

ùžrašas (v)

['ʊʒraʃas]

poster (de)

plakãtas (v)

[plʲa'ka:tas] wegwijzer (de)

wegwijzer (de)

núoroda (m)

['nʊɑroda]

pijl (de)

rodỹklė (m)

[ro'dʲi:klʲe:]

waarschuwing (verwittiging)

pérspėjimas (v)

['pʲɛrspʲe:jimas]

waarschuwingsbord (het)

įspėjìmas (v)

[i:spʲe:'jɪmas]

waarschuwen (ww)

įspė́ti

[i:s'pʲe:tʲɪ]

vrije dag (de)

išeigìnė dienà (m)

[ɪʃɛɪ'gʲɪnʲe: dʲiɛ'na]

dienstregeling (de)

tvarkãraštis (v)

[tvar'ka:raʃtʲɪs]

openingsuren (mv.)

openingsuren (mv.)

dárbo valandõs (m dgs)

['darbɔ valʲan'do:s]

WELKOM!

SVEIKÌ ATVỸKĘ!

[svʲɛɪ'kʲɪ at'vʲi:kʲɛ:!]

INGANG

ĮĖJÌMAS

[i:ʲɛ:'jɪmas]

UITGANG

IŠĖJÌMAS

[ɪʃʲe:'jɪmas]

DUWEN

STÙMTI

['stʊmtʲɪ]

TREKKEN

TRÁUKTI

['trɑʊktʲɪ]

OPEN

ATIDARÝTA

[atʲɪda'rʲi:ta]

GESLOTEN

GESLOTEN

UŽDARÝTA

[ʊʒda'rʲi:ta]

DAMES

MÓTERIMS

['motʲɛrʲɪms]

HEREN

VÝRAMS

['vʲi:rams]

KORTING

NÚOLAIDOS

['nʊɑlʲʌɪdos]

UITVERKOOP

IŠPARDAVÌMAS

[ɪʃparda'vʲɪmas]

NIEUW!

NAUJÍENA!

[nɑʊ'jiɛna!]

GRATIS

NEMÓKAMAI

[nʲɛ'mokamʌɪ]

PAS OP!

PAS OP!

DĖ̃MESIO!

['dʲe:mesʲɔ!]

VOLGEBOEKT

VIẼTŲ NĖRA

['vʲɛtu: 'nʲe:ra]

GERESERVEERD

REZERVÚOTA

[rʲɛzʲɛr'vʊɑta]

ISTRATIE

ISTRÃCIJA

[ʲɪnʲɪs'tratsʲɪja]

ALLEEN VOOR PERSONEEL

TÌK PERSONÃLUI

['tʲɪk pʲɛrso'nalʲʊi]

GEVAARLIJKE HOND

PIKTAS ŠUO

['pʲɪktas 'ʃʊɑ]

VERBODEN TE ROKEN!

RŪKÝTI DRAŨDŽIAMA

[ru:'kʲi:tʲɪ 'drɑʊdʒʲæma ]

NIET AANRAKEN!

NIET AANRAKEN!

NELIẼSTI!

[nʲɛ'lʲɛstʲɪ!]

GEVAARLIJK

PAVOJÌNGA

[pavo'jɪnga]

GEVAAR

PAVÕJUS

[pa'vo:jʊs]

HOOGSPANNING

AUKŠTÀ Į́TAMPA

[ɑʊkʃ'ta 'i:tampa]

VERBODEN TE ZWEMMEN

MÁUDYTIS DRAŨDŽIAMA

['mɑʊdʲi:tʲɪs 'drɑʊdʒʲæma]

BUITEN GEBRUIK

NEVEĩKIA

[nʲɛ'vʲɛɪkʲɛ]

ONTVLAMBAAR

DEGÙ

[dʲɛ'gʊ]

VERBODEN

VERBODEN

DRAŨDŽIAMA

['drɑʊdʒʲæma]

DOORGANG VERBODEN

PRAĖJÌMAS DRAŨDŽIAMAS

[prae:'jɪmas 'drɑʊdʒʲæmas]

OPGELET PAS GEVERFD

NUDAŽYTA

[nʊda'ʒʲi:ta]

56. Stedelijk vervoer

bus, autobus (de)

autobùsas (v)

[ɑʊto'bʊsas]

tram (de)

tramvãjus (v)

[tram'va:jʊs]

trolleybus (de)

troleibùsas (v)

[trolʲɛɪ'bʊsas] route (de)

route (de)

maršrùtas (v)

[marʃ'rʊtas]

nummer (busnummer, enz.)

nùmeris (v)

['nʊmʲɛrʲɪs]

rijden met …

važiúoti …

[va'ʒʲʊɑtʲɪ …]

stappen (in de bus ~)

įlìpti į̃ …

[i:'lʲɪ:ptʲɪ i: …]

afstappen (ww)

išlìpti ìš …

[ɪʃ'lʲɪptʲɪ ɪʃ …]

halte (de)

stotẽlė (m)

[sto'tʲælʲe:]

volgende halte (de)

kità stotẽlė (m)

[kʲɪ'ta sto'tʲælʲe:]

eindpunt (het)

eindpunt (het)

galutìnė stotẽlė (m)

[galʊ'tʲɪnʲe: sto'tʲælʲe:]

dienstregeling (de)

tvarkãraštis (v)

[tvar'ka:raʃtʲɪs]

wachten (ww)

láukti

['lʲɑʊktʲɪ]

kaartje (het)

bìlietas (v)

['bʲɪlʲiɛtas]

reiskosten (de)

bìlieto káina (m)

['bʲɪlʲiɛtɔ 'kʌɪna]

kassier (de)

kãsininkas (v)

['ka:sʲɪnʲɪŋkas]

kaartcontrole (de)

kontròlė (m)

[kɔn'trolʲe:]

controleur (de)

controleur (de)

kontroliẽrius (v)

[kɔntro'lʲɛrʲʊs]

te laat zijn (ww)

vėlúoti

[vʲe:'lʲʊɑtʲɪ]

missen (de bus ~)

pavėlúoti

[pavʲe:'lʲʊɑtʲɪ]

zich haasten (ww)

skubė́ti

[skʊ'bʲe:tʲɪ]

taxi (de)

taksì (v)

[tak'sʲɪ]

taxichauffeur (de)

taksìstas (v)

[tak'sʲɪstas]

met de taxi (bw)

sù taksì

['sʊ tak'sʲɪ]

taxistandplaats (de)

taxistandplaats (de)

taksì stovė́jimo aikštẽlė (m)

[tak'sʲɪ sto'vʲɛjɪmɔ ʌɪkʃ'tʲælʲe:]

een taxi bestellen

iškviẽsti taksì

[ɪʃk'vʲɛstʲɪ tak'sʲɪ]

een taxi nemen

įsėstì į̃ taksì

[i:sʲes'tʲɪ: i: tak'sʲɪ:]

verkeer (het)

gãtvės judė́jimas (v)

['ga:tvʲe:s jʊ'dʲɛjɪmas]

file (de)

kam̃štis (v)

['kamʃtʲɪs]

spitsuur (het)

pìko vãlandos (m dgs)

['pʲɪkɔ 'va:lʲandos]

parkeren (on.ww.)

parkúotis

[par'kʊɑtʲɪs]

parkeren (ov.ww.)

parkeren (ov.ww.)

parkúoti

[par'kʊɑtʲɪ]

parking (de)

stovė́jimo aikštẽlė (m)

[sto'vʲɛjɪmɔ ʌɪkʃ'tʲælʲe:]

metro (de)

metrò

[mʲɛ'tro]

halte (bijv. kleine treinhalte)

stotìs (m)

[sto'tʲɪs]

de metro nemen

važiúoti metrò

[va'ʒʲʊɑtʲɪ mʲɛ'trɔ]

trein (de)

traukinỹs (v)

[trɑʊkʲɪ'nʲi:s]

station (treinstation)

stotìs (m)

[sto'tʲɪs]

57. Bezienswaardigheden

monument (het)

pamiñklas (v)

[pa'mʲɪŋklʲas]

vesting (de)

tvirtóvė (m)

[tvʲɪr'tovʲe:]

paleis (het)

rū́mai (v)

['ru:mʌɪ] kasteel (het)

kasteel (het)

pilìs (m)

[pʲɪ'lʲɪs]

toren (de)

bókštas (v)

['bokʃtas]

mausoleum (het)

mauzoliẽjus (v)

[mɑʊzo'lʲɛjʊs]

architectuur (de)

architektūrà (m)

[arxʲɪtʲɛktu:'ra]

middeleeuws (bn)

vidùramžių

[vʲɪ'dʊramʒʲu:]

oud (bn)

senóvinis

[sʲɛ'novʲɪnʲɪs]

nationaal (bn)

nacionãlinis

[natsʲɪjɔ'na:lʲɪnʲɪs]

bekend (bn)

bekend (bn)

žymùs

[ʒʲi:'mʊs]

toerist (de)

turìstas (v)

[tʊ'rʲɪstas]

gids (de)

gìdas (v)

['gʲɪdas]

rondleiding (de)

ekskùrsija (m)

[ɛks'kʊrsʲɪjɛ]

tonen (ww)

ródyti

['rodʲi:tʲɪ]

vertellen (ww)

pãsakoti

['pa:sakotʲɪ]

vinden (ww)

ràsti

['rastʲɪ]

verdwalen (de weg kwijt zijn)

verdwalen (de weg kwijt zijn)

pasiklýsti

[pasʲɪ'klʲi:stʲɪ]

plattegrond (~ van de metro)

schemà (m)

[sxʲɛ'ma]

plattegrond (~ van de stad)

plãnas (v)

['plʲa:nas]

souvenir (het)

suvenỹras (v)

[sʊvʲɛ'nʲi:ras]

souvenirwinkel (de)

suvenỹrų parduotùvė (m)

[sʊve'nʲi:ru: pardʊɑ'tʊvʲe:]

een foto maken (ww)

fotografúoti

[fotogra'fʊɑtʲɪ]

zich laten fotograferen

fotografúotis

[fotogra'fʊɑtʲɪs]

58. Winkelen

kopen (ww)

pir̃kti

['pʲɪrktʲɪ]

aankoop (de)

pirkinỹs (v)

[pʲɪrkʲɪ'nʲi:s]

winkelen (ww)

apsipir̃kti

[apsʲɪ'pʲɪrktʲɪ] winkelen (het)

winkelen (het)

apsipirkìmas (v)

[apsʲɪpʲɪr'kʲɪmas]

open zijn (ov. een winkel, enz.)

veĩkti

['vʲɛɪktʲɪ]

gesloten zijn (ww)

užsidarýti

[ʊʒsʲɪda'rʲi:tʲɪ]

schoeisel (het)

ãvalynė (m)

['a:valʲi:nʲe:]

kleren (mv.)

drabùžiai (v)

[dra'bʊʒʲɛɪ]

cosmetica (de)

kosmètika (m)

[kɔs'mʲɛtʲɪka]

voedingswaren (mv.)

prodùktai (v)

[pro'dʊktʌɪ]

geschenk (het)

geschenk (het)

dovanà (m)

[dova'na]

verkoper (de)

pardavė́jas (v)

[parda'vʲe:jas]

verkoopster (de)

pardavė́ja (m)

[parda'vʲe:ja]

kassa (de)

kasà (m)

[ka'sa]

spiegel (de)

véidrodis (v)

['vʲɛɪdrodʲɪs]

toonbank (de)

prekýstalis (v)

[prʲɛ'kʲi:stalʲɪs]

paskamer (de)

matãvimosi kabinà (m)

[ma'ta:vʲɪmosʲɪ kabʲɪ'na]

aanen (ww)

aanen (ww)

matúoti

[ma'tʊɑtʲɪ]

en (ov. kleren)

tìkti

['tʲɪktʲɪ]

bevallen (prettig vinden)

patìkti

[pa'tʲɪktʲɪ]

prijs (de)

káina (m)

['kʌɪna]

prijskaartje (het)

kainýnas (v)

[kʌɪ'nʲi:nas]

kosten (ww)

kainúoti

[kʌɪ'nʊɑtʲɪ]

Hoeveel?

Kíek?

['kʲiɛk?]

korting (de)

korting (de)

núolaida (m)

['nʊɑlʲʌɪda]

niet duur (bn)

nebrangùs

[nʲɛbran'gʊs]

goedkoop (bn)

pigùs

[pʲɪ'gʊs]

duur (bn)

brangùs

[bran'gʊs]

Dat is duur.

Taĩ brangù.

['tʌɪ bran'gʊ]

verhuur (de)

núoma (m)

['nʊɑma]

huren (smoking, enz.)

išsinúomoti

[ɪʃsʲɪ'nʊɑmotʲɪ]

krediet (het)

krediet (het)

kredìtas (v)

[krʲɛ'dʲɪtas]

op krediet (bw)

kreditù

[krʲɛdʲɪ'tʊ]

59. Geld

geld (het)

pinigaĩ (v)

[pʲɪnʲɪ'gʌɪ]

ruil (de)

keitìmas (v)

[kʲɛɪ'tʲɪmas]

koers (de)

kùrsas (v)

['kʊrsas] geldautomaat (de)

geldautomaat (de)

bankomãtas (v)

[baŋko'ma:tas]

muntstuk (de)

monetà (m)

[monʲɛ'ta]

dollar (de)

dóleris (v)

['dolʲɛrʲɪs]

euro (de)

eũras (v)

['ɛʊ̃ras]

lire (de)

lirà (m)

[lʲɪ'ra]

Duitse mark (de)

márkė (m)

['markʲe:]

frank (de)

fránkas (v)

['fraŋkas]

pond sterling (het)

pond sterling (het)

svãras (v)

['sva:ras]

yen (de)

jenà (m)

[jɛ'na]

schuld (geldbedrag)

skolà (m)

[sko'lʲa]

schuldenaar (de)

skõlininkas (v)

['sko:lʲɪnʲɪŋkas]

uitlenen (ww)

dúoti į̃ skõlą

['dʊɑtʲɪ i: 'sko:lʲa:]

lenen (geld ~)

im̃ti į̃ skõlą

['ɪmtʲɪ i: 'sko:lʲa:]

bank (de)

bánkas (v)

['baŋkas]

bankrekening (de)

bankrekening (de)

są́skaita (m)

['sa:skʌɪta]

op rekening storten

dė́ti į̃ są́skaitą

['dʲe:tʲɪ i: 'sa:skʌɪta:]

opnemen (ww)

im̃ti ìš są́skaitos

['ɪmtʲɪ ɪʃ 'sa:skʌɪtos]

kredietkaart (de)

kredìtinė kortẽlė (m)

[krʲɛ'dʲɪtʲɪnʲe: kor'tʲælʲe:]

baar geld (het)

gryníeji pinigaĩ (v)

[grʲi:'nʲiɛjɪ pʲɪnʲɪ'gʌɪ]

cheque (de)

čèkis (v)

['tʂʲɛkʲɪs]

een cheque uitschrijven

išrašýti čèkį

[ɪʃra'ʃʲɪ:tʲɪ 'tʂʲɛkʲɪ:]

chequeboekje (het)

chequeboekje (het)

čèkių knygẽlė (m)

['tʂʲɛkʲu: knʲi:'gʲælʲe:]

portefeuille (de)

pinigìnė (m)

[pʲɪnʲɪ'gʲɪnʲe:]

geldbeugel (de)

pinigìnė (m)

[pʲɪnʲɪ'gʲɪnʲe:]

safe (de)

seĩfas (v)

['sʲɛɪfas]

erfgenaam (de)

paveldė́tojas (v)

[pavelʲ'dʲe:to:jɛs]

erfenis (de)

palikìmas (v)

[palʲɪ'kʲɪmas]

fortuin (het)

tur̃tas (v)

['tʊrtas]

huur (de)

huur (de)

núoma (m)

['nʊɑma]

huurprijs (de)

bùto mókestis (v)

['bʊtɔ 'mokʲɛstʲɪs]

huren (huis, kamer)

núomotis

['nʊɑmotʲɪs]

prijs (de)

káina (m)

['kʌɪna]

kostprijs (de)

káina (m)

['kʌɪna]

som (de)

sumà (m)

[sʊ'ma]

uitgeven (geld besteden)

léisti

['lʲɛɪstʲɪ]

kosten (mv.)

kosten (mv.)

są́naudos (m dgs)

['sa:nɑʊdos]

bezuinigen (ww)

taupýti

[tɑʊ'pʲi:tʲɪ]

zuinig (bn)

taupùs

[tɑʊ'pʊs]

betalen (ww)

mokė́ti

[mo'kʲe:tʲɪ]

betaling (de)

apmokė́jimas (v)

[apmo'kʲɛjɪmas]

wisselgeld (het)

grąžà (m)

[gra:'ʒa]

belasting (de)

mókestis (v)

['mokʲɛstʲɪs]

boete (de)

boete (de)

baudà (m)

[bɑʊ'da]

beboeten (bekeuren)

baũsti

['bɑʊstʲɪ]

60. Post. Postkantoor

postkantoor (het)

pãštas (v)

['pa:ʃtas]

post (de)

pãštas (v)

['pa:ʃtas]

postbode (de)

pãštininkas (v)

['pa:ʃtʲɪnʲɪŋkas] openingsuren (mv.)

openingsuren (mv.)

dárbo valandõs (m dgs)

['darbɔ valʲan'do:s]

brief (de)

láiškas (v)

['lʲʌɪʃkas]

aangetekende brief (de)

užsakýtas láiškas (v)

[ʊʒsa'kʲi:tas 'lʲʌɪʃkas]

briefkaart (de)

atvirùtė (m)

[atvʲɪ'rʊtʲe:]

telegram (het)

telegramà (m)

[tʲɛlʲɛgra'ma]

postpakket (het)

siuntinỹs (v)

[sʲʊntʲɪ'nʲi:s]

overschrijving (de)

pinigìnis pavedìmas (v)

[pʲɪnʲɪ'gʲɪnʲɪs pavʲɛ'dʲɪmas]

ontvangen (ww)

ontvangen (ww)

gáuti

['gɑʊtʲɪ]

sturen (zenden)

išsių̃sti

[ɪʃ'sʲu:stʲɪ]

verzending (de)

išsiuntìmas (v)

[ɪʃsʲʊn'tʲɪmas]

adres (het)

ãdresas (v)

['a:drʲɛsas]

postcode (de)

iñdeksas (v)

['ɪndʲɛksas]

verzender (de)

siuntė́jas (v)

[sʲʊn'tʲe:jas]

ontvanger (de)

gavė́jas (v)

[ga'vʲe:jas]

naam (de)

naam (de)

var̃das (v)

['vardas]

achternaam (de)

pavardė̃ (m)

[pavar'dʲe:]

tarief (het)

tarìfas (v)

[ta'rʲɪfas]

standaard (bn)

į̃prastas

['i:prastas]

zuinig (bn)

taupùs

[tɑʊ'pʊs]

gewicht (het)

svõris (v)

['svo:rʲɪs]

afwegen (op de weegschaal)

sver̃ti

['svʲɛrtʲɪ]

envelop (de)

envelop (de)

võkas (v)

['vo:kas]

postzegel (de)

markùtė (m)

[mar'kʊtʲe:]

WONING. HUIS. THUIS

61. Huis. Elektriciteit

elektriciteit (de)

elektrà (m)

[ɛlʲɛkt'ra]

lamp (de)

lempùtė (m)

[lʲɛm'pʊtʲe:]

schakelaar (de)

jungìklis (v)

[jʊn'gʲɪklʲɪs] zekering (de)

zekering (de)

kam̃štis (v)

['kamʃtʲɪs]

draad (de)

laĩdas (v)

['lʲʌɪdas]

bedrading (de)

instaliãcija (m)

[ɪnsta'lʲætsʲɪjɛ]

elektriciteitsmeter (de)

skaitliùkas (v)

[skʌɪt'lʲʊkas]

gegevens (mv.)

paródymas (v)

[pa'rodʲi:mas]

62. Villa. Herenhuis

landhuisje (het)

ùžmiesčio nãmas (v)

['ʊʒmʲiɛstʂʲɔ 'na:mas]

villa (de)

vilà (m)

[vʲɪ'lʲa]

vleugel (de)

spar̃nas (v)

['sparnas] tuin (de)

tuin (de)

sõdas (v)

['so:das]

park (het)

párkas (v)

['parkas]

oranjerie (de)

oranžèrija (m)

[oran'ʒʲɛrʲɪjɛ]

onderhouden (tuin, enz.)

prižiūrė́ti

[prʲɪʒʲu:'rʲe:tʲɪ]

zwembad (het)

baseĩnas (v)

[ba'sʲɛɪnas]

gym (het)

spòrto sãlė (m)

['sportɔ sa:'lʲe:]

tennisveld (het)

tèniso kòrtas (v)

['tʲɛnʲɪsɔ 'kortas]

bioscoopkamer (de)

bioscoopkamer (de)

kìno teãtras (v)

['kʲɪnɔ tʲɛ'a:tras]

garage (de)

garãžas (v)

[ga'ra:ʒas]

privé-eigendom (het)

asmenìnė nuosavýbė (m)

[asme'nʲɪnʲe: nʊɑsa'vʲi:bʲe:]

eigen terrein (het)

asmenìnės valdõs (m)

[asme'nʲɪnʲe:s 'valʲdo:s]

waarschuwing (de)

pérspėjimas (v)

['pʲɛrspʲe:jimas]

waarschuwingsbord (het)

įspė́jantis ùžrašas (v)

[i:s'pʲe:jantʲɪs 'ʊʒraʃas]

bewaking (de)

apsaugà (m)

[apsɑʊ'ga]

bewaker (de)

bewaker (de)

apsaugìnis (v)

[apsɑʊ'gʲɪnʲɪs]

inbraakalarm (het)

signalizãcija (m)

[sʲɪgnalʲɪ'za:tsʲɪjɛ]

63. Appartement

appartement (het)

bùtas (v)

['bʊtas]

kamer (de)

kambarỹs (v)

[kamba'rʲi:s]

slaapkamer (de)

miegamàsis (v)

[mʲiɛga'masʲɪs] eetkamer (de)

eetkamer (de)

valgomàsis (v)

[valʲgo'masʲɪs]

salon (de)

svečių̃ kambarỹs (v)

[svʲɛ'tʂʲu: kamba'rʲi:s]

studeerkamer (de)

kabinètas (v)

[kabʲɪ'nʲɛtas]

gang (de)

príeškambaris (v)

['prʲiɛʃkambarʲɪs]

badkamer (de)

voniõs kambarỹs (v)

[vo'nʲo:s kamba'rʲi:s]

toilet (het)

tualètas (v)

[tʊa'lʲɛtas]

plafond (het)

lùbos (m dgs)

['lʲʊbos]

vloer (de)

vloer (de)

griñdys (m dgs)

['grʲɪndʲi:s]

hoek (de)

kam̃pas (v)

['kampas]

64. Meubels. Interieur

meubels (mv.)

bal̃dai (v)

['balʲdʌɪ]

tafel (de)

stãlas (v)

['sta:lʲas]

stoel (de)

kėdė̃ (m)

[kʲe:'dʲe:] bed (het)

bed (het)

lóva (m)

['lʲova]

bankstel (het)

sofà (m)

[so'fa]

fauteuil (de)

fòtelis (v)

['fotʲɛlʲɪs]

boekenkast (de)

spìnta (m)

['spʲɪnta]

boekenrek (het)

lentýna (m)

[lʲɛn'tʲi:na]

kledingkast (de)

drabùžių spìnta (m)

[dra'bʊʒʲu: 'spʲɪnta]

kapstok (de)

pakabà (m)

[paka'ba]

staande kapstok (de)

staande kapstok (de)

kabyklà (m)

[kabʲi:k'lʲa]

commode (de)

komodà (m)

[kɔmo'da]

salontafeltje (het)

žurnãlinis staliùkas (v)

[ʒʊr'na:lʲɪnʲɪs sta'lʲʊkas]

spiegel (de)

véidrodis (v)

['vʲɛɪdrodʲɪs]

tapijt (het)

kìlimas (v)

['kʲɪlʲɪmas]

tapijtje (het)

kilimė̃lis (v)

[kʲɪlʲɪ'mʲe:lʲɪs]

haard (de)

židinỹs (v)

[ʒʲɪdʲɪ'nʲi:s]

kaars (de)

kaars (de)

žvãkė (m)

['ʒva:kʲe:]

kandelaar (de)

žvakìdė (m)

[ʒva'kʲɪdʲe:]

gordijnen (mv.)

užúolaidos (m dgs)

[ʊ'ʒʊɑlʲʌɪdos]

behang (het)

tapètai (v)

[ta'pʲɛtʌɪ]

jaloezie (de)

žãliuzės (m dgs)

['ʒa:lʲʊzʲe:s]

bureaulamp (de)

stalìnė lémpa (m)

[sta'lʲɪnʲe: 'lʲɛmpa]

wandlamp (de)

šviestùvas (v)

[ʃvʲiɛ'stʊvas]

staande lamp (de)

staande lamp (de)

toršèras (v)

[tor'ʃʲɛras]

luchter (de)

sietýnas (v)

[sʲiɛ'tʲi:nas]

poot (ov. een tafel, enz.)

kojýtė (m)

[kɔ'ji:tʲe:]

armleuning (de)

rañktūris (v)

['raŋktu:rʲɪs]

rugleuning (de)

ãtlošas (v)

['a:tlʲoʃas]

la (de)

stálčius (v)

['stalʲtʂʲʊs]

65. Beddengoed

beddengoed (het)

pãtalynė (m)

['pa:talʲi:nʲe:]

kussen (het)

pagálvė (m)

[pa'galʲvʲe:]

kussenovertrek (de)

ùžvalkalas (v)

['ʊʒvalʲkalas] deken (de)

deken (de)

užklótas (v)

[ʊʒ'klʲotas]

laken (het)

paklõdė (m)

[pak'lʲo:dʲe:]

sprei (de)

lovãtiesė (m)

[lʲo'va:tʲiɛsʲe:]

66. Keuken

keuken (de)

virtùvė (m)

[vʲɪr'tʊvʲe:]

gas (het)

dùjos (m dgs)

['dʊjɔs]

gasfornuis (het)

dùjinė (m)

['dʊjinʲe:] elektrisch fornuis (het)

elektrisch fornuis (het)

elektrìnė (m)

[ɛlʲɛk'trʲɪnʲe:]

oven (de)

órkaitė (m)

['orkʌɪtʲe:]

magnetronoven (de)

mikrobangų̃ krosnẽlė (m)

[mʲɪkroban'gu: kros'nʲælʲe:]

koelkast (de)

šaldytùvas (v)

[ʃalʲdʲi:'tʊvas]

diepvriezer (de)

šáldymo kãmera (m)

['ʃalʲdʲi:mɔ 'ka:mʲɛra]

vaatwasmachine (de)

iñdų plovìmo mašinà (m)

['ɪndu: plʲo'vʲɪmɔ maʃʲɪ'na]

vleesmolen (de)

mė̃smalė (m)

['mʲe:smalʲe:]

vruchtenpers (de)

vruchtenpers (de)

sulčiãspaudė (m)

[sʊlʲ'tʂʲæspɑʊdʲe:]

toaster (de)

tòsteris (v)

['tostʲɛrʲɪs]

mixer (de)

mìkseris (v)

['mʲɪksʲɛrʲɪs]

koffiemachine (de)

kavõs aparãtas (v)

[ka'vo:s apa'ra:tas]

koffiepot (de)

kavinùkas (v)

[kavʲɪ'nʊkas]

koffiemolen (de)

kavãmalė (m)

[ka'va:malʲe:]

fluitketel (de)

arbatinùkas (v)

[arbatʲɪ'nʊkas]

theepot (de)

theepot (de)

arbãtinis (v)

[arba:'tʲɪnʲɪs]

deksel (de/het)

dangtẽlis (v)

[daŋk'tʲælʲɪs]

theezeefje (het)

sietẽlis (v)

[sʲiɛ'tʲælʲɪs]

lepel (de)

šáukštas (v)

['ʃɑʊkʃtas]

theelepeltje (het)

arbãtinis šaukštẽlis (v)

[ar'ba:tʲɪnʲɪs ʃɑʊkʃ'tʲælʲɪs]

eetlepel (de)

válgomasis šáukštas (v)

['valʲgomasʲɪs 'ʃɑʊkʃtas]

vork (de)

šakùtė (m)

[ʃa'kʊtʲe:]

mes (het)

mes (het)

peĩlis (v)

['pʲɛɪlʲɪs]

vaatwerk (het)

iñdai (v)

['ɪndʌɪ]

bord (het)

lėkštė̃ (m)

[lʲe:kʃ'tʲe:]

schoteltje (het)

lėkštẽlė (m)

[lʲe:kʃ'tʲælʲe:]

likeurglas (het)

taurẽlė (m)

[tɑʊ'rʲælʲe:]

glas (het)

stiklìnė (m)

[stʲɪk'lʲɪnʲe:]

kopje (het)

puodùkas (v)

[pʊɑ'dʊkas]

suikerpot (de)

suikerpot (de)

cùkrinė (m)

['tsʊkrʲɪnʲe:]

zoutvat (het)

drùskinė (m)

['drʊskʲɪnʲe:]

pepervat (het)

pipìrinė (m)

[pʲɪ'pʲɪrʲɪnʲe:]

boterschaaltje (het)

svíestinė (m)

['svʲiɛstʲɪnʲe:]

steelpan (de)

púodas (v)

['pʊɑdas]

bakpan (de)

keptùvė (m)

[kʲɛp'tʊvʲe:]

pollepel (de)

sámtis (v)

['samtʲɪs]

vergiet (de/het)

vergiet (de/het)

kiaurãsamtis (v)

[kʲɛʊ'ra:samtʲɪs]

dienblad (het)

padė̃klas (v)

[pa'dʲe:klʲas]

fles (de)

bùtelis (v)

['bʊtʲɛlʲɪs]

glazen pot (de)

stiklaĩnis (v)

[stʲɪk'lʲʌʲɪnʲɪs]

blik (conserven~)

skardìnė (m)

[skar'dʲɪnʲe:]

flesopener (de)

atidarytùvas (v)

[atʲɪdarʲi:'tʊvas]

blikopener (de)

konsèrvų atidarytùvas (v)

[kɔn'sʲɛrvu: atʲɪdarʲi:'tʊvas]

kurkentrekker (de)

kurkentrekker (de)

kamščiãtraukis (v)

[kamʃ'tʂʲætrɑʊkʲɪs]

filter (de/het)

fìltras (v)

['fʲɪlʲtras]

filteren (ww)

filtrúoti

[fʲɪlʲ'trʊɑtʲɪ]

huisvuil (het)

šiùkšlės (m dgs)

['ʃʲʊkʃlʲe:s]

vuilnisemmer (de)

šiùkšlių kìbiras (v)

['ʃʲʊkʃlʲu: 'kʲɪbʲɪras]

67. Badkamer

badkamer (de)

voniõs kambarỹs (v)

[vo'nʲo:s kamba'rʲi:s]

water (het)

vanduõ (v)

[van'dʊɑ]

kraan (de)

čiáupas (v)

['tʂʲæʊpas] warm water (het)

warm water (het)

kárštas vanduõ (v)

['karʃtas van'dʊɑ]

koud water (het)

šáltas vanduõ (v)

['ʃalʲtas van'dʊɑ]

tandpasta (de)

dantų̃ pastà (m)

[dan'tu: pas'ta]

tanden poetsen (ww)

valýti dantìs

[va'lʲi:tʲɪ dan'tʲɪs]

tandenborstel (de)

dantų̃ šepetė̃lis (v)

[dan'tu: ʃepe'tʲe:lʲɪs]

zich scheren (ww)

skùstis

['skʊstʲɪs]

scheercrème (de)

skutìmosi pùtos (m dgs)

[skʊ'tʲɪmosʲɪ 'pʊtos]

scheermes (het)

scheermes (het)

skutìmosi peiliùkas (v)

[skʊ'tʲɪmosʲɪ pʲɛɪ'lʲʊkas]

wassen (ww)

pláuti

['plʲɑʊtʲɪ]

een bad nemen

máudytis, praũstis

['mɑʊdʲi:tʲɪs], ['prɑʊstʲɪs]

douche (de)

dùšas (v)

['dʊʃas]

een douche nemen

praũstis dušè

['prɑʊstʲɪs dʊ'ʃʲɛ]

bad (het)

vonià (m)

[vo'nʲæ]

toiletpot (de)

unitãzas (v)

[ʊnʲɪ'ta:zas]

wastafel (de)

wastafel (de)

kriauklė̃ (m)

[krʲɛʊk'lʲe:]

zeep (de)

muĩlas (v)

['mʊɪlʲas]

zeepbakje (het)

muĩlinė (m)

['mʊɪlʲɪnʲe:]

spons (de)

kempìnė (m)

[kʲɛm'pʲɪnʲe:]

shampoo (de)

šampū̃nas (v)

[ʃam'pu:nas]

handdoek (de)

rañkšluostis (v)

['raŋkʃlʲʊɑstʲɪs]

badjas (de)

chalãtas (v)

[xa'lʲa:tas]

was (bijv. handwas)

was (bijv. handwas)

skalbìmas (v)

[skalʲ'bʲɪmas]

wasmachine (de)

skalbìmo mašinà (m)

[skalʲ'bʲɪmɔ maʃʲɪ'na]

de was doen

skal̃bti báltinius

['skʌlʲptʲɪ 'bàlʲtʲɪnʲʊs]

waspoeder (de)

skalbìmo miltẽliai (v dgs)

[skalʲ'bʲɪmɔ mʲɪlʲ'tʲælʲɛɪ]

68. Huishoudelijke apparaten

televisie (de)

televìzorius (v)

[tʲɛlʲɛ'vʲɪzorʲʊs]

cassettespeler (de)

magnetofònas (v)

[magnʲɛto'fonas]

videorecorder (de)

video magnetofònas (v)

[vʲɪdʲɛɔ magnʲɛto'fonas] radio (de)

radio (de)

imtùvas (v)

[ɪm'tʊvas]

speler (de)

grotùvas (v)

[gro'tʊvas]

videoprojector (de)

video projèktorius (v)

['vʲɪdʲɛɔ pro'jæktorʲʊs]

home theater systeem (het)

namų̃ kìno teãtras (v)

[na'mu: 'kʲɪnɔ tʲɛ'a:tras]

DVD-speler (de)

DVD grotùvas (v)

[dʲɪvʲɪ'dʲɪ gro'tʊvas]

versterker (de)

stiprintùvas (v)

[stʲɪprʲɪn'tʊvas]

spelconsole (de)

žaidìmų príedėlis (v)

[ʒʌɪ'dʲɪmu: 'prʲiɛdʲe:lʲɪs]

videocamera (de)

videocamera (de)

videokãmera (m)

[vʲɪdʲɛo'ka:mʲɛra]

fotocamera (de)

fotoaparãtas (v)

[fotoapa'ra:tas]

digitale camera (de)

skaitmenìnis fotoaparãtas (v)

[skʌɪtmʲɛ'nʲɪnʲɪs fotoapa'ra:tas]

stofzuiger (de)

dùlkių siurblỹs (v)

['dʊlʲkʲu: sʲʊr'blʲi:s]

strijkijzer (het)

lygintùvas (v)

[lʲi:gʲɪn'tʊvas]

strijkplank (de)

lýginimo lentà (m)

['lʲi:gʲɪnʲɪmɔ lʲɛn'ta]

telefoon (de)

telefònas (v)

[tʲɛlʲɛ'fonas]

mobieltje (het)

mobieltje (het)

mobilùsis telefònas (v)

[mobʲɪ'lʊsʲɪs tʲɛlʲɛ'fonas]

schrijfmachine (de)

rãšymo mašinė̃lė (m)

['ra:ʃʲɪ:mɔ maʃʲɪ'nʲe:lʲe:]

naaimachine (de)

siuvìmo mašinà (m)

[sʲʊ'vʲɪmɔ maʃʲɪ'na]

microfoon (de)

mikrofònas (v)

[mʲɪkro'fonas]

koptelefoon (de)

ausìnės (m dgs)

[ɑʊ'sʲɪnʲe:s]

afstandsbediening (de)

pùltas (v)

['pʊlʲtas]

CD (de)

kompãktinis dìskas (v)

[kɔm'pa:ktʲɪnʲɪs 'dʲɪskas]

cassette (de)

cassette (de)

kasètė (m)

[ka'sʲɛtʲe:]

vinylplaat (de)

plokštẽlė (m)

[plokʃ'tʲælʲe:]

MENSELIJKE ACTIVITEITEN

BAAN. BUSINESS. DEEL 1

69. Kantoor. Op kantoor werken

kantoor (het)

òfisas (v)

['ofʲɪsas]

kamer (de)

kabinètas (v)

[kabʲɪ'nʲɛtas]

receptie (de)

registratūrà (m)

[rʲɛgʲɪstratu:'ra] secretaris (de)

secretaris (de)

sekretõrius (v)

[sʲɛkrʲɛ'to:rʲʊs]

directeur (de)

dirèktorius (v)

[dʲɪ'rʲɛktorʲʊs]

manager (de)

vadýbininkas (v)

[va'dʲi:bʲɪnʲɪŋkas]

boekhouder (de)

buhálteris (v)

[bʊ'ɣalʲtʲɛrʲɪs]

werknemer (de)

bendradar̃bis (v)

[bʲɛndra'darbʲɪs]

meubilair (het)

bal̃dai (v)

['balʲdʌɪ]

tafel (de)

stãlas (v)

['sta:lʲas]

bureaustoel (de)

bureaustoel (de)

fòtelis (v)

['fotʲɛlʲɪs]

ladeblok (het)

spintẽlė (m)

[spʲɪn'tʲælʲe:]

kapstok (de)

kabyklà (m)

[kabʲi:k'lʲa]

computer (de)

kompiùteris (v)

[kɔm'pʲʊtʲɛrʲɪs]

printer (de)

spausdintùvas (v)

[spɑʊsdʲɪn'tʊvas]

fax (de)

fãksas (v)

['fa:ksas]

kopieerapparaat (het)

kopijãvimo aparãtas (v)

[kɔpʲɪ'ja:vʲɪmɔ apa'ra:tas]

papier (het)

papier (het)

põpierius (v)

['po:pʲiɛrʲʊs]

kantoorartikelen (mv.)

kanceliãriniai reĩkmenys (v dgs)

[kantsʲɛ'lʲærʲɪnʲɛɪ 'rʲɛɪkmʲɛnʲi:s]

muismat (de)

kilimė̃lis (v)

[kʲɪlʲɪ'mʲe:lʲɪs]

blad (het)

lãpas (v)

['lʲa:pas]

ordner (de)

pãpkė (m)

['pa:pkʲe:]

catalogus (de)

katalògas (v)

[kata'lʲogas]

telefoongids (de)

žinýnas (v)

[ʒʲɪ'nʲi:nas]

documentatie (de)

documentatie (de)

dokumentãcija (m)

[dokʊmʲɛn'ta:tsʲɪjɛ]

brochure (de)

brošiūrà (m)

[broʃʲu:'ra]

flyer (de)

skrajùtė (m)

[skra'jʊtʲe:]

monster (het), staal (de)

pavyzdỹs (v)

[pavʲi:z'dʲi:s]

training (de)

trèningas (v)

['trʲɛnʲɪngas]

vergadering (de)

pasitarìmas (v)

[pasʲɪta'rʲɪmas]

lunchpauze (de)

pietų̃ pértrauka (m)

[pʲiɛ'tu: 'pʲɛrtrɑʊka]

een kopie maken

een kopie maken

darýti kòpiją

[da'rʲi:tʲɪ 'kopʲɪja:]

de kopieën maken

dáuginti

['dɑʊgʲɪntʲɪ]

een fax ontvangen

gáuti fãksą

['gɑʊtʲɪ 'fa:ksa:]

een fax versturen

sių̃sti fãksą

['sʲu:stʲɪ 'fa:ksa:]

opbellen (ww)

skam̃binti

['skambʲɪntʲɪ]

antwoorden (ww)

atsiliẽpti

[atsʲɪ'lʲɛptʲɪ]

doorverbinden (ww)

sujùngti

[sʊ'jʊŋktʲɪ]

afspreken (ww)

afspreken (ww)

skìrti

['skʲɪrtʲɪ]

demonstreren (ww)

demonstrúoti

[dʲɛmons'trʊɑtʲɪ]

absent zijn (ww)

nebū́ti

[nʲɛ'bu:tʲɪ]

afwezigheid (de)

praleidìmas (v)

[pralʲɛɪ'dʲɪmas]

70. Bedrijfsprocessen. Deel 1

bedrijf (business)

ver̃slas (v)

['vʲɛrslʲas]

zaak (de), beroep (het)

veiklà (m)

[vʲɛɪk'lʲa]

firma (de)

fìrma (m)

['fʲɪrma] bedrijf (maatschap)

bedrijf (maatschap)

kompãnija (m)

[kɔm'pa:nʲɪjɛ]

corporatie (de)

korporãcija (m)

[kɔrpo'ra:tsʲɪjɛ]

onderneming (de)

į́monė (m)

['i:monʲe:]

agentschap (het)

agentūrà (m)

[agʲɛntu:'ra]

overeenkomst (de)

sutartìs (m)

[sʊtar'tʲɪs]

contract (het)

kontrãktas (v)

[kɔn'tra:ktas]

transactie (de)

sándėris (v)

['sandʲe:rʲɪs]

bestelling (de)

bestelling (de)

užsãkymas (v)

[ʊʒ'sa:kʲi:mas]

voorwaarde (de)

są́lyga (m)

['sa:lʲi:ga]

in het groot (bw)

didmenomìs

[dʲɪdmʲɛno'mʲɪs]

groothandels- (abn)

didmenìnis

[dʲɪdmʲɛ'nʲɪnʲɪs]

groothandel (de)

didmenìnė prekýba (m)

[dʲɪdme'nʲɪnʲe: pre'kʲi:ba]

kleinhandels- (abn)

mažmenìnis

[maʒmʲɛ'nʲɪnʲɪs]

kleinhandel (de)

mažmenìnė prekýba (m)

[maʒme'nʲɪnʲe: pre'kʲi:ba]

concurrent (de)

concurrent (de)

konkureñtas (v)

[kɔŋkʊ'rʲɛntas]

concurrentie (de)

konkureñcija (m)

[kɔŋkʊ'rʲɛntsʲɪjɛ]

concurreren (ww)

konkurúoti

[kɔŋkʊ'rʊɑtʲɪ]

partner (de)

pártneris (v)

['partnʲɛrʲɪs]

partnerschap (het)

partnerỹstė (m)

[partnʲɛ'rʲi:stʲe:]

crisis (de)

krìzė (m)

['krʲɪzʲe:]

bankroet (het)

bankròtas (v)

[baŋk'rotas]

bankroet gaan (ww)

bankroet gaan (ww)

bankrutúoti

[baŋkrʊ'tʊɑtʲɪ]

moeilijkheid (de)

sunkùmas (v)

[sʊŋ'kʊmas]

probleem (het)

problemà (m)

[problʲɛ'ma]

catastrofe (de)

katastrofà (m)

[katastro'fa]

economie (de)

ekonòmika (m)

[ɛko'nomʲɪka]

economisch (bn)

ekonòminis

[ɛko'nomʲɪnʲɪs]

economische recessie (de)

ekonòminis núosmukis (v)

[ɛko'nomʲɪnʲɪs 'nʊɑsmʊkʲɪs]

doel (het)

doel (het)

tìkslas (v)

['tʲɪkslʲas]

taak (de)

užduotìs (m)

[ʊʒdʊɑ'tʲɪs]

handelen (handel drijven)

prekiáuti

[prʲɛ'kʲæʊtʲɪ]

netwerk (het)

tiñklas (v)

['tʲɪŋklʲas]

voorraad (de)

sándėlis (v)

['sandʲe:lʲɪs]

assortiment (het)

asortimeñtas (v)

[asortʲɪ'mʲɛntas]

leider (de)

lýderis (v)

['lʲi:dʲɛrʲɪs]

groot (bn)

groot (bn)

dìdelė

['dʲɪdʲɛlʲe:]

monopolie (het)

monopòlija (m)

[mono'polʲɪjɛ]

theorie (de)

teòrija (m)

[tʲɛ'orʲɪjɛ]

praktijk (de)

prãktika (m)

['pra:ktʲɪka]

ervaring (de)

patirtìs (m)

[patʲɪr'tʲɪs]

tendentie (de)

tendeñcija (m)

[tʲɛn'dʲɛnʦʲɪjɛ]

ontwikkeling (de)

výstymasis (v)

['vʲi:stʲi:masʲɪs]

71. Bedrijfsprocessen. Deel 2

voordeel (het)

naudà (m)

[nɑʊ'da]

voordelig (bn)

naudìngas

[nɑʊ'dʲɪngas]

delegatie (de)

delegãcija (m)

[dʲɛlʲɛ'ga:tsʲɪjɛ] salaris (het)

salaris (het)

dárbo ùžmokestis (v)

['darbɔ 'ʊʒmokʲɛstʲɪs]

corrigeren (fouten ~)

taisýti

[tʌɪ'sʲi:tʲɪ]

zakenreis (de)

komandiruõtė (m)

[kɔmandʲɪ'rʊɑtʲe:]

commissie (de)

komìsija (m)

[kɔ'mʲɪsʲɪjɛ]

controleren (ww)

kontroliúoti

[kɔntro'lʲʊɑtʲɪ]

conferentie (de)

konfereñcija (m)

[kɔnfʲɛ'rʲɛntsʲɪjɛ]

licentie (de)

liceñzija (m)

[lʲɪ'tsʲɛnzʲɪjɛ]

betrouwbaar (partner, enz.)

betrouwbaar (partner, enz.)

pàtikimas

['patʲɪkʲɪmas]

aanzet (de)

pradžià (m)

[prad'ʒʲæ]

norm (bijv. ~ stellen)

nòrma (m)

['norma]

omstandigheid (de)

aplinkýbė (m)

[aplʲɪŋ'kʲi:bʲe:]

taak, plicht (de)

pareigà (m)

[parʲɛɪ'ga]

organisatie (bedrijf, zaak)

organizãcija (m)

[organʲɪ'za:tsʲɪjɛ]

organisatie (proces)

organizãvimas (v)

[organʲɪ'za:vʲɪmas]

georganiseerd (bn)

georganiseerd (bn)

organizúotas

[organʲɪ'zʊɑtas]

afzegging (de)

atšaukìmas (v)

[atʃɑʊ'kʲɪmas]

afzeggen (ww)

atšaũkti

[at'ʃɑʊktʲɪ]

verslag (het)

atãskaita (m)

[a'ta:skʌɪta]

patent (het)

pãtentas (v)

['pa:tʲɛntas]

patenteren (ww)

patentúoti

[patʲɛn'tʊɑtʲɪ]

plannen (ww)

planúoti

[plʲa'nʊɑtʲɪ]

premie (de)

premie (de)

prèmija (m)

['prʲɛmʲɪjɛ]

professioneel (bn)

profesionalùs

[profʲɛsʲɪjɔna'lʲʊs]

procedure (de)

procedūrà (m)

[protsʲɛdu:'ra]

onderzoeken (contract, enz.)

išnagrinė́ti

[ɪʃnagrʲɪ'nʲe:tʲɪ]

berekening (de)

apskaità (m)

[apskʌɪ'ta]

reputatie (de)

reputãcija (m)

[rʲɛpʊ'ta:tsʲɪjɛ]

risico (het)

rìzika (m)

['rʲɪzʲɪka]

beheren (managen)

beheren (managen)

vadováuti

[vado'vɑʊtʲɪ]

informatie (de)

dúomenys (v dgs)

['dʊɑmʲɛnʲi:s]

eigendom (bezit)

nuosavýbė (m)

[nʊɑsa'vʲi:bʲe:]

unie (de)

są́junga (m)

['sa:jʊnga]

levensverzekering (de)

gyvýbės draudìmas (v)

[gʲi:'vʲi:bʲe:s drɑʊ'dʲɪmas]

verzekeren (ww)

draũsti

['drɑʊstʲɪ]

verzekering (de)

draudìmas (v)

[drɑʊ'dʲɪmas]

veiling (de)

veiling (de)

varžýtinės (m dgs)

[var'ʒʲi:tʲɪnʲe:s]

verwittigen (ww)

pranèšti

[pra'nʲɛʃtʲɪ]

beheer (het)

val̃dymas (v)

['valʲdʲi:mas]

dienst (de)

paslaugà (m)

[paslʲɑʊ'ga]

forum (het)

fòrumas (v)

['forʊmas]

functioneren (ww)

funkcionúoti

[fʊŋktsʲɪjɔ'nʊɑtʲɪ]

stap, etappe (de)

etãpas (v)

[ɛ'ta:pas]

juridisch (bn)

juridisch (bn)

jurìdinis

[jʊ'rʲɪdʲɪnʲɪs]

jurist (de)

téisininkas (v)

['tʲɛɪsʲɪnʲɪŋkas]

72. Productie. Werken

industriële installatie (fabriek)

gamyklà (m)

[gamʲi:k'lʲa]

fabriek (de)

fãbrikas (v)

['fa:brʲɪkas]

werkplaatsruimte (de)

cèchas (v)

['tsʲɛxas] productielocatie (de)

productielocatie (de)

gamýba (m)

[ga'mʲi:ba]

industrie (de)

prãmonė (m)

['pra:monʲe:]

industrieel (bn)

pramonìnis

[pramo'nʲɪnʲɪs]

zware industrie (de)

sunkióji prãmonė (m)

[sʊŋ'kʲo:jɪ 'pra:monʲe:]

lichte industrie (de)

lengvóji prãmonė (m)

[lʲɛng'vo:jɪ 'pra:monʲe:]

productie (de)

prodùkcija (m)

[pro'dʊktsʲɪjɛ]

produceren (ww)

gamìnti

[ga'mʲɪntʲɪ]

grondstof (de)

grondstof (de)

žãliava (m)

['ʒa:lʲæva]

voorman, ploegbaas (de)

brigãdininkas (v)

[brʲɪ'ga:dʲɪnʲɪŋkas]

ploeg (de)

brigadà (m)

[brʲɪga'da]

arbeider (de)

darbiniñkas (v)

[darbʲɪ'nʲɪŋkas]

werkdag (de)

dárbo dienà (m)

['darbɔ dʲiɛ'na]

pauze (de)

pértrauka (m)

['pʲɛrtrɑʊka]

samenkomst (de)

susirinkìmas (v)

[sʊsʲɪrʲɪŋ'kʲɪmas]

bespreken (spreken over)

bespreken (spreken over)

svarstýti

[svar'stʲi:tʲɪ]

plan (het)

plãnas (v)

['plʲa:nas]

het plan uitvoeren

įvýkdyti plãną

[i:'vʲɪ:kdʲɪ:tʲɪ 'plʲa:na:]

productienorm (de)

nòrma (m)

['norma]

kwaliteit (de)

kokýbė (m)

[kɔ'kʲi:bʲe:]

controle (de)

kontròlė (m)

[kɔn'trolʲe:]

kwaliteitscontrole (de)

kokýbės kontròlė (m)

[kɔ'kʲi:bʲe:s kon'trolʲe:]

arbeidsveiligheid (de)

arbeidsveiligheid (de)

dárbo saugà (m)

['darbɔ sɑʊ'ga]

discipline (de)

drausmė̃ (m)

['drɑʊsmʲe:]

overtreding (de)

pažeidìmas (v)

[paʒʲɛɪ'dʲɪmas]

overtreden (ww)

pažeĩsti

[pa'ʒʲɛɪstʲɪ]

staking (de)

streĩkas (v)

['strʲɛɪkas]

staker (de)

streìkininkas (v)

['strʲɛʲɪkʲɪnʲɪŋkas]

staken (ww)

streikúoti

[strʲɛɪ'kʊɑtʲɪ]

vakbond (de)

vakbond (de)

profsą́junga (m)

[prof'sa:jʊnga]

uitvinden (machine, enz.)

išradinė́ti

[ɪʃradʲɪ'nʲe:tʲɪ]

uitvinding (de)

išradìmas (v)

[ɪʃra'dʲɪmas]

onderzoek (het)

tyrinė́jimas (v)

[tʲi:rʲɪ'nʲɛjɪmas]

verbeteren (beter maken)

gẽrinti

['gʲærʲɪntʲɪ]

technologie (de)

technològija (m)

[tʲɛxno'lʲogʲɪjɛ]

technische tekening (de)

brėžinỹs (v)

[brʲe:ʒʲɪ'nʲi:s]

vracht (de)

vracht (de)

krovinỹs (v)

[krovʲɪ'nʲi:s]

lader (de)

krovė́jas (v)

[kro'vʲe:jas]

laden (vrachtwagen)

kráuti

['krɑʊtʲɪ]

laden (het)

krovìmas (v)

[kro'vʲɪmas]

lossen (ww)

iškráuti

[ɪʃ'krɑʊtʲɪ]

lossen (het)

iškrovìmas (v)

[ɪʃkro'vʲɪmas]

transport (het)

transpòrtas (v)

[trans'portas]

transportbedrijf (de)

transportbedrijf (de)

transpòrto kompãnija (m)

[trans'portɔ kom'pa:nʲɪjɛ]

transporteren (ww)

transportúoti

[transpor'tʊɑtʲɪ]

goederenwagon (de)

vagònas (v)

[va'gonas]

tank (bijv. ketelwagen)

cistèrna (m)

[tsʲɪs'tʲɛrna]

vrachtwagen (de)

suñkvežimis (v)

['sʊŋkvʲɛʒʲɪmʲɪs]

machine (de)

stãklės (m dgs)

['sta:klʲe:s]

mechanisme (het)

mechanìzmas (v)

[mʲɛxa'nʲɪzmas]

industrieel afval (het)

industrieel afval (het)

atliekõs (m dgs)

[at'lʲiɛko:s]

verpakking (de)

pakãvimas (v)

[pa'ka:vʲɪmas]

verpakken (ww)

supakúoti

[sʊpa'kʊɑtʲɪ]

73. Contract. Overeenstemming

contract (het)

kontrãktas (v)

[kɔn'tra:ktas]

overeenkomst (de)

susitarìmas (v)

[sʊsʲɪta'rʲɪmas]

bijlage (de)

priẽdas (v)

['prʲɛdas] een contract sluiten

een contract sluiten

sudarýti sùtartį

[sʊda'rʲɪ:tʲɪ 'sʊtartʲɪ:]

handtekening (de)

pãrašas (v)

['pa:raʃas]

ondertekenen (ww)

pasirašýti

[pasʲɪra'ʃʲɪ:tʲɪ]

stempel (de)

añtspaudas (v)

['antspɑʊdas]

voorwerp (het) van de overeenkomst

sutartiẽs dalỹkas (v)

[sʊtar'tʲɛs da'lʲi:kas]

clausule (de)

pùnktas (v)

['pʊŋktas]

partijen (mv.)

šãlys (m dgs)

['ʃa:lʲi:s]

vestigingsadres (het)

vestigingsadres (het)

jurìdinis ãdresas (v)

[jʊ'rʲɪdʲɪnʲɪs 'a:drʲɛsas]

het contract verbreken (overtreden)

pažeĩsti sùtartį

[pa'ʒʲɛɪstʲɪ 'sʊtartʲɪ:]

verplichting (de)

įsipareigójimas (v)

[i:sʲɪparʲɛɪ'go:jɪmas]

verantwoordelijkheid (de)

atsakomýbė (m)

[atsako'mʲi:bʲe:]

overmacht (de)

nenugalimóji jėgà (m)

[nʲɛnʊgalʲɪ'mo:jɪ je:'ga]

geschil (het)

giñčas (v)

['gʲɪntʂas]

sancties (mv.)

baudìnės sánkcijos (m dgs)

[bɑʊ'dʲɪnʲe:s 'saŋktsʲɪjɔs]

74. Import and Export

import (de)

impòrtas (v)

[ɪm'portas]

importeur (de)

importúotojas (v)

[ɪmpor'tʊɑto:jɛs]

importeren (ww)

importúoti

[ɪmpor'tʊɑtʲɪ] import- (abn)

import- (abn)

impòrtinis

[ɪm'portʲɪnʲɪs]

exporteur (de)

eksportúotojas (v)

[ɛkspor'tʊɑto:jɛs]

exporteren (ww)

eksportúoti

[ɛkspor'tʊɑtʲɪ]

goederen (mv.)

prẽkė (m)

['prʲækʲe:]

partij (de)

pártija (m)

['partʲɪjɛ]

gewicht (het)

svõris (v)

['svo:rʲɪs]

volume (het)

tū̃ris (v)

['tu:rʲɪs]

kubieke meter (de)

kubieke meter (de)

kùbinis mètras (v)

['kʊbʲɪnʲɪs 'mʲɛtras]

producent (de)

gamìntojas (v)

[ga'mʲɪnto:jɛs]

transportbedrijf (de)

transpòrto kompãnija (m)

[trans'portɔ kom'pa:nʲɪjɛ]

container (de)

konteĩneris (v)

[kɔn'tʲɛɪnʲɛrʲɪs]

grens (de)

síena (m)

['sʲiɛna]

douane (de)

muĩtinė (m)

['mʊɪtʲɪnʲe:]

douanerecht (het)

muĩtinės riñkliava (m)

['mʊɪtʲɪnʲe:s 'rʲɪŋklʲæva]

douanier (de)

douanier (de)

muĩtininkas (v)

['mʊɪtʲɪnʲɪŋkas]

smokkelen (het)

kontrabánda (m)

[kɔntra'banda]

smokkelwaar (de)

kontrabánda (m)

[kɔntra'banda]

75. Financiën

aandeel (het)

ãkcija (m)

['a:ktsʲɪjɛ]

obligatie (de)

obligãcija (m)

[oblʲɪ'ga:tsʲɪjɛ]

wissel (de)

vèkselis (v)

['vʲɛksʲɛlʲɪs] beurs (de)

beurs (de)

bìrža (m)

['bʲɪrʒa]

aandelenkoers (de)

ãkcijų kùrsas (v)

['a:ktsʲɪju: 'kʊrsas]

dalen (ww)

atpìgti

[at'pʲɪktʲɪ]

stijgen (ww)

pabrángti

[pa'braŋktʲɪ]

deel (het)

ãkcija (m)

['a:ktsʲɪjɛ]

meerderheidsbelang (het)

kontròlinis pakètas (v)

[kɔn'trolʲɪnʲɪs pa'kʲɛtas]

investeringen (mv.)

investìcijos (m dgs)

[ɪnvʲɛs'tʲɪtsʲɪjɔs]

investeren (ww)

investeren (ww)

investúoti

[ɪnvʲɛs'tʊɑtʲɪ]

procent (het)

pròcentas (v)

['protsʲɛntas]

rente (de)

pròcentai (v dgs)

['protsʲɛntʌɪ]

winst (de)

pel̃nas (v)

['pʲɛlʲ̃nas]

winstgevend (bn)

pelnìngas

[pʲɛlʲ'nʲɪngas]

belasting (de)

mókestis (v)

['mokʲɛstʲɪs]

valuta (vreemde ~)

valiutà (m)

[valʲʊ'ta]

nationaal (bn)

nationaal (bn)

nacionãlinis

[natsʲɪjɔ'na:lʲɪnʲɪs]

ruil (de)

keitìmas (v)

[kʲɛɪ'tʲɪmas]

boekhouder (de)

buhálteris (v)

[bʊ'ɣalʲtʲɛrʲɪs]

boekhouding (de)

buhaltèrija (m)

[bʊɣalʲ'tʲɛrʲɪjɛ]

bankroet (het)

bankròtas (v)

[baŋk'rotas]

ondergang (de)

subankrutãvimas (v)

[sʊbaŋkrʊ'ta:vʲɪmas]

faillissement (het)

nuskurdìmas (v)

[nʊskʊr'dʲɪmas]

geruïneerd zijn (ww)

geruïneerd zijn (ww)

nuskur̃sti

[nʊ'skʊrstʲɪ]

inflatie (de)

infliãcija (m)

[ɪn'flʲætsʲɪjɛ]

devaluatie (de)

devalvãcija (m)

[dʲɛvalʲ'va:tsʲɪjɛ]

kapitaal (het)

kapitãlas (v)

[kapʲɪ'ta:lʲas]

inkomen (het)

pãjamos (m dgs)

['pa:jamos]

omzet (de)

apývarta (m)

[a'pʲi:varta]

middelen (mv.)

ištekliaĩ (v dgs)

[ɪʃtʲɛ'klʲɛɪ]

financiële middelen (mv.)

financiële middelen (mv.)

pinigìnės lė́šos (m dgs)

[pʲɪnʲɪ'gʲɪnʲe:s 'lʲe:ʃos]

operationele kosten (mv.)

pridėtìnės ìšlaidos (m dgs)

[prʲɪdʲe:'tʲɪnʲe:s 'ɪʃlʲʌɪdos]

reduceren (kosten ~)

sumãžinti

[sʊ'ma:ʒʲɪntʲɪ]

76. Marketing

marketing (de)

rinkódara (m)

[rʲɪŋ'kodara]

markt (de)

rinkà (m)

[rʲɪŋ'ka]

marktsegment (het)

riñkos segmeñtas (v)

['rʲɪŋkos sʲɛg'mʲɛntas] product (het)

product (het)

prodùktas (v)

[pro'dʊktas]

goederen (mv.)

prẽkė (m)

['prʲækʲe:]

merk (het)

brendas (v)

[brʲɛndas]

handelsmerk (het)

prẽkės žénklas (v)

[prʲækʲe:s 'ʒʲæŋklʲas]

beeldmerk (het)

fìrmos žénklas (v)

['fʲɪrmos 'ʒʲɛŋklʲas]

logo (het)

logotìpas (v)

[lʲogo'tʲɪpas]

vraag (de)

paklausà (m)

[paklʲɑʊ'sa]

aanbod (het)

aanbod (het)

pasiūlà (m)

[pasʲu:'lʲa]

behoefte (de)

póreikis (v)

['porʲɛɪkʲɪs]

consument (de)

vartótojas (v)

[var'toto:jɛs]

analyse (de)

anãlizė (m)

[a'na:lʲɪzʲe:]

analyseren (ww)

analizúoti

[analʲɪ'zʊɑtʲɪ]

positionering (de)

pozicionãvimas (v)

[pozʲɪtsʲɪjɔ'na:vʲɪmas]

positioneren (ww)

pozicionúoti

[pozʲɪtsʲɪjɔ'nʊɑtʲɪ]

prijs (de)

prijs (de)

káina (m)

['kʌɪna]

prijspolitiek (de)

káinų polìtika (m)

['kʌɪnu: po'lʲɪtʲɪka]

prijsvorming (de)

káinų formãvimas (v)

['kʌɪnu: for'ma:vʲɪmas]

77. Reclame

reclame (de)

reklamà (m)

[rʲɛklʲa'ma]

adverteren (ww)

reklamúoti

[rʲɛklʲa'mʊɑtʲɪ]

budget (het)

biudžètas (v)

[bʲʊ'dʒʲɛtas] advertentie, reclame (de)

advertentie, reclame (de)

reklamà (m)

[rʲɛklʲa'ma]

TV-reclame (de)

telereklamà (m)

[tʲɛlʲɛrʲɛkla'ma]

radioreclame (de)

rãdijo reklamà (m)

['ra:dʲɪjɔ rʲɛklʲa'ma]

buitenreclame (de)

išorìnė reklamà (m)

[ɪʃo'rʲɪnʲe: reklʲa'ma]

massamedia (de)

žiniãsklaida (m)

[ʒʲɪ'nʲæsklʲʌɪda]

periodiek (de)

periòdinis leidinỹs (v)

[pʲɛrʲɪ'jɔdʲɪnʲɪs lʲɛɪdʲɪ'nʲi:s]

imago (het)

į́vaizdis (v)

['i:vʌɪzdʲɪs]

slagzin (de)

slagzin (de)

šū̃kis (v)

['ʃu:kʲɪs]

motto (het)

devìzas (v)

[dʲɛ'vʲɪzas]

campagne (de)

kampãnija (m)

[kam'pa:nʲɪjɛ]

reclamecampagne (de)

reklãmos kampãnija (m)

[rʲɛklʲa:mos kam'pa:nʲɪjɛ]

doelpubliek (het)

tikslìnė auditòrija (m)

[tʲɪks'lʲɪnʲe: ɑʊdʲɪ'torʲɪjɛ]

visitekaartje (het)

vizìtinė kortẽlė (m)

[vʲɪ'zʲɪtʲɪnʲe: kor'tʲælʲe:]

flyer (de)

lapẽlis (v)

[la'pʲælʲɪs]

brochure (de)

brochure (de)

brošiūrà (m)

[broʃʲu:'ra]

folder (de)

lankstinùkas (v)

[lʲaŋkstʲɪ'nʊkas]

nieuwsbrief (de)

biuletènis (v)

[bʲʊlʲɛ'tʲɛnʲɪs]

gevelreclame (de)

ìškaba (m)

['ɪʃkaba]

poster (de)

plakãtas (v)

[plʲa'ka:tas]

aanplakbord (het)

skỹdas (v)

['skʲi:das]

78. Bankieren

bank (de)

bánkas (v)

['baŋkas]

bankfiliaal (het)

skỹrius (v)

['skʲi:rʲʊs]

bankbediende (de)

konsultántas (v)

[kɔnsʊlʲ'tantas] manager (de)

manager (de)

valdýtojas (v)

[valʲ'dʲi:to:jɛs]

bankrekening (de)

są́skaita (m)

['sa:skʌɪta]

rekeningnummer (het)

są́skaitos nùmeris (v)

['sa:skʌɪtos 'nʊmʲɛrʲɪs]

lopende rekening (de)

einamóji są́skaita (m)

[ɛɪna'mo:jɪ 'sa:skʌɪta]

spaarrekening (de)

kaupiamóji są́skaita (m)

[kɑʊpʲæ'mo:jɪ 'sa:skʌɪta]

een rekening openen

atidarýti są́skaitą

[atʲɪda'rʲi:tʲɪ 'sa:skʌɪta:]

de rekening sluiten

uždarýti są́skaitą

[ʊʒda'rʲi:tʲɪ 'sa:skʌɪta:]

op rekening storten

op rekening storten

padė́ti į̃ są́skaitą

[pa'dʲe:tʲɪ i: 'sa:skʌɪta:]

opnemen (ww)

paim̃ti ìš są́skaitos

['pʌɪmtʲɪ ɪʃ 'sa:skʌɪtos]

storting (de)

iñdėlis (v)

['ɪndʲe:lʲɪs]

een storting maken

įnèšti iñdėlį

[i:'nʲɛʃtʲɪ 'indʲe:lʲɪ:]

overschrijving (de)

pavedìmas (v)

[pavʲɛ'dʲɪmas]

een overschrijving maken

atlìkti pavedìmą

[at'lʲɪktʲɪ pavʲɛ'dʲɪma:]

som (de)

sumà (m)

[sʊ'ma]

Hoeveel?

Hoeveel?

Kíek?

['kʲiɛk?]

handtekening (de)

pãrašas (v)

['pa:raʃas]

ondertekenen (ww)

pasirašýti

[pasʲɪra'ʃʲɪ:tʲɪ]

kredietkaart (de)

kredìtinė kortẽlė (m)

[krʲɛ'dʲɪtʲɪnʲe: kor'tʲælʲe:]

code (de)

kòdas (v)

['kodas]

kredietkaartnummer (het)

kredìtinės kortẽlės nùmeris (v)

[krʲɛ'dʲɪtʲɪnʲe:s kor'tʲælʲe:s 'nʊmerʲɪs]

geldautomaat (de)

bankomãtas (v)

[baŋko'ma:tas]

cheque (de)

cheque (de)

kvìtas (v)

['kvʲɪtas]

een cheque uitschrijven

išrašýti kvìtą

[ɪʃra'ʃʲɪ:tʲɪ 'kvʲɪta:]

chequeboekje (het)

čèkių knygẽlė (m)

['tʂʲɛkʲu: knʲi:'gʲælʲe:]

lening, krediet (de)

kredìtas (v)

[krʲɛ'dʲɪtas]

een lening aanvragen

kreĩptis dė̃l kredìto

['krʲɛɪptʲɪs dʲe:lʲ krʲɛ'dʲɪtɔ]

een lening nemen

im̃ti kredìtą

['ɪmtʲɪ krʲɛ'dʲɪta:]

een lening verlenen

suteĩkti kredìtą

[sʊ'tʲɛɪktʲɪ krʲɛ'dʲɪta:]

garantie (de)

garantie (de)

garántija (m)

[ga'rantʲɪjɛ]

79. Telefoon. Telefoongesprek

telefoon (de)

telefònas (v)

[tʲɛlʲɛ'fonas]

mobieltje (het)

mobilùsis telefònas (v)

[mobʲɪ'lʊsʲɪs tʲɛlʲɛ'fonas]

antwoordapparaat (het)

autoatsakìklis (v)

[ɑʊtoatsa'kʲɪklʲɪs] bellen (ww)

bellen (ww)

skam̃binti

['skambʲɪntʲɪ]

belletje (telefoontje)

skambùtis (v)

[skam'bʊtʲɪs]

een nummer draaien

suriñkti nùmerį

[sʊ'rʲɪŋktʲɪ 'nʊmʲɛrʲɪ:]

Hallo!

Alió!

[a'lʲo!]

vragen (ww)

pakláusti

[pak'lʲɑʊstʲɪ]

antwoorden (ww)

atsakýti

[atsa'kʲi:tʲɪ]

horen (ww)

girdė́ti

[gʲɪr'dʲe:tʲɪ]

goed (bw)

goed (bw)

geraĩ

[gʲɛ'rʌɪ]

slecht (bw)

prastaĩ

[pras'tʌɪ]

storingen (mv.)

trukdžiaĩ (v dgs)

[trʊk'dʒʲɛɪ]

hoorn (de)

ragẽlis (v)

[ra'gʲælʲɪs]

opnemen (ww)

pakélti ragẽlį

[pa'kʲɛlʲtʲɪ ra'gʲælʲɪ:]

ophangen (ww)

padė́ti ragẽlį

[pa'dʲe:tʲɪ ra'gʲælʲɪ:]

bezet (bn)

ùžimtas

['ʊʒʲɪmtas]

overgaan (ww)

overgaan (ww)

skambė́ti

[skam'bʲe:tʲɪ]

telefoonboek (het)

telefònų knygà (m)

[tʲɛlʲɛ'fonu: knʲi:'ga]

lokaal (bn)

viẽtinis

['vʲiɛtʲɪnʲɪs]

interlokaal (bn)

tarpmiestìnis

[tarpmʲiɛs'tʲɪnʲɪs]

buitenlands (bn)

tarptautìnis

[tarptɑʊ'tʲɪnʲɪs]

80. Mobiele telefoon

mobieltje (het)

mobilùsis telefònas (v)

[mobʲɪ'lʊsʲɪs tʲɛlʲɛ'fonas]

scherm (het)

ekrãnas (v)

[ɛk'ra:nas]

toets, knop (de)

mygtùkas (v)

[mʲi:k'tʊkas] simkaart (de)

simkaart (de)

SIM-kortẽlė (m)

[sʲɪm-kor'tʲælʲe:]

batterij (de)

akumuliãtorius (v)

[akʊmʊ'lʲætorʲʊs]

leeg zijn (ww)

išsikráuti

[ɪʃsʲɪ'krɑʊtʲɪ]

acculader (de)

įkrovìklis (v)

[i:kro'vʲɪ:klʲɪs]

menu (het)

valgiãraštis (v)

[valʲ'gʲæraʃtʲɪs]

instellingen (mv.)

nustãtymai (v dgs)

[nʊ'sta:tʲi:mʌɪ]

melodie (beltoon)

melòdija (m)

[mʲɛ'lʲodʲɪjɛ]

selecteren (ww)

selecteren (ww)

pasiriñkti

[pasʲɪ'rʲɪŋktʲɪ]

rekenmachine (de)

skaičiuotùvas (v)

[skʌɪtʂʲʊo'tʊvas]

voicemail (de)

bal̃so pãštas (v)

['balʲsɔ 'pa:ʃtas]

wekker (de)

žadintùvas (v)

[ʒadʲɪn'tʊvas]

en (mv.)

telefònų knygà (m)

[tʲɛlʲɛ'fonu: knʲi:'ga]

SMS-bericht (het)

SMS žinùtė (m)

[ɛsɛ'mɛs ʒʲɪnʊtʲe:]

abonnee (de)

aboneñtas (v)

[abo'nʲɛntas]

81. Schrijfbehoeften

balpen (de)

automãtinis šratinùkas (v)

[ɑʊto'ma:tʲɪnʲɪs ʃratʲɪ'nʊkas]

vulpen (de)

plunksnãkotis (v)

[plʲʊŋk'sna:kotʲɪs]

potlood (het)

pieštùkas (v)

[pʲiɛʃ'tʊkas] marker (de)

marker (de)

žymẽklis (v)

[ʒʲi:'mʲæklʲɪs]

viltstift (de)

flomãsteris (v)

[flʲo'ma:stʲɛrʲɪs]

notitieboekje (het)

bloknòtas (v)

[blʲok'notas]

agenda (boekje)

dienóraštis (v)

[dʲiɛ'noraʃtʲɪs]

liniaal (de/het)

liniuõtė (m)

[lʲɪ'nʲʊo:tʲe:]

rekenmachine (de)

skaičiuotùvas (v)

[skʌɪtʂʲʊo'tʊvas]

gom (de)

trintùkas (v)

[trʲɪn'tʊkas]

punaise (de)

punaise (de)

smeigtùkas (v)

[smʲɛɪk'tʊkas]

paperclip (de)

sąvaržė̃lė (m)

[sa:var'ʒʲe:lʲe:]

lijm (de)

klijaĩ (v dgs)

[klʲɪ'jʌɪ]

nietmachine (de)

segìklis (v)

[sʲɛ'gʲɪklʲɪs]

perforator (de)

skylãmušis (v)

[skʲi:'lʲa:mʊʃʲɪs]

potloodslijper (de)

drožtùkas (v)

[droʒ'tʊkas]

82. Soorten bedrijven

boekhouddiensten (mv.)

buhaltèrinės pãslaugos (m dgs)

[bʊɣalʲ'tʲɛrʲɪnʲe:s 'pa:slɑʊgos]

reclame (de)

reklamà (m)

[rʲɛklʲa'ma]

reclamebureau (het)

reklãmos agentūrà (m)

[rʲɛk'lʲa:mos agʲɛntu:'ra] airconditioning (de)

airconditioning (de)

kondicioniẽriai (v dgs)

[kɔndʲɪtsʲɪjɔ'nʲɛrʲɛɪ]

luchtvaartmaatschappij (de)

aviakompãnija (m)

[avʲækom'pa:nʲɪjɛ]

alcoholische dranken (mv.)

alkohòliniai gė́rimai (v dgs)

[alʲko'ɣolʲɪnʲɛɪ 'gʲe:rʲɪmʌɪ]

antiek (het)

antikvariãtas (v)

[antʲɪkvarʲɪ'jatas]

kunstgalerie (de)

galèrija (m)

[ga'lʲɛrʲɪjɛ]

audit diensten (mv.)

audìtorių pãslaugos (m dgs)

[ɑʊ'dʲɪtorʲu: 'pa:slʲɑʊgos]

banken (mv.)

bánkinis ver̃slas (v)

['baŋkʲɪnʲɪs 'vʲɛrslʲas]

bar (de)

bar (de)

bãras (v)

['ba:ras]

schoonheidssalon (de/het)

grõžio salònas (v)

['gro:ʒʲɔ sa'lʲonas]

boekhandel (de)

knygýnas (v)

[knʲi:'gʲi:nas]

bierbrouwerij (de)

alaũs daryklà (m)

[a'lʲɑʊs darʲi:k'lʲa]

zakencentrum (het)

ver̃slo ceñtras (v)

['vʲɛrslʲɔ 'tsʲɛntras]

business school (de)

ver̃slo mokyklà (m)

['vʲɛrslʲɔ mokʲi:k'lʲa]

casino (het)

kazinò (v)

[kazʲɪ'no]

bouwbedrijven (mv.)

bouwbedrijven (mv.)

statýba (m)

[sta'tʲi:ba]

adviesbureau (het)

konsultãvimas (v)

[kɔnsʊlʲ'ta:vʲɪmas]

tandheelkunde (de)

stomatològija (m)

[stomato'lʲogʲɪjɛ]

design (het)

dizáinas (v)

[dʲɪ'zʌɪnas]

apotheek (de)

váistinė (m)

['vʌɪstʲɪnʲe:]

stomerij (de)

chèminė valyklà (m)

['xʲɛmʲɪnʲe: valʲi:k'la]

uitzendbureau (het)

darbúotojų paieškõs agentūrà (m)

[dar'bʊɑto:ju: paʲiɛʃ'ko:s agʲɛntu:'ra]

financiële diensten (mv.)

financiële diensten (mv.)

finánsinės pãslaugos (m dgs)

[fʲɪ'nansʲɪnʲe:s 'pa:slʲɑʊgos]

voedingswaren (mv.)

maĩsto prodùktai (v dgs)

['mʌɪstɔ pro'dʊktʌɪ]

uitvaartcentrum (het)

láidojimo biùras (v)

['lʲʌɪdojɪmɔ 'bʲʊras]

meubilair (het)

bal̃dai (v)

['balʲdʌɪ]

kleding (de)

drabùžiai (v dgs), rū̃bai (v dgs)

[dra'bʊʒʲɛɪ], ['ru:bʌɪ]

hotel (het)

viẽšbutis (v)

['vʲɛʃbʊtʲɪs]

IJsje (het)

ledaĩ (v dgs)

[lʲɛ'dʌɪ]

industrie (de)

industrie (de)

prãmonė (m)

['pra:monʲe:]

verzekering (de)

draudìmas (v)

[drɑʊ'dʲɪmas]

Internet (het)

internètas (v)

[ɪntʲɛr'nʲɛtas]

investeringen (mv.)

investìcijos (m dgs)

[ɪnvʲɛs'tʲɪtsʲɪjɔs]

juwelier (de)

juvelỹras (v)

[jʊvʲɛ'lʲi:ras]

juwelen (mv.)

juvelỹriniai dirbiniaĩ (v dgs)

[jʊvʲɛ'lʲi:rʲɪnʲɛɪ dʲɪrbʲɪ'nʲɛɪ]

wasserette (de)

skalbyklà (m)

[skalʲbʲi:k'la]

juridische diensten (mv.)

juridische diensten (mv.)

jurìdinės paslaugõs (m dgs)

[jʊ'rʲɪdʲɪnʲe:s paslʲɑʊ'go:s]

lichte industrie (de)

lengvóji prãmonė (m)

[lʲɛng'vo:jɪ 'pra:monʲe:]

tijdschrift (het)

žurnãlas (v)

[ʒʊr'na:lʲas]

postorderbedrijven (mv.)

prekýba pagal̃ katalògą (m)

[prʲɛ'kʲi:ba pa'galʲ kata'lʲoga:]

medicijnen (mv.)

medicinà (m)

[mʲɛdʲɪtsʲɪ'na]

bioscoop (de)

kìno teãtras (v)

['kʲɪnɔ tʲɛ'a:tras]

museum (het)

muziẽjus (v)

[mʊ'zʲɛjʊs]

persbureau (het)

persbureau (het)

informãcijos agentūrà (m)

[ɪnfor'ma:tsʲɪjɔs agʲɛntu:'ra]

krant (de)

laĩkraštis (v)

['lʲʌɪkraʃtʲɪs]

nachtclub (de)

naktìnis klùbas (v)

[nak'tʲɪnʲɪs 'klʲʊbas]

olie (aardolie)

naftà (m)

[naf'ta]

koerierdienst (de)

kùrjerių tarnýba (m)

['kʊrjɛrʲu: tar'nʲi:ba]

geneesmiddelen (mv.)

farmãcija (m)

[far'ma:tsʲɪjɛ]

drukkerij (de)

poligrãfija (m)

[polʲɪ'gra:fʲɪjɛ]

uitgeverij (de)

uitgeverij (de)

leidyklà (m)

[lʲɛɪdʲi:k'la]

radio (de)

rãdijas (v)

['ra:dʲɪjas]

vastgoed (het)

nekilnójamasis tur̃tas (v)

[nʲɛkʲɪlʲ'nojamasʲɪs 'tʊrtas]

restaurant (het)

restorãnas (v)

[rʲɛsto'ra:nas]

bewakingsfirma (de)

saugõs tarnýba (m)

[sɑʊ'go:s tar'nʲi:ba]

sport (de)

spòrtas (v)

['sportas]

handelsbeurs (de)

bìrža (m)

['bʲɪrʒa]

winkel (de)

winkel (de)

parduotùvė (m)

[pardʊɑ'tʊvʲe:]

supermarkt (de)

prekýbos ceñtras (v)

[prʲɛ'kʲi:bos 'tsʲɛntras]

zwembad (het)

baseĩnas (v)

[ba'sʲɛɪnas]

naaiatelier (het)

ateljė̃ (m)

[ate'lʲje:]

televisie (de)

televìzija (m)

[tʲɛlʲɛ'vʲɪzʲɪjɛ]

theater (het)

teãtras (v)

[tʲɛ'a:tras]

handel (de)

prekýba (m)

[prʲɛ'kʲi:ba]

transport (het)

transport (het)

pérvežimai (v dgs)

['pʲɛrvʲɛʒʲɪmʌɪ]

toerisme (het)

turìzmas (v)

[tʊ'rʲɪzmas]

dierenarts (de)

veterinãras (v)

[vʲɛtʲɛrʲɪ'na:ras]

magazijn (het)

sándėlis (v)

['sandʲe:lʲɪs]

afvalinzameling (de)

šiùkšlių išvežìmas (v)

['ʃʲʊkʃlʲu: iʃvʲɛ'ʒʲɪmas]

BAAN. BUSINESS. DEEL 2

83. Show. Tentoonstelling

beurs (de)

parodà (m)

[paro'da]

vakbeurs, handelsbeurs (de)

prekýbos parodà (m)

[prʲɛ'kʲi:bos paro'da]

deelneming (de)

dalyvãvimas (v)

[dalʲi:'va:vʲɪmas] deelnemen (ww)

deelnemen (ww)

dalyváuti

[dalʲi:'vɑʊtʲɪ]

deelnemer (de)

dalỹvis (v)

[da'lʲi:vʲɪs]

directeur (de)

dirèktorius (v)

[dʲɪ'rʲɛktorʲʊs]

organisator (de)

organizãtorius (v)

[organʲɪ'za:torʲʊs]

organiseren (ww)

organizúoti

[organʲɪ'zʊɑtʲɪ]

deelnemingsaanvraag (de)

paraiškà dalyvãvimui (m)

[parʌɪʃ'ka dalʲi:'va:vʲɪmʊi]

invullen (een formulier ~)

užpìldyti

[ʊʒ'pʲɪlʲdʲi:tʲɪ]

details (mv.)

details (mv.)

smùlkmenos (m dgs)

['smʊlʲkmʲɛnos]

informatie (de)

informãcija (m)

[ɪnfor'ma:tsʲɪjɛ]

prijs (de)

káina (m)

['kʌɪna]

inclusief (bijv. ~ BTW)

įskaĩtant

[i:s'kʌɪtant]

inbegrepen (alles ~)

įskaičiúoti

[i:skʌɪ'tʂʲʊɑtʲɪ]

betalen (ww)

mokė́ti

[mo'kʲe:tʲɪ]

registratietarief (het)

registrãcijos mókestis (v)

[rʲɛgʲɪs'tra:tsʲɪjɔs 'mokʲɛstʲɪs]

ingang (de)

ingang (de)

įėjìmas (v)

[i:ʲɛ:'jɪmas]

paviljoen (het), hal (de)

paviljònas (v)

[pavʲɪ'lʲjɔ̀nas]

registreren (ww)

registrúoti

[rʲɛgʲɪs'trʊɑtʲɪ]

badge, kaart (de)

kortẽlė (m)

[kɔr'tʲælʲe:]

beursstand (de)

steñdas (v)

['stʲɛndas]

reserveren (een stand ~)

rezervúoti

[rʲɛzʲɛr'vʊɑtʲɪ]

vitrine (de)

vitrinà (m)

[vʲɪtrʲɪ'na]

licht (het)

licht (het)

šviestùvas (v)

[ʃvʲiɛ'stʊvas]

design (het)

dizáinas (v)

[dʲɪ'zʌɪnas]

plaatsen (ww)

apgyvéndinti, išdė́styti

[apgʲi:'vʲɛndʲɪntʲɪ], [iʃ'dʲe:stʲi:tʲɪ]

geplaatst zijn (ww)

įsikùrti

[i:sʲɪ'kʊrtʲɪ]

distributeur (de)

plãtintojas (v)

['plʲa:tʲɪnto:jɛs]

leverancier (de)

tiekė́jas (v)

[tʲiɛ'kʲe:jas]

leveren (ww)

tiẽkti

['tʲɛktʲɪ]

land (het)

land (het)

šalìs (m)

[ʃa'lʲɪs]

buitenlands (bn)

ùžsienio

['ʊʒsʲiɛnʲɔ]

product (het)

prodùktas (v)

[pro'dʊktas]

associatie (de)

asociãcija (m)

[asotsʲɪ'jatsʲɪjɛ]

conferentiezaal (de)

konfereñcijų sãlė (m)

[kɔnfe'rentsʲɪju: 'sa:lʲe:]

congres (het)

kongrèsas (v)

[kɔn'grʲɛsas]

wedstrijd (de)

konkùrsas (v)

[kɔŋ'kʊrsas]

bezoeker (de)

bezoeker (de)

lankýtojas (v)

[lʲaŋ'kʲi:to:jɛs]

bezoeken (ww)

lankýti

[lʲaŋ'kʲi:tʲɪ]

afnemer (de)

užsakõvas (v)

[ʊʒsa'ko:vas]

84. Wetenschap. Onderzoek. Wetenschappers

wetenschap (de)

mókslas (v)

['mokslʲas]

wetenschappelijk (bn)

mókslinis

['mokslʲɪnʲɪs]

wetenschapper (de)

mókslininkas (v)

['mokslʲɪnʲɪŋkas] theorie (de)

theorie (de)

teòrija (m)

[tʲɛ'orʲɪjɛ]

axioma (het)

aksiomà (m)

[aksʲɪjɔ'ma]

analyse (de)

anãlizė (m)

[a'na:lʲɪzʲe:]

analyseren (ww)

analizúoti

[analʲɪ'zʊɑtʲɪ]

argument (het)

argumeñtas (v)

[argʊ'mʲɛntas]

substantie (de)

mẽdžiaga (m)

['mʲædʒʲæga]

hypothese (de)

hipotèzė (m)

[ɣʲɪpo'tʲɛzʲe:]

dilemma (het)

dilemma (het)

dilemà (m)

[dʲɪlʲɛ'ma]

dissertatie (de)

disertãcija (m)

[dʲɪsʲɛr'ta:tsʲɪjɛ]

dogma (het)

dogmà (m)

[dog'ma]

doctrine (de)

doktrinà (m)

[doktrʲɪ'na]

onderzoek (het)

tyrinė́jimas (v)

[tʲi:rʲɪ'nʲɛjɪmas]

onderzoeken (ww)

tyrinė́ti

[tʲi:rʲɪ'nʲe:tʲɪ]

toetsing (de)

kontròlė (m)

[kɔn'trolʲe:]

laboratorium (het)

laboratorium (het)

laboratòrija (m)

[lʲabora'torʲɪjɛ]

methode (de)

metòdas (v)

[mʲɛ'todas]

molecule (de/het)

molèkulė (m)

[mo'lʲɛkʊlʲe:]

monitoring (de)

monitòringas (v)

[monʲɪ'torʲɪngas]

ontdekking (de)

atradìmas (v)

[atra'dʲɪmas]

postulaat (het)

postulãtas (v)

[postʊ'lʲa:tas]

principe (het)

prìncipas (v)

['prʲɪntsʲɪpas]

voorspelling (de)

voorspelling (de)

prognòzė (m)

[prog'nozʲe:]

een prognose maken

prognozúoti

[progno'zʊɑtʲɪ]

synthese (de)

siñtezė (m)

['sʲɪntezʲe:]

tendentie (de)

tendeñcija (m)

[tʲɛn'dʲɛnʦʲɪjɛ]

theorema (het)

teoremà (m)

[tʲɛorʲɛ'ma]

leerstellingen (mv.)

mókslas (v)

['mokslʲas]

feit (het)

fãktas (v)

['fa:ktas]

expeditie (de)

expeditie (de)

ekspedìcija (m)

[ɛkspʲɛ'dʲɪtsʲɪjɛ]

experiment (het)

eksperimeñtas (v)

[ɛkspʲɛrʲɪ'mʲɛntas]

academicus (de)

akadèmikas (v)

[aka'dʲɛmʲɪkas]

bachelor (bijv. BA, LLB)

bakaláuras (v)

[baka'lʲɑʊras]

doctor (de)

dãktaras (v)

['da:ktaras]

universitair docent (de)

doceñtas (v)

[do'tsʲɛntas]

master, magister (de)

magìstras (v)

[ma'gʲɪstras]

professor (de)

professor (de)

profèsorius (v)

[pro'fʲɛsorʲʊs]

BEROEPEN EN AMBACHTEN

85. Zoeken naar werk. Ontslag

baan (de)

dárbas (v)

['darbas]

werknemers (mv.)

etãtai (dgs)

[ɛ'ta:tʌɪ]

personeel (het)

personãlas (v)

[pʲɛrso'na:las] carrière (de)

carrière (de)

karjerà (m)

[karjɛ'ra]

vooruitzichten (mv.)

perspektyvà (m)

[pʲɛrspʲɛktʲi:'va]

meesterschap (het)

meistriškùmas (v)

[mʲɛɪstrʲɪʃ'kʊmas]

keuze (de)

atrankà (m)

[atraŋ'ka]

uitzendbureau (het)

darbúotojų paieškõs agentūrà (m)

[dar'bʊɑto:ju: paʲiɛʃ'ko:s agʲɛntu:'ra]

CV, curriculum vitae (het)

gyvẽnimo aprãšymas (v)

[gʲi:'vʲænʲɪmɔ ap'ra:ʃʲɪ:mas]

sollicitatiegesprek (het)

pókalbis (v)

['pokalʲbʲɪs]

vacature (de)

vacature (de)

laisvà dárbo vietà (m)

[lʲʌɪs'va 'darbɔ vʲiɛ'ta]

salaris (het)

dárbo ùžmokestis (v)

['darbɔ 'ʊʒmokʲɛstʲɪs]

vaste salaris (het)

algà (m)

[alʲ'ga]

loon (het)

atlýginimas (v)

[at'lʲi:gʲɪnʲɪmas]

betrekking (de)

páreigos (m dgs)

['parʲɛɪgos]

taak, plicht (de)

pareigà (m)

[parʲɛɪ'ga]

takenpakket (het)

sritìs (m)

[srʲɪ'tʲɪs]

bezig (~ zijn)

bezig (~ zijn)

ùžimtas

['ʊʒʲɪmtas]

ontslagen (ww)

atléisti

[at'lʲɛɪstʲɪ]

ontslag (het)

atleidìmas (v)

[atlʲɛɪ'dʲɪmas]

werkloosheid (de)

bedarbỹstė (m)

[bʲɛdar'bʲi:stʲe:]

werkloze (de)

bedar̃bis (v)

[bʲɛ'darbʲɪs]

pensioen (het)

peñsija (m)

['pʲɛnsʲɪjɛ]

met pensioen gaan

išeĩti į̃ peñsiją

[ɪ'ʃɛɪtʲɪ i: 'pʲɛnsʲɪja:]

86. Zakenmensen

directeur (de)

dirèktorius (v)

[dʲɪ'rʲɛktorʲʊs]

beheerder (de)

valdýtojas (v)

[valʲ'dʲi:to:jɛs]

hoofd (het)

vadõvas (v)

[va'do:vas] baas (de)

baas (de)

vir̃šininkas (v)

['vʲɪrʃʲɪnʲɪŋkas]

superieuren (mv.)

vadovýbė (m)

[vado'vʲi:bʲe:]

president (de)

prezideñtas (v)

[prʲɛzʲɪ'dʲɛntas]

voorzitter (de)

pìrmininkas (v)

['pʲɪrmʲɪnʲɪŋkas]

adjunct (de)

pavadúotojas (v)

[pava'dʊɑto:jɛs]

assistent (de)

padėjė́jas (v)

[padʲe:'je:jas]

secretaris (de)

sekretõrius (v)

[sʲɛkrʲɛ'to:rʲʊs]

persoonlijke assistent (de)

persoonlijke assistent (de)

asmenìnis sekretõrius (v)

[asmʲɛ'nʲɪnʲɪs sʲɛkrʲɛ'to:rʲʊs]

zakenman (de)

komersántas (v)

[kɔmʲɛr'santas]

ondernemer (de)

ver̃slininkas (v)

['vʲɛrslʲɪnʲɪŋkas]

oprichter (de)

steigė́jas (v)

[stʲɛɪ'gʲe:jas]

oprichten (een nieuw bedrijf ~)

įsteĩgti

[i:'stʲɛɪktʲɪ]

stichter (de)

steigė́jas (v)

[stʲɛɪ'gʲe:jas]

partner (de)

pártneris (v)

['partnʲɛrʲɪs]

aandeelhouder (de)

aandeelhouder (de)

ãkcininkas (v)

['a:ktsʲɪnʲɪŋkas]

miljonair (de)

milijoniẽrius (v)

[mʲɪlʲɪjɔ'nʲɛrʲʊs]

miljardair (de)

milijardiẽrius (v)

[mʲɪlʲɪjar'dʲɛrʲʊs]

eigenaar (de)

valdýtojas (v)

[valʲ'dʲi:to:jɛs]

landeigenaar (de)

žẽmės saviniñkas (v)

['ʒʲæmʲe:s savʲɪ'nʲɪŋkas]

klant (de)

klieñtas (v)

['klʲiɛntas]

vaste klant (de)

pastovùs klieñtas (v)

[pasto'vʊs klʲi'ɛntas]

koper (de)

koper (de)

pirkė́jas (v)

[pʲɪr'kʲe:jas]

bezoeker (de)

lankýtojas (v)

[lʲaŋ'kʲi:to:jɛs]

professioneel (de)

profesionãlas (v)

[profʲɛsʲɪjɔ'na:lʲas]

expert (de)

ekspèrtas (v)

[ɛks'pʲɛrtas]

specialist (de)

specialìstas (v)

[spʲɛtsʲɪja'lʲɪstas]

bankier (de)

bánkininkas (v)

['baŋkʲɪnʲɪŋkas]

makelaar (de)

bròkeris (v)

['brokʲɛrʲɪs]

kassier (de)

kassier (de)

kãsininkas (v)

['ka:sʲɪnʲɪŋkas]

boekhouder (de)

buhálteris (v)

[bʊ'ɣalʲtʲɛrʲɪs]

bewaker (de)

apsauginiñkas (v)

[apsɑʊgʲɪ'nʲɪŋkas]

investeerder (de)

investúotojas (v)

[ɪnvʲɛs'tʊɑto:jɛs]

schuldenaar (de)

skõlininkas (v)

['sko:lʲɪnʲɪŋkas]

crediteur (de)

kredìtorius (v)

[krʲɛ'dʲɪtorʲʊs]

lener (de)

paskolõs gavė́jas (v)

[pasko'lʲo:s ga'vʲe:jas]

importeur (de)

importeur (de)

importúotojas (v)

[ɪmpor'tʊɑto:jɛs]

exporteur (de)

eksportúotojas (v)

[ɛkspor'tʊɑto:jɛs]

producent (de)

gamìntojas (v)

[ga'mʲɪnto:jɛs]

distributeur (de)

plãtintojas (v)

['plʲa:tʲɪnto:jɛs]

bemiddelaar (de)

tárpininkas (v)

['tarpʲɪnʲɪŋkas]

adviseur, consulent (de)

konsultántas (v)

[kɔnsʊlʲ'tantas]

vertegenwoordiger (de)

atstõvas (v)

[at'sto:vas]

agent (de)

agent (de)

ageñtas (v)

[a'gʲɛntas]

verzekeringsagent (de)

draudìmo ageñtas (v)

[drɑʊ'dʲɪmɔ a'gʲɛntas]

87. Dienstverlenende beroepen

kok (de)

virė́jas (v)

[vʲɪ'rʲe:jas]

chef-kok (de)

vyriáusiasis virė́jas (v)

[vʲi:'rʲæʊsʲæsʲɪs vʲɪ'rʲe:jas]

bakker (de)

kepė́jas (v)

[kʲɛ'pʲe:jas] barman (de)

barman (de)

bármenas (v)

['barmʲɛnas]

kelner, ober (de)

padavė́jas (v)

[pada'vʲe:jas]

serveerster (de)

padavė́ja (m)

[pada'vʲe:ja]

advocaat (de)

advokãtas (v)

[advo'ka:tas]

jurist (de)

jurìstas (v)

[jʊ'rʲɪstas]

notaris (de)

notãras (v)

[no'ta:ras]

elektricien (de)

mònteris (v)

['montʲɛrʲɪs]

loodgieter (de)

loodgieter (de)

santèchnikas (v)

[san'tʲɛxnʲɪkas]

timmerman (de)

dailìdė (v)

[dʌɪ'lʲɪdʲe:]

masseur (de)

masažìstas (v)

[masa'ʒʲɪstas]

masseuse (de)

masažìstė (m)

[masa'ʒʲɪstʲe:]

dokter, arts (de)

gýdytojas (v)

['gʲi:dʲi:to:jɛs]

taxichauffeur (de)

taksìstas (v)

[tak'sʲɪstas]

chauffeur (de)

vairúotojas (v)

[vʌɪ'rʊɑto:jɛs]

koerier (de)

koerier (de)

kùrjeris (v)

['kʊrjɛrʲɪs]

kamermeisje (het)

kambarìnė (m)

[kamba'rʲɪnʲe:]

bewaker (de)

apsauginiñkas (v)

[apsɑʊgʲɪ'nʲɪŋkas]

stewardess (de)

stiuardèsė (m)

[stʲʊar'dʲɛsʲe:]

meester (de)

mókytojas (v)

['mokʲi:to:jɛs]

bibliothecaris (de)

bibliotèkininkas (v)

[bʲɪblʲɪjɔ'tʲɛkʲɪnʲɪŋkas]

vertaler (de)

vertė́jas (v)

[vʲɛr'tʲe:jas]

tolk (de)

tolk (de)

vertė́jas (v)

[vʲɛr'tʲe:jas]

gids (de)

gìdas (v)

['gʲɪdas]

kapper (de)

kirpė́jas (v)

[kʲɪr'pʲe:jas]

postbode (de)

pãštininkas (v)

['pa:ʃtʲɪnʲɪŋkas]

verkoper (de)

pardavė́jas (v)

[parda'vʲe:jas]

tuinman (de)

sõdininkas (v)

['so:dʲɪnʲɪŋkas]

huisbediende (de)

tar̃nas (v)

['tarnas]

dienstmeisje (het)

dienstmeisje (het)

tarnáitė (m)

[tar'nʌɪtʲe:]

schoonmaakster (de)

valýtoja (m)

[va'lʲi:to:jɛ]

88. Militaire beroepen en rangen

soldaat (rang)

eilìnis (v)

[ɛɪ'lʲɪnʲɪs]

sergeant (de)

seržántas (v)

[sʲɛr'ʒantas]

luitenant (de)

leitenántas (v)

[lʲɛɪtʲɛ'nantas] kapitein (de)

kapitein (de)

kapitõnas (v)

[kapʲɪ'to:nas]

majoor (de)

majõras (v)

[ma'jɔ:ras]

kolonel (de)

pul̃kininkas (v)

['pʊlʲ̃kʲɪnʲɪŋkas]

generaal (de)

generõlas (v)

[gʲɛnʲɛ'ro:lʲas]

maarschalk (de)

máršalas (v)

['marʃalʲas]

iraal (de)

irõlas (v)

[ʲɪ'ro:lʲas]

militair (de)

karìškis (v)

[ka'rʲɪʃkʲɪs]

soldaat (de)

soldaat (de)

kareĩvis (v)

[ka'rʲɛɪvʲɪs]

officier (de)

kariniñkas (v)

[karʲɪ'nʲɪŋkas]

commandant (de)

vãdas (v)

['va:das]

grenswachter (de)

pasieniẽtis (v)

[pasʲiɛ'nʲɛtʲɪs]

marconist (de)

radìstas (v)

[ra'dʲɪstas]

verkenner (de)

žval̃gas (v)

['ʒvalʲgas]

sappeur (de)

pioniẽrius (v)

[pʲɪjɔ'nʲɛrʲʊs]

schutter (de)

schutter (de)

šaulỹs (v)

[ʃɑʊ'lʲi:s]

stuurman (de)

štùrmanas (v)

['ʃtʊrmanas]

89. Ambtenaren. Priesters

koning (de)

karãlius (v)

[ka'ra:lʲʊs]

koningin (de)

karalíenė (m)

[kara'lʲiɛnʲe:]

prins (de)

prìncas (v)

['prʲɪntsas] prinses (de)

prinses (de)

princèsė (m)

[prʲɪn'tsʲɛsʲe:]

tsaar (de)

cãras (v)

['tsa:ras]

tsarina (de)

caríenė (m)

[tsa'rʲiɛnʲe:]

president (de)

prezideñtas (v)

[prʲɛzʲɪ'dʲɛntas]

minister (de)

minìstras (v)

[mʲɪ'nʲɪstras]

eerste minister (de)

minìstras pìrmininkas (v)

[mʲɪ'nʲɪstras 'pʲɪrmʲɪnʲɪŋkas]

senator (de)

senãtorius (v)

[sʲɛ'na:torʲʊs]

diplomaat (de)

diplomaat (de)

diplomãtas (v)

[dʲɪplʲo'ma:tas]

consul (de)

kònsulas (v)

['konsʊlʲas]

ambassadeur (de)

ambasãdorius (v)

[amba'sa:dorʲʊs]

adviseur (de)

patarė́jas (v)

[pata'rʲe:jas]

ambtenaar (de)

valdiniñkas (v)

[valʲdʲɪ'nʲɪŋkas]

prefect (de)

prefèktas (v)

[prʲɛ'fʲɛktas]

burgemeester (de)

mèras (v)

['mʲɛras]

rechter (de)

rechter (de)

teisė́jas (v)

[tʲɛɪ'sʲe:jas]

aanklager (de)

prokuròras (v)

[prokʊ'roras]

missionaris (de)

misioniẽrius (v)

[mʲɪsʲɪjɔ'nʲɛrʲʊs]

monnik (de)

vienuõlis (v)

[vʲiɛ'nʊɑlʲɪs]

abt (de)

abãtas (v)

[a'ba:tas]

rabbi, rabbijn (de)

rãbinas (v)

['ra:bʲɪnas]

vizier (de)

vizìris (v)

[vʲɪ'zʲɪrʲɪs]

sjah (de)

sjah (de)

šãchas (v)

['ʃa:xas]

sjeik (de)

šeĩchas (v)

['ʃɛɪxas]

90. Agrarische beroepen

imker (de)

bìtininkas (v)

['bʲɪtʲɪnʲɪŋkas]

herder (de)

piemuõ (v)

[pʲiɛ'mʊɑ]

landbouwkundige (de)

agronòmas (v)

[agro'nomas] veehouder (de)

veehouder (de)

gývulininkas (v)

['gʲi:vʊlʲɪnʲɪŋkas]

dierenarts (de)

veterinãras (v)

[vʲɛtʲɛrʲɪ'na:ras]

landbouwer (de)

fèrmeris (v)

['fʲɛrmʲɛrʲɪs]

wijnmaker (de)

vyndarỹs (v)

[vʲi:nda'rʲi:s]

zoöloog (de)

zoològas (v)

[zoo'lʲogas]

cowboy (de)

kaubòjus (v)

[kɑʊ'bojʊs]

91. Kunst beroepen

acteur (de)

ãktorius (v)

['a:ktorʲʊs]

actrice (de)

ãktorė (m)

['a:ktorʲe:]

zanger (de)

daininiñkas (v)

[dʌɪnʲɪ'nʲɪŋkas] zangeres (de)

zangeres (de)

daininiñkė (m)

[dʌɪnʲɪ'nʲɪŋkʲe:]

danser (de)

šokė́jas (v)

[ʃo'kʲe:jas]

danseres (de)

šokė́ja (m)

[ʃo'kʲe:ja]

artiest (mann.)

artìstas (v)

[ar'tʲɪstas]

artiest (vrouw.)

artìstė (m)

[ar'tʲɪstʲe:]

muzikant (de)

muzikántas (v)

[mʊzʲɪ'kantas]

pianist (de)

pianìstas (v)

[pʲɪja'nʲɪstas]

gitarist (de)

gitarist (de)

gitarìstas (v)

[gʲɪta'rʲɪstas]

orkestdirigent (de)

dirigeñtas (v)

[dʲɪrʲɪ'gʲɛntas]

componist (de)

kompozìtorius (v)

[kɔmpo'zʲɪtorʲʊs]

impresario (de)

impresãrijas (v)

[ɪmprʲɛ'sa:rʲɪjas]

filmregisseur (de)

režisiẽrius (v)

[rʲɛʒʲɪ'sʲɛrʲʊs]

filmproducent (de)

prodiùseris (v)

[pro'dʲʊsʲɛrʲɪs]

scenarioschrijver (de)

scenarìstas (v)

[stsʲɛna'rʲɪstas]

criticus (de)

criticus (de)

krìtikas (v)

['krʲɪtʲɪkas]

schrijver (de)

rašýtojas (v)

[ra'ʃʲɪ:to:jɛs]

dichter (de)

poètas (v)

[po'ɛtas]

beeldhouwer (de)

skùlptorius (v)

['skʊlʲptorʲʊs]

kunstenaar (de)

mẽnininkas (v)

['mʲænʲɪnʲɪŋkas]

jongleur (de)

žongliẽrius (v)

[ʒon'glʲɛrʲʊs]

clown (de)

klòunas (v)

['klʲoʊnas]

acrobaat (de)

acrobaat (de)

akrobãtas (v)

[akro'ba:tas]

goochelaar (de)

fòkusininkas (v)

['fokʊsʲɪnʲɪŋkas]

92. Verschillende beroepen

dokter, arts (de)

gýdytojas (v)

['gʲi:dʲi:to:jɛs]

ziekenzuster (de)

medicìnos sesẽlė (m)

[mʲɛdʲɪ'tsʲɪnos se'sʲælʲe:]

psychiater (de)

psichiãtras (v)

[psʲɪxʲɪ'jatras] tandarts (de)

tandarts (de)

stomatològas (v)

[stomato'lʲogas]

chirurg (de)

chirùrgas (v)

[xʲɪ'rʊrgas]

astronaut (de)

astronáutas (v)

[astro'nɑʊtas]

astronoom (de)

astronòmas (v)

[astro'nomas]

piloot (de)

pilòtas (v)

[pʲɪ'lʲotas]

chauffeur (de)

vairúotojas (v)

[vʌɪ'rʊɑto:jɛs]

machinist (de)

mašinìstas (v)

[maʃʲɪ'nʲɪstas]

mecanicien (de)

mecanicien (de)

mechãnikas (v)

[mʲɛ'xa:nʲɪkas]

mijnwerker (de)

šãchtininkas (v)

['ʃa:xtʲɪnʲɪŋkas]

arbeider (de)

darbiniñkas (v)

[darbʲɪ'nʲɪŋkas]

bankwerker (de)

šáltkalvis (v)

['ʃalʲtkalʲvʲɪs]

houtbewerker (de)

stãlius (v)

['sta:lʲʊs]

draaier (de)

tẽkintojas (v)

['tʲækʲɪnto:jɛs]

bouwvakker (de)

statýbininkas (v)

[sta'tʲi:bʲɪnʲɪŋkas]

lasser (de)

lasser (de)

suvìrintojas (v)

[sʊ'vʲɪrʲɪnto:jɛs]

professor (de)

profèsorius (v)

[pro'fʲɛsorʲʊs]

architect (de)

architèktas (v)

[arxʲɪ'tʲɛktas]

historicus (de)

istòrikas (v)

[ɪs'torʲɪkas]

wetenschapper (de)

mókslininkas (v)

['mokslʲɪnʲɪŋkas]

fysicus (de)

fìzikas (v)

['fʲɪzʲɪkas]

scheikundige (de)

chèmikas (v)

['xʲɛmʲɪkas]

archeoloog (de)

archeoloog (de)

archeològas (v)

[arxʲɛo'lʲogas]

geoloog (de)

geològas (v)

[gʲɛo'lʲogas]

onderzoeker (de)

tyrinė́tojas (v)

[tʲi:rʲɪ'nʲe:to:jɛs]

babysitter (de)

áuklė (m)

['ɑʊklʲe:]

leraar, pedagoog (de)

pedagògas (v)

[pʲɛda'gogas]

redacteur (de)

redãktorius (v)

[rʲɛ'da:ktorʲʊs]

chef-redacteur (de)

vyriáusiasis redãktorius (v)

[vʲi:'rʲæʊsʲæsʲɪs rʲɛ'da:ktorʲʊs]

correspondent (de)

correspondent (de)

korespondeñtas (v)

[kɔrʲɛspon'dʲɛntas]

typiste (de)

mašìnininkė (m)

[ma'ʃʲɪnʲɪnʲɪŋkʲe:]

designer (de)

dizáineris (v)

[dʲɪ'zʌɪnʲɛrʲɪs]

computerexpert (de)

kompiùterių specialìstas (v)

[kɔm'pʲʊtʲɛrʲu: spʲɛtsʲɪja'lʲɪstas]

programmeur (de)

programúotojas (v)

[progra'mʊɑto:jɛs]

ingenieur (de)

inžiniẽrius (v)

[ɪnʒʲɪ'nʲɛrʲʊs]

matroos (de)

jū́rininkas (v)

['ju:rʲɪnʲɪŋkas]

zeeman (de)

zeeman (de)

jūreĩvis (v)

[ju:'rʲɛɪvʲɪs]

redder (de)

gélbėtojas (v)

['gʲælʲbʲe:to:jɛs]

brandweerman (de)

gaĩsrininkas (v)

['gʌɪsrʲɪnʲɪŋkas]

politieagent (de)

polìcininkas (v)

[po'lʲɪtsʲɪnʲɪŋkas]

nachtwaker (de)

sárgas (v)

['sargas]

detective (de)

seklỹs (v)

[sʲɛk'lʲi:s]

douanier (de)

muĩtininkas (v)

['mʊɪtʲɪnʲɪŋkas]

lijfwacht (de)

lijfwacht (de)

asmeñs sargýbinis (v)

[as'mʲɛns sar'gʲi:bʲɪnʲɪs]

gevangenisbewaker (de)

prižiūrė́tojas (v)

[prʲɪʒʲu:'rʲe:to:jɛs]

inspecteur (de)

inspèktorius (v)

[ɪn'spʲɛktorʲʊs]

sportman (de)

spòrtininkas (v)

['sportʲɪnʲɪŋkas]

trainer (de)

trèneris (v)

['trʲɛnʲɛrʲɪs]

slager, beenhouwer (de)

mė̃sininkas (v)

['mʲe:sʲɪnʲɪŋkas]

schoenlapper (de)

batsiuvỹs (v)

[batsʲʊ'vʲi:s]

handelaar (de)

handelaar (de)

komersántas (v)

[kɔmʲɛr'santas]

lader (de)

krovė́jas (v)

[kro'vʲe:jas]

kledingstilist (de)

modeliúotojas (v)

[modʲɛ'lʲʊɑto:jɛs]

model (het)

mòdelis (v)

['modʲɛlʲɪs]

93. Beroepen. Sociale status

scholier (de)

moksleĩvis (v)

[moks'lʲɛɪvʲɪs]

student (de)

studeñtas (v)

[stʊ'dʲɛntas]

filosoof (de)

filosòfas (v)

[fʲɪlʲo'sofas] econoom (de)

econoom (de)

ekonomìstas (v)

[ɛkono'mʲɪstas]

uitvinder (de)

išradė́jas (v)

[ɪʃra'dʲe:jas]

werkloze (de)

bedar̃bis (v)

[bʲɛ'darbʲɪs]

gepensioneerde (de)

peñsininkas (v)

['pʲɛnsʲɪnʲɪŋkas]

spion (de)

šnìpas (v)

['ʃnʲɪpas]

gedetineerde (de)

kalinỹs (v)

[kalʲɪ'nʲi:s]

staker (de)

streìkininkas (v)

['strʲɛʲɪkʲɪnʲɪŋkas]

bureaucraat (de)

bureaucraat (de)

biurokrãtas (v)

[bʲʊro'kra:tas]

reiziger (de)

keliáutojas (v)

[kʲɛ'lʲæʊto:jɛs]

homoseksueel (de)

homoseklualìstas (v)

[ɣomosʲɛklʊa'lʲɪstas]

hacker (computerkraker)

programìšius (v)

[progra'mʲɪʃʲʊs]

hippie (de)

hìpis (v)

['ɣʲɪpʲɪs]

bandiet (de)

bandìtas (v)

[ban'dʲɪtas]

huurmoordenaar (de)

sam̃domas žudìkas (v)

['samdomas ʒʊ'dʲɪkas]

drugsverslaafde (de)

drugsverslaafde (de)

narkomãnas (v)

[narko'ma:nas]

drugshandelaar (de)

narkòtikų prekeĩvis (v)

[nar'kotʲɪku: prʲɛ'kʲɛɪvʲɪs]

prostituee (de)

prostitùtė (m)

[prostʲɪ'tʊtʲe:]

pooier (de)

sutèneris (v)

[sʊ'tʲɛnʲɛrʲɪs]

tovenaar (de)

bùrtininkas (v)

['bʊrtʲɪnʲɪŋkas]

tovenares (de)

bùrtininkė (m)

['bʊrtʲɪnʲɪŋkʲe:]

piraat (de)

pirãtas (v)

[pʲɪ'ra:tas]

slaaf (de)

slaaf (de)

vérgas (v)

['vʲɛrgas]

samoerai (de)

samurãjus (v)

[samʊ'ra:jʊs]

wilde (de)

laukìnis žmogùs (v)

[lʲɑʊ'kʲɪnʲɪs ʒmɔ'gʊs]

ONDERWIJS

94. School

school (de)

mokyklà (m)

[mokʲi:k'lʲa]

schooldirecteur (de)

mokỹklos dirèktorius (v)

[mo'kʲi:klʲos dʲɪ'rʲɛktorʲʊs]

leerling (de)

mokinỹs (v)

[mokʲɪ'nʲi:s] leerlinge (de)

leerlinge (de)

mokinė̃ (m)

[mokʲɪ'nʲe:]

scholier (de)

moksleĩvis (v)

[moks'lʲɛɪvʲɪs]

scholiere (de)

moksleĩvė (m)

[moks'lʲɛɪvʲe:]

leren (lesgeven)

mókyti

['mokʲi:tʲɪ]

studeren (bijv. een taal ~)

mókytis

['mokʲi:tʲɪs]

van buiten leren

mókytis atmintinaĩ

['mokʲi:tʲɪs atmʲɪntʲɪ'nʌɪ]

leren (bijv. ~ tellen)

mókytis

['mokʲi:tʲɪs]

in school zijn (schooljongen zijn)

in school zijn (schooljongen zijn)

mókytis

['mokʲi:tʲɪs]

naar school gaan

eĩti į̃ mokỹklą

['ɛɪtʲɪ i: mo'kʲɪ:klʲa:]

alfabet (het)

abėcė̃lė (m)

[abʲe:'tsʲe:lʲe:]

vak (schoolvak)

dalỹkas (v)

[da'lʲi:kas]

klaslokaal (het)

klãsė (m)

['klʲa:sʲe:]

les (de)

pamokà (m)

[pamo'ka]

pauze (de)

pértrauka (m)

['pʲɛrtrɑʊka]

bel (de)

bel (de)

skambùtis (v)

[skam'bʊtʲɪs]

schooltafel (de)

súolas (v)

['sʊɑlʲas]

schoolbord (het)

lentà (m)

[lʲɛn'ta]

cijfer (het)

pažymỹs (v)

[paʒʲi:'mʲi:s]

goed cijfer (het)

gẽras pažymỹs (v)

['gʲæras paʒʲi:'mʲi:s]

slecht cijfer (het)

prãstas pažymỹs (v)

['pra:stas paʒʲi:'mʲi:s]

een cijfer geven

rašýti pãžymį

[ra'ʃʲɪ:tʲɪ 'pa:ʒʲɪ:mʲɪ:]

fout (de)

fout (de)

klaidà (m)

[klʲʌɪ'da]

fouten maken

darýti klaidàs

[da'rʲi:tʲɪ klʲʌɪ'das]

corrigeren (fouten ~)

taisýti

[tʌɪ'sʲi:tʲɪ]

spiekbriefje (het)

paruoštùkas (v)

[parʊɑ'ʃtʊkas]

huiswerk (het)

namų̃ dárbas (v)

[na'mu: 'darbas]

oefening (de)

pratìmas (v)

[pra'tʲɪmas]

aanwezig zijn (ww)

bū́ti

['bu:tʲɪ]

absent zijn (ww)

absent zijn (ww)

nebū́ti

[nʲɛ'bu:tʲɪ]

school verzuimen

praléisti pãmokas

[pra'lʲɛɪstʲɪ 'pa:mokas]

bestraffen (een stout kind ~)

baũsti

['bɑʊstʲɪ]

bestraffing (de)

bausmė̃ (m)

[bɑʊs'mʲe:]

gedrag (het)

elgesỹs (v)

[ɛlʲgʲɛ'sʲi:s]

cijferlijst (de)

dienýnas (v)

[dʲiɛ'nʲi:nas]

potlood (het)

pieštùkas (v)

[pʲiɛʃ'tʊkas]

gom (de)

gom (de)

trintùkas (v)

[trʲɪn'tʊkas]

krijt (het)

kreidà (m)

[krʲɛɪda]

pennendoos (de)

penãlas (v)

[pʲɛ'nalʲas]

boekentas (de)

pòrtfelis (v)

['portfʲɛlʲɪs]

pen (de)

tušinùkas (v)

[tʊʃʲɪ'nʊkas]

schrift (de)

są́siuvinis (v)

['sa:sʲʊvʲɪnʲɪs]

leerboek (het)

vadovė̃lis (v)

[vado'vʲe:lʲɪs]

er (de)

er (de)

skriestùvas (v)

[skrʲiɛ'stʊvas]

technisch tekenen (ww)

braižýti

[brʌɪ'ʒʲi:tʲɪ]

technische tekening (de)

brėžinỹs (v)

[brʲe:ʒʲɪ'nʲi:s]

gedicht (het)

eilė́raštis (v)

[ɛɪ'lʲe:raʃtʲɪs]

van buiten (bw)

atmintinaĩ

[atmʲɪntʲɪ'nʌɪ]

van buiten leren

mókytis atmintinaĩ

['mokʲi:tʲɪs atmʲɪntʲɪ'nʌɪ]

vakantie (de)

atóstogos (m dgs)

[a'tostogos]

met vakantie zijn

met vakantie zijn

atostogáuti

[atosto'gɑʊtʲɪ]

vakantie doorbrengen

praléisti atóstogas

[pra'lʲɛɪstʲɪ a'tostogas]

toets (schriftelijke ~)

kontròlinis dárbas (v)

[kɔn'trolʲɪnʲɪs 'darbas]

opstel (het)

rašinỹs (v)

[raʃʲɪ'nʲi:s]

dictee (het)

diktántas (v)

[dʲɪk'tantas]

examen (het)

egzãminas (v)

[ɛg'za:mʲɪnas]

examen afleggen

laikýti egzãminus

[lʲʌɪ'kʲi:tʲɪ ɛg'za:mʲɪnʊs]

experiment (het)

experiment (het)

bañdymas (v)

['bandʲi:mas]

95. Hogeschool. Universiteit

academie (de)

akadèmija (m)

[aka'dʲɛmʲɪjɛ]

universiteit (de)

universitètas (v)

[ʊnʲɪvʲɛrsʲɪ'tʲɛtas]

faculteit (de)

fakultètas (v)

[fakʊlʲ'tʲɛtas] student (de)

student (de)

studeñtas (v)

[stʊ'dʲɛntas]

studente (de)

studeñtė (m)

[stʊ'dentʲe:]

leraar (de)

dė́stytojas (v)

['dʲe:stʲi:to:jɛs]

collegezaal (de)

auditòrija (m)

[ɑʊdʲɪ'torʲɪjɛ]

afgestudeerde (de)

absolveñtas (v)

[absolʲ'vʲɛntas]

diploma (het)

diplòmas (v)

[dʲɪp'lʲomas]

dissertatie (de)

disertãcija (m)

[dʲɪsʲɛr'ta:tsʲɪjɛ]

onderzoek (het)

onderzoek (het)

tyrinė́jimas (v)

[tʲi:rʲɪ'nʲɛjɪmas]

laboratorium (het)

laboratòrija (m)

[lʲabora'torʲɪjɛ]

college (het)

paskaità (m)

[paskʌɪ'ta]

medestudent (de)

bendrakursis (v)

[bʲɛndra'kʊrsʲɪs]

studiebeurs (de)

stipeñdija (m)

[stʲɪ'pʲɛndʲɪjɛ]

academische graad (de)

mókslinis láipsnis (v)

['mokslʲɪnʲɪs 'lʌɪpsnʲɪs]

96. Wetenschappen. Disciplines

wiskunde (de)

matemãtika (m)

[matʲɛ'ma:tʲɪka]

algebra (de)

álgebra (m)

['alʲgʲɛbra]

meetkunde (de)

geomètrija (m)

[gʲɛo'mʲɛtrʲɪjɛ] astronomie (de)

astronomie (de)

astronòmija (m)

[astro'nomʲɪjɛ]

biologie (de)

biològija (m)

[bʲɪjɔ'lʲogʲɪjɛ]

geografie (de)

geogrãfija (m)

[gʲɛo'gra:fʲɪjɛ]

geologie (de)

geològija (m)

[gʲɛo'lʲogʲɪjɛ]

geschiedenis (de)

istòrija (m)

[ɪs'torʲɪjɛ]

geneeskunde (de)

medicinà (m)

[mʲɛdʲɪtsʲɪ'na]

pedagogiek (de)

pedagògika (m)

[pʲɛda'gogʲɪka]

rechten (mv.)

rechten (mv.)

téisė (m)

['tʲɛisʲe:]

fysica, natuurkunde (de)

fìzika (m)

['fʲɪzʲɪka]

scheikunde (de)

chèmija (m)

['xʲɛmʲɪjɛ]

filosofie (de)

filosòfija (m)

[fʲɪlʲo'sofʲɪjɛ]

psychologie (de)

psichològija (m)

[psʲɪxo'lʲogʲɪjɛ]

97. Schrift. Spelling

grammatica (de)

gramãtika (m)

[gra'ma:tʲɪka]

vocabulaire (het)

lèksika (m)

['lʲɛksʲɪka]

fonetiek (de)

fonètika (m)

[fo'nʲɛtʲɪka] zelfstandig naamwoord (het)

zelfstandig naamwoord (het)

daiktãvardis (v)

[dʌɪk'ta:vardʲɪs]

bijvoeglijk naamwoord (het)

bū̃dvardis (v)

['bu:dvardʲɪs]

werkwoord (het)

veiksmãžodis (v)

[vʲɛɪks'ma:ʒodʲɪs]

bijwoord (het)

príeveiksmis (v)

['prʲiɛvʲɛɪksmʲɪs]

voornaamwoord (het)

į́vardis (v)

['i:vardʲɪs]

tussenwerpsel (het)

jaustùkas (v)

[jɛʊs'tʊkas]

voorzetsel (het)

príelinksnis (v)

['prʲiɛlʲɪŋksnʲɪs]

stam (de)

stam (de)

žõdžio šaknìs (m)

['ʒo:dʒʲɔ ʃak'nʲɪs]

achtervoegsel (het)

galū́nė (m)

[ga'lʲu:nʲe:]

voorvoegsel (het)

príešdėlis (v)

['prʲiɛʃdʲe:lʲɪs]

lettergreep (de)

skiemuõ (v)

[skʲiɛ'mʊɑ]

achtervoegsel (het)

príesaga (m)

['prʲiɛsaga]

nadruk (de)

kir̃tis (m)

['kʲɪrtʲɪs]

afkappingsteken (het)

apostròfas (v)

[apos'trofas]

punt (de)

punt (de)

tãškas (v)

['ta:ʃkas]

komma (de/het)

kablẽlis (v)

[kab'lʲælʲɪs]

puntkomma (de)

kabliãtaškis (v)

[kab'lʲætaʃkʲɪs]

dubbelpunt (de)

dvìtaškis (v)

['dvʲɪtaʃkʲɪs]

beletselteken (het)

daũgtaškis (v)

['dɑʊktaʃkʲɪs]

vraagteken (het)

klaustùkas (v)

[klʲɑʊ'stʊkas]

uitroepteken (het)

šauktùkas (v)

[ʃɑʊk'tʊkas]

aanhalingstekens (mv.)

aanhalingstekens (mv.)

kabùtės (m dgs)

[ka'bʊtʲe:s]

tussen aanhalingstekens (bw)

kabùtėse

[ka'bʊtʲe:se]

haakjes (mv.)

skliaustẽliai (v dgs)

[sklʲɛʊ'stʲælʲɛɪ]

tussen haakjes (bw)

skliaustẽliuose

[sklʲɛʊ'stʲælʲʊosʲɛ]

streepje (het)

defisas (v)

[dʲɛ'fʲɪsas]

gedachtestreepje (het)

brūkšnỹs (v)

[bru:kʃ'nʲi:s]

spatie (~ tussen twee woorden)

tárpas (v)

['tarpas]

letter (de)

letter (de)

raĩdė (m)

['rʌɪdʲe:]

hoofdletter (de)

didžióji raĩdė (m)

[dʲɪ'dʒʲo:jɪ 'rʌɪdʲe:]

klinker (de)

bal̃sis (v)

['balʲsʲɪs]

medeklinker (de)

príebalsis (v)

['prʲiɛbalʲsʲɪs]

zin (de)

sakinỹs (v)

[sakʲɪ'nʲi:s]

onderwerp (het)

veiksnỹs (v)

[vʲɛɪks'nʲi:s]

gezegde (het)

tarinỹs (v)

[tarʲɪ'nʲi:s]

regel (in een tekst)

regel (in een tekst)

eilùtė (m)

[ɛɪ'lʲʊtʲe:]

op een nieuwe regel (bw)

ìš naujõs eilùtės

[ɪʃ 'nɑʊjɔ:s ɛɪ'lʲʊtʲe:s]

alinea (de)

pastráipa (m)

[past'rʌɪpa]

woord (het)

žõdis (v)

['ʒo:dʲɪs]

woordgroep (de)

žõdžių junginỹs (v)

['ʒo:dʒʲu: jʊngʲɪ'nʲi:s]

uitdrukking (de)

išsireiškìmas (v)

[ɪʃsʲɪrʲɛɪʃ'kʲɪmas]

synoniem (het)

sinonìmas (v)

[sʲɪno'nʲɪmas]

antoniem (het)

antoniem (het)

antonìmas (v)

[anto'nʲɪmas]

regel (de)

taisỹklė (m)

[tʌɪ'sʲi:klʲe:]

uitzondering (de)

išimtìs (m)

[ɪʃʲɪm'tʲɪs]

correct (bijv. ~e spelling)

teisìngas

[tʲɛɪ'sʲɪngas]

vervoeging, conjugatie (de)

asmenuõtė (m)

[asme'nʊɑtʲe:]

verbuiging, declinatie (de)

linksniuõtė (m)

[lʲɪŋks'nʲʊo:tʲe:]

naamval (de)

liñksnis (v)

['lʲɪŋksnʲɪs]

vraag (de)

vraag (de)

kláusimas (v)

['klʲɑʊsʲɪmas]

onderstrepen (ww)

pabraũkti

[pa'brɑʊktʲɪ]

stippellijn (de)

punktỹras (v)

[pʊŋk'tʲi:ras]

98. Vreemde talen

taal (de)

kalbà (m)

[kalʲ'ba]

vreemd (bn)

ùžsienio

['ʊʒsʲiɛnʲɔ]

vreemde taal (de)

ùžsienio kalbà (m)

['ʊʒsʲiɛnʲɔ kalʲba] leren (bijv. van buiten ~)

leren (bijv. van buiten ~)

studijúoti

[stʊdʲɪ'jʊɑtʲɪ]

studeren (Nederlands ~)

mókytis

['mokʲi:tʲɪs]

lezen (ww)

skaitýti

[skʌɪ'tʲi:tʲɪ]

spreken (ww)

kalbė́ti

[kalʲ'bʲe:tʲɪ]

begrijpen (ww)

supràsti

[sʊp'rastʲɪ]

schrijven (ww)

rašýti

[ra'ʃʲɪ:tʲɪ]

snel (bw)

greĩtai

['grʲɛɪtʌɪ]

langzaam (bw)

langzaam (bw)

lėtaĩ

[lʲe:'tʌɪ]

vloeiend (bw)

laisvaĩ

[lʲʌɪs'vʌɪ]

regels (mv.)

taisỹklės (m dgs)

[tʌɪ'sʲi:klʲe:s]

grammatica (de)

gramãtika (m)

[gra'ma:tʲɪka]

vocabulaire (het)

lèksika (m)

['lʲɛksʲɪka]

fonetiek (de)

fonètika (m)

[fo'nʲɛtʲɪka]

leerboek (het)

vadovė̃lis (v)

[vado'vʲe:lʲɪs]

woordenboek (het)

woordenboek (het)

žodýnas (v)

[ʒo'dʲi:nas]

leerboek (het) voor zelfstudie

savìmokos vadovė̃lis (v)

[sa'vʲɪmokos vado'vʲe:lʲɪs]

taalgids (de)

pasikalbė́jimų knygẽlė (m)

[pasʲɪkalʲ'bʲɛjɪmu: knʲi:'gʲælʲe:]

cassette (de)

kasètė (m)

[ka'sʲɛtʲe:]

videocassette (de)

vaizdãjuostė (m)

[vʌɪz'da:jʊɑstʲe:]

CD (de)

kompãktinis dìskas (v)

[kɔm'pa:ktʲɪnʲɪs 'dʲɪskas]

DVD (de)

DVD diskàs (v)

[dʲɪvʲɪ'dʲɪ dʲɪs'kas]

alfabet (het)

alfabet (het)

abėcė̃lė (m)

[abʲe:'tsʲe:lʲe:]

spellen (ww)

sakýti paraidžiuĩ

[sa'kʲi:tʲɪ parʌɪ'dʒʲʊɪ]

uitspraak (de)

tarìmas (v)

[ta'rʲɪmas]

accent (het)

akceñtas (v)

[ak'tsʲɛntas]

met een accent (bw)

sù akcentù

['sʊ aktsʲɛn'tʊ]

zonder accent (bw)

bè akceñto

['bʲɛ ak'tsʲɛntɔ]

woord (het)

žõdis (v)

['ʒo:dʲɪs]

betekenis (de)

betekenis (de)

prasmė̃ (m)

[pras'mʲe:]

cursus (de)

kùrsai (v dgs)

['kʊrsʌɪ]

zich inschrijven (ww)

užsirašýti

[ʊʒsʲɪra'ʃʲɪ:tʲɪ]

leraar (de)

dė́stytojas (v)

['dʲe:stʲi:to:jɛs]

vertaling (een ~ maken)

vertìmas (v)

[vʲɛr'tʲɪmas]

vertaling (tekst)

vertìmas (v)

[vʲɛr'tʲɪmas]

vertaler (de)

vertė́jas (v)

[vʲɛr'tʲe:jas]

tolk (de)

tolk (de)

vertė́jas (v)

[vʲɛr'tʲe:jas]

polyglot (de)

poliglòtas (v)

[polʲɪ'glotas]

geheugen (het)

atmintìs (m)

[atmʲɪn'tʲɪs]

RUSTEN. ENTERTAINMENT. REIZEN

99. Trip. Reizen

toerisme (het)

turìzmas (v)

[tʊ'rʲɪzmas]

toerist (de)

turìstas (v)

[tʊ'rʲɪstas]

reis (de)

keliõnė (m)

[kʲɛ'lʲo:nʲe:] avontuur (het)

avontuur (het)

núotykis (v)

['nʊɑtʲi:kʲɪs]

tocht (de)

ìšvyka (m)

['ɪʃvʲi:ka]

vakantie (de)

atóstogos (m dgs)

[a'tostogos]

met vakantie zijn

atostogáuti

[atosto'gɑʊtʲɪ]

rust (de)

póilsis (v)

['poɪlʲsʲɪs]

trein (de)

traukinỹs (v)

[trɑʊkʲɪ'nʲi:s]

met de trein

tráukiniu

['trɑʊkʲɪnʲʊ]

vliegtuig (het)

vliegtuig (het)

lėktùvas (v)

[lʲe:k'tʊvas]

met het vliegtuig

lėktuvù

[lʲe:ktʊ'vʊ]

met de auto

automobiliù

[ɑʊtomobʲɪ'lʲʊ]

per schip (bw)

laivù

[lʲʌɪ'vʊ]

bagage (de)

bagãžas (v)

[ba'ga:ʒas]

valies (de)

lagamìnas (v)

[lʲaga'mʲɪnas]

bagagekarretje (het)

bagãžo vežimė̃lis (v)

[ba'ga:ʒɔ veʒʲɪ'mʲe:lʲɪs]

paspoort (het)

paspoort (het)

pãsas (v)

['pa:sas]

visum (het)

vizà (m)

[vʲɪ'za]

kaartje (het)

bìlietas (v)

['bʲɪlʲiɛtas]

vliegticket (het)

lėktùvo bìlietas (v)

[lʲe:k'tʊvɔ 'bʲɪlʲiɛtas]

reisgids (de)

vadõvas (v)

[va'do:vas]

kaart (de)

žemė́lapis (v)

[ʒe'mʲe:lʲapʲɪs]

gebied (landelijk ~)

vietóvė (m)

[vʲiɛ'tovʲe:]

plaats (de)

plaats (de)

vietà (m)

[vʲiɛ'ta]

exotische bestemming (de)

egzòtika (m)

[ɛg'zotʲɪka]

exotisch (bn)

egzòtinis

[ɛg'zotʲɪnʲɪs]

verwonderlijk (bn)

nuostabùs

[nʊɑsta'bʊs]

groep (de)

grùpė (m)

['grʊpʲe:]

rondleiding (de)

ekskùrsija (m)

[ɛks'kʊrsʲɪjɛ]

gids (de)

ekskùrsijos vadõvas (v)

[ɛks'kʊrsʲɪjɔs va'do:vas]

100. Hotel

motel (het)

motèlis (v)

[mo'tʲɛlʲɪs]

³-sterren

³ žvaigždùtės

['trʲɪs ʒvʌɪgʒ'dʊtʲe:s]

⁵-sterren

⁵ žvaigždùtės

['penʲkʲos ʒvʌɪgʒ'dʊtʲe:s] overnachten (ww)

overnachten (ww)

apsistóti

[apsʲɪs'totʲɪ]

kamer (de)

kambarỹs (v)

[kamba'rʲi:s]

eenpersoonskamer (de)

vienviẽtis kambarỹs (v)

['vʲiɛn'vʲɛtʲɪs kamba'rʲi:s]

tweepersoonskamer (de)

dviviẽtis kambarỹs (v)

[dvʲɪ'vʲɛtʲɪs kamba'rʲi:s]

een kamer reserveren

rezervúoti kam̃barį

[rʲɛzʲɛr'vʊɑtʲɪ 'kambarʲɪ:]

halfpension (het)

pusiáu pensiònas (v)

[pʊsʲæʊ pʲɛnsʲɪ'jɔnas]

volpension (het)

pensiònas (v)

[pʲɛnsʲɪ'jɔnas]

met badkamer

met badkamer

sù vonià

['sʊ vo'nʲæ]

met douche

sù dušù

['sʊ dʊ'ʃʊ]

satelliet-tv (de)

palydõvinė televìzija (m)

[palʲi:'do:vʲɪnʲe: tʲɛlʲɛ'vʲɪzʲɪjɛ]

airconditioner (de)

kondicioniẽrius (v)

[kɔndʲɪtsʲɪjɔ'nʲɛrʲʊs]

handdoek (de)

rañkšluostis (v)

['raŋkʃlʲʊɑstʲɪs]

sleutel (de)

rãktas (v)

['ra:ktas]

istrateur (de)

istrãtorius (v)

[ʲɪnʲɪs'tra:torʲʊs]

kamermeisje (het)

kamermeisje (het)

kambarìnė (m)

[kamba'rʲɪnʲe:]

piccolo (de)

nešìkas (v)

[nʲɛ'ʃʲɪkas]

portier (de)

registrãtorius (v)

[rʲɛgʲɪs'tra:torʲʊs]

restaurant (het)

restorãnas (v)

[rʲɛsto'ra:nas]

bar (de)

bãras (v)

['ba:ras]

ontbijt (het)

pùsryčiai (v dgs)

['pʊsrʲi:tʂʲɛɪ]

avondeten (het)

vakariẽnė (m)

[vaka'rʲɛnʲe:]

buffet (het)

buffet (het)

švèdiškas stãlas (v)

['ʃvʲɛdʲɪʃkas 'sta:lʲas]

hal (de)

vestibiùlis (v)

[vʲɛstʲɪ'bʲʊlʲɪs]

lift (de)

lìftas (v)

['lʲɪftas]

NIET STOREN

NETRUKDÝTI

[nʲɛtrʊk'dʲi:tʲɪ]

VERBODEN TE ROKEN!

NERŪKÝTI!

[nʲɛru:'kʲi:tʲɪ]

TECHNISCHE APPARATUUR. VERVOER

TECHNISCHE APPARATUUR

101. Computer

computer (de)

kompiùteris (v)

[kɔm'pʲʊtʲɛrʲɪs]

laptop (de)

nešiójamasis kompiùteris (v)

[nʲɛ'ʃʲojamasʲɪs kom'pʲʊtʲɛrʲɪs]

aanzetten (ww)

įjùngti

[i:'jʊŋktʲɪ] uitzetten (ww)

uitzetten (ww)

išjùngti

[ɪ'ʃjʊŋktʲɪ]

toetsenbord (het)

klaviatūrà (m)

[klʲavʲætu:'ra]

toets (enter~)

klavìšas (v)

[klʲa'vʲɪʃas]

muis (de)

pelė̃ (m)

[pʲɛ'lʲe:]

muismat (de)

kilimė̃lis (v)

[kʲɪlʲɪ'mʲe:lʲɪs]

knopje (het)

mygtùkas (v)

[mʲi:k'tʊkas]

cursor (de)

žymẽklis (v)

[ʒʲi:'mʲæklʲɪs]

monitor (de)

monitor (de)

monìtorius (v)

[mo'nʲɪtorʲʊs]

scherm (het)

ekrãnas (v)

[ɛk'ra:nas]

harde schijf (de)

kietàsis dìskas (v)

[kʲiɛ'tasʲɪs 'dʲɪskas]

volume (het) van de harde schijf

kíetojo dìsko talpà (m)

['kʲiɛtojɔ 'dʲɪskɔ talʲ'pa]

geheugen (het)

atmintìs (m)

[atmʲɪn'tʲɪs]

RAM-geheugen (het)

operatyvióji atmintìs (m)

[opʲɛratʲi:'vʲo:jɪ atmʲɪn'tʲɪs]

bestand (het)

fáilas (v)

['fʌɪlʲas]

folder (de)

folder (de)

ãplankas (v)

['a:plʲaŋkas]

openen (ww)

atidarýti

[atʲɪda'rʲi:tʲɪ]

sluiten (ww)

uždarýti

[ʊʒda'rʲi:tʲɪ]

opslaan (ww)

išsáugoti

[ɪʃ'sɑʊgotʲɪ]

verwijderen (wissen)

ištrìnti

[ɪʃ'trʲɪntʲɪ]

kopiëren (ww)

nukopijúoti

[nʊkopʲɪ'jʊɑtʲɪ]

sorteren (ww)

rūšiúoti

[ru:'ʃʲʊɑtʲɪ]

overplaatsen (ww)

overplaatsen (ww)

pérrašyti

['pʲɛrraʃʲɪ:tʲɪ]

programma (het)

programà (m)

[progra'ma]

software (de)

progrãminė į́ranga (m)

[pro'gra:mʲɪnʲe: 'i:ranga]

programmeur (de)

programúotojas (v)

[progra'mʊɑto:jɛs]

programmeren (ww)

programúoti

[progra'mʊɑtʲɪ]

hacker (computerkraker)

programìšius (v)

[progra'mʲɪʃʲʊs]

wachtwoord (het)

slaptãžodis (v)

[slʲap'ta:ʒodʲɪs]

virus (het)

virus (het)

vìrusas (v)

['vʲɪrʊsas]

ontdekken (virus ~)

aptìkti

[ap'tʲɪktʲɪ]

byte (de)

báitas (v)

['bʌɪtas]

megabyte (de)

megabáitas (v)

[mʲɛga'bʌɪtas]

data (de)

dúomenys (v dgs)

['dʊɑmʲɛnʲi:s]

databank (de)

duomenų̃ bãzė (m)

[dʊɑme'nu: 'ba:zʲe:]

kabel (USB-~, enz.)

laĩdas (v)

['lʲʌɪdas]

afsluiten (ww)

afsluiten (ww)

prijùngti

[prʲɪ'jʊŋktʲɪ]

aansluiten op (ww)

atjùngti

[a'tjʊŋktʲɪ]

102. Internet. E-mail

internet (het)

internètas (v)

[ɪntʲɛr'nʲɛtas]

browser (de)

naršỹklė (m)

[nar'ʃʲɪ:klʲe:]

zoekmachine (de)

paieškõs sistemà (m)

[paʲiɛʃ'ko:s sʲɪstʲɛ'ma] internetprovider (de)

internetprovider (de)

tiekė́jas (v)

[tʲiɛ'kʲe:jas]

(de)

svetaĩnių kūrė́jas (v)

[sve'tʌɪnʲu: ku:'rʲe:jas]

website (de)

svetaĩnė (m)

[sve'tʌɪnʲe:]

webpagina (de)

tinklãlapis (v)

[tʲɪŋk'lʲa:lʲapʲɪs]

adres (het)

ãdresas (v)

['a:drʲɛsas]

adresboek (het)

adresų̃ knygà (m)

[adrʲɛ'su: knʲi:'ga]

postvak (het)

pãšto dėžùtė (m)

['pa:ʃtɔ dʲe:'ʒʊtʲe:]

post (de)

post (de)

korespondeñcija (m)

[kɔrʲɛspon'dʲɛntsʲɪjɛ]

vol (~ postvak)

pérpildytas

['pʲɛrpʲɪlʲdʲi:tas]

bericht (het)

pranešìmas (v)

[pranʲɛ'ʃʲɪmas]

binnenkomende berichten (mv.)

įeĩnantys pranešìmai (v dgs)

[i:'ɛɪnantʲɪ:s pranʲɛ'ʃʲɪ:mʌɪ]

uitgaande berichten (mv.)

išeĩnantys pranešìmai (v dgs)

[ɪ'ʃɛɪnantʲi:s pranʲɛ'ʃʲɪmʌɪ]

verzender (de)

siuntė́jas (v)

[sʲʊn'tʲe:jas]

verzenden (ww)

išsių̃sti

[ɪʃ'sʲu:stʲɪ]

verzending (de)

verzending (de)

išsiuntìmas (v)

[ɪʃsʲʊn'tʲɪmas]

ontvanger (de)

gavė́jas (v)

[ga'vʲe:jas]

ontvangen (ww)

gáuti

['gɑʊtʲɪ]

correspondentie (de)

susirašinė́jimas (v)

[sʊsʲɪraʃʲɪ'nʲɛjɪmas]

corresponderen (met …)

susirašinė́ti

[sʊsʲɪraʃʲɪ'nʲe:tʲɪ]

bestand (het)

fáilas (v)

['fʌɪlʲas]

en (ww)

parsisių̃sti

[parsʲɪ'sʲu:stʲɪ]

creëren (ww)

creëren (ww)

sukùrti

[sʊ'kʊrtʲɪ]

verwijderen (een bestand ~)

ištrìnti

[ɪʃ'trʲɪntʲɪ]

verwijderd (bn)

ištrìntas

[ɪʃ'trʲɪntas]

verbinding (de)

ryšỹs (v)

[rʲi:'ʃʲɪ:s]

snelheid (de)

greĩtis (v)

['grʲɛɪtʲɪs]

modem (de)

modèmas (v)

[mo'dʲɛmas]

toegang (de)

prìeiga (m)

['prʲɪʲɛɪga]

poort (de)

poort (de)

príevadas (v)

['prʲiɛvadas]

aansluiting (de)

pajungìmas (v)

[pajʊn'gʲɪmas]

zich aansluiten (ww)

prisijùngti

[prʲɪsʲɪ'jʊŋktʲɪ]

selecteren (ww)

pasiriñkti

[pasʲɪ'rʲɪŋktʲɪ]

zoeken (ww)

ieškóti

[ɪɛʃ'kotʲɪ]

103. Elektriciteit

elektriciteit (de)

elektrà (m)

[ɛlʲɛkt'ra]

elektrisch (bn)

elektrìnis

[ɛlʲɛk'trʲɪnʲɪs]

elektriciteitscentrale (de)

elèktros stotìs (m)

[ɛ'lʲɛktros sto'tʲɪs] energie (de)

energie (de)

enèrgija (m)

[ɛ'nʲɛrgʲɪjɛ]

elektrisch vermogen (het)

elèktros enèrgija (m)

[ɛ'lʲɛktros ɛ'nʲɛrgʲɪjɛ]

lamp (de)

lempùtė (m)

[lʲɛm'pʊtʲe:]

zaklamp (de)

žibintùvas (v)

[ʒʲɪbʲɪn'tʊvas]

straatlantaarn (de)

žibiñtas (v)

[ʒʲɪ'bʲɪntas]

licht (elektriciteit)

šviesà (m)

[ʃvʲiɛ'sa]

aandoen (ww)

įjùngti

[i:'jʊŋktʲɪ]

uitdoen (ww)

uitdoen (ww)

išjùngti

[ɪ'ʃjʊŋktʲɪ]

het licht uitdoen

užgesìnti šviẽsą

[ʊʒgʲɛ'sʲɪntʲɪ 'ʃvʲɛsa:]

doorbranden (gloeilamp)

pérdegti

['pʲɛrdʲɛktʲɪ]

kortsluiting (de)

trumpàsis jungìmas (v)

[trʊm'pasʲɪs jʊn'gʲɪmas]

onderbreking (de)

trūkìmas (v)

[tru:'kʲɪmas]

(het)

kontãktas (v)

[kɔn'ta:ktas]

schakelaar (de)

jungìklis (v)

[jʊn'gʲɪklʲɪs]

stop (het)

stop (het)

šakùtės lìzdas (v)

[ʃa'kʊtʲe:s 'lʲɪzdas]

stekker (de)

šakùtė (m)

[ʃa'kʊtʲe:]

verlengsnoer (de)

ilgintùvas (v)

[ɪlʲgʲɪn'tʊvas]

zekering (de)

saugìklis (v)

[sɑʊ'gʲɪklʲɪs]

kabel (de)

laĩdas (v)

['lʲʌɪdas]

bedrading (de)

instaliãcija (m)

[ɪnsta'lʲætsʲɪjɛ]

ampère (de)

ampèras (v)

[am'pʲɛras]

stroomsterkte (de)

stroomsterkte (de)

srovė̃s stìpris (v)

[sro'vʲe:s 'stʲɪprʲɪs]

volt (de)

vòltas (v)

['volʲtas]

spanning (de)

į́tampa (m)

['i:tampa]

elektrisch toestel (het)

elèktros príetaisas (v)

[ɛ'lʲɛktros 'prʲiɛtʌɪsas]

indicator (de)

indikãtorius (v)

[ɪndʲɪ'ka:torʲʊs]

elektricien (de)

elèktrikas (v)

[ɛ'lʲɛktrʲɪkas]

solderen (ww)

lituõti

[lʲɪ'tʊɑtʲɪ]

soldeerbout (de)

soldeerbout (de)

lituõklis (v)

[lʲɪ'tʊɑklʲɪs]

stroom (de)

srovė̃ (m)

[sro'vʲe:]

104. Gereedschappen

werktuig (stuk gereedschap)

į́rankis (v)

['i:raŋkʲɪs]

gereedschap (het)

į́rankiai (v dgs)

['i:raŋkʲɛɪ]

uitrusting (de)

į́ranga (m)

['i:ranga] hamer (de)

hamer (de)

plaktùkas (v)

[plʲak'tʊkas]

schroevendraaier (de)

atsuktùvas (v)

[atsʊk'tʊvas]

bijl (de)

kir̃vis (v)

['kʲɪrvʲɪs]

zaag (de)

pjū́klas (v)

['pju:klʲas]

zagen (ww)

pjáuti

['pjɑʊtʲɪ]

schaaf (de)

õblius (v)

['o:blʲʊs]

schaven (ww)

obliúoti

[ob'lʲʊɑtʲɪ]

soldeerbout (de)

soldeerbout (de)

lituõklis (v)

[lʲɪ'tʊɑklʲɪs]

solderen (ww)

lituõti

[lʲɪ'tʊɑtʲɪ]

vijl (de)

dìldė (m)

['dʲɪlʲdʲe:]

nijptang (de)

rẽplės (m dgs)

['rʲæplʲe:s]

combinatietang (de)

plókščiosios rẽplės (m dgs)

['plokʃtʂʲosʲos 'rʲæplʲe:s]

beitel (de)

káltas (v)

['kalʲtas]

boorkop (de)

grą̃žtas (v)

['gra:ʒtas]

boormachine (de)

boormachine (de)

gręžtùvas (v)

[grʲɛ:ʒ'tʊvas]

boren (ww)

grę̃žti

['grʲɛ:ʒtʲɪ]

mes (het)

peĩlis (v)

['pʲɛɪlʲɪs]

lemmet (het)

ãšmenys (v dgs)

['a:ʃmʲɛnʲi:s]

scherp (bijv. ~ mes)

aštrùs

[aʃt'rʊs]

bot (bn)

bùkas

['bʊkas]

bot raken (ww)

atbùkti

[at'bʊktʲɪ]

slijpen (een mes ~)

slijpen (een mes ~)

galą́sti

[ga'lʲa:stʲɪ]

bout (de)

var̃žtas (v)

['varʒtas]

moer (de)

veržlė̃ (m)

[vʲɛrʒ'lʲe:]

schroefdraad (de)

sriẽgis (v)

['srʲɛgʲɪs]

houtschroef (de)

sráigtas (v)

['srʌɪktas]

nagel (de)

vinìs (m)

[vʲɪ'nʲɪs]

kop (de)

galvùtė (m)

[galʲ'vʊtʲe:]

liniaal (de/het)

liniaal (de/het)

liniuõtė (m)

[lʲɪ'nʲʊo:tʲe:]

rolmeter (de)

rulètė (m)

[rʊ'lʲɛtʲe:]

waterpas (de/het)

gulsčiùkas (v)

[gʊlʲs'tʂʲʊkas]

loep (de)

lùpa (m)

['lʲʊpa]

meetinstrument (het)

matãvimo príetaisas (v)

[ma'ta:vʲɪmɔ 'prʲiɛtʌɪsas]

opmeten (ww)

matúoti

[ma'tʊɑtʲɪ]

schaal (meetschaal)

skãlė (m)

['ska:lʲe:]

gegevens (mv.)

gegevens (mv.)

rodmuõ (v)

[rod'mʊɑ]

compressor (de)

komprèsorius (v)

[kɔm'prʲɛsorʲʊs]

microscoop (de)

mikroskòpas (v)

[mʲɪkro'skopas]

pomp (de)

siurblỹs (v)

[sʲʊr'blʲi:s]

robot (de)

ròbotas (v)

['robotas]

laser (de)

lãzeris (v)

['lʲa:zʲɛrʲɪs]

moersleutel (de)

veržlių̃ rãktas (v)

[vʲɛrʒ'lʲu: 'ra:ktas]

plakband (de)

plakband (de)

lipnì júosta (m)

[lʲɪp'nʲɪ 'jʊɑsta]

lijm (de)

klijaĩ (v dgs)

[klʲɪ'jʌɪ]

schuurpapier (het)

švìtrinis põpierius (v)

['ʃvʲɪtrʲɪnʲɪs 'po:pʲiɛrʲʊs]

veer (de)

spyruõklė (m)

[spʲi:'rʊɑklʲe:]

magneet (de)

magnètas (v)

[mag'nʲɛtas]

handschoenen (mv.)

pir̃štinės (m dgs)

['pʲɪrʃtʲɪnʲe:s]

touw (bijv. henneptouw)

vir̃vė (m)

['vʲɪrvʲe:]

snoer (het)

snoer (het)

virvẽlė (m)

[vʲɪr'vʲælʲe:]

draad (de)

laĩdas (v)

['lʲʌɪdas]

kabel (de)

kãbelis (v)

['kabʲɛlʲɪs]

moker (de)

kū́jis (v)

['ku:jis]

breekijzer (het)

laužtùvas (v)

[lʲɑʊʒ'tʊvas]

ladder (de)

kópėčios (m dgs)

['kopʲe:tʂʲos]

trapje (inklapbaar ~)

kilnójamosios kópėčios (m dgs)

[kʲɪlʲ'nojamosʲos 'kopʲe:tʂʲos]

aanschroeven (ww)

aanschroeven (ww)

užsùkti

[ʊʒ'sʊktʲɪ]

losschroeven (ww)

atsùkti

[at'sʊktʲɪ]

dichtpersen (ww)

užspáusti

[ʊʒs'pɑʊstʲɪ]

vastlijmen (ww)

priklijúoti

[prʲɪklʲɪ'jʊɑtʲɪ]

snijden (ww)

pjáuti

['pjɑʊtʲɪ]

defect (het)

gedìmas (v)

[gʲɛ'dʲɪmas]

reparatie (de)

taĩsymas (v)

['tʌɪsʲi:mas]

repareren (ww)

repareren (ww)

taisýti

[tʌɪ'sʲi:tʲɪ]

regelen (een machine ~)

reguliúoti

[rʲɛgʊ'lʲʊɑtʲɪ]

nakijken (ww)

tìkrinti

['tʲɪkrʲɪntʲɪ]

controle (de)

patìkrinimas (v)

[pa'tʲɪkrʲɪnʲɪmas]

gegevens (mv.)

rodmuõ (v)

[rod'mʊɑ]

degelijk (bijv. ~ machine)

pàtikimas

['patʲɪkʲɪmas]

ingewikkeld (bn)

sudėtìngas

[sʊdʲe:'tʲɪngas]

roesten (ww)

roesten (ww)

rūdýti

[ru:'dʲi:tʲɪ]

roestig (bn)

surūdìjęs

[sʊru:'dʲɪjɛ:s]

roest (de/het)

rū̃dys (m dgs)

['ru:dʲi:s]

VERVOER

105. Vliegtuig

vliegtuig (het)

lėktùvas (v)

[lʲe:k'tʊvas]

vliegticket (het)

lėktùvo bìlietas (v)

[lʲe:k'tʊvɔ 'bʲɪlʲiɛtas]

luchtvaartmaatschappij (de)

aviakompãnija (m)

[avʲækom'pa:nʲɪjɛ] luchthaven (de)

luchthaven (de)

óro úostas (v)

['orɔ ˈʊɑstas]

supersonisch (bn)

viršgarsìnis

[vʲɪrʃgar'sʲɪnʲɪs]

gezagvoerder (de)

órlaivio kapitõnas (v)

['orlʲʌɪvʲɔ kapʲɪ'to:nas]

bemanning (de)

ekipãžas (v)

[ɛkʲɪ'pa:ʒas]

piloot (de)

pilòtas (v)

[pʲɪ'lʲotas]

stewardess (de)

stiuardèsė (m)

[stʲʊar'dʲɛsʲe:]

stuurman (de)

štùrmanas (v)

['ʃtʊrmanas]

vleugels (mv.)

vleugels (mv.)

sparnaĩ (v dgs)

[spar'nʌɪ]

staart (de)

gãlas (v)

['ga:lʲas]

cabine (de)

kabinà (m)

[kabʲɪ'na]

motor (de)

varìklis (v)

[va'rʲɪklʲɪs]

landingsgestel (het)

važiuõklė (m)

[vaʒʲʊ'o:klʲe:]

turbine (de)

turbinà (m)

[tʊrbʲɪ'na]

propeller (de)

propèleris (v)

[pro'pʲɛlʲɛrʲɪs]

zwarte doos (de)

zwarte doos (de)

juodà dėžė̃ (m)

[jʊɑ'da dʲe:ʒʲe:]

stuur (het)

vairãratis (v)

[vʌɪ'ra:ratʲɪs]

brandstof (de)

degalaĩ (v dgs)

[dʲɛga'lʲʌɪ]

veiligheidskaart (de)

instrùkcija (m)

[ɪns'trʊktsʲɪjɛ]

zuurstofmasker (het)

deguõnies káukė (m)

[dʲɛgʊɑ'nʲiɛs 'kɑʊkʲe:]

uniform (het)

unifòrma (m)

[ʊnʲɪ'forma]

reddingsvest (de)

gélbėjimosi liemẽnė (m)

['gʲælʲbʲe:jimosʲɪ lʲiɛ'mʲænʲe:]

parachute (de)

parachute (de)

parašiùtas (v)

[para'ʃʲʊtas]

opstijgen (het)

kilìmas (v)

[kʲɪ'lʲɪmas]

opstijgen (ww)

kìlti

['kʲɪlʲtʲɪ]

startbaan (de)

kilìmo tãkas (v)

[kʲɪ'lʲɪmɔ 'ta:kas]

zicht (het)

matomùmas (v)

[mato'mʊmas]

vlucht (de)

skrỹdis (v)

['skrʲi:dʲɪs]

hoogte (de)

aũkštis (v)

['ɑʊkʃtʲɪs]

luchtzak (de)

luchtzak (de)

óro duobė̃ (m)

['orɔ dʊɑ'bʲe:]

plaats (de)

vietà (m)

[vʲiɛ'ta]

koptelefoon (de)

ausìnės (m dgs)

[ɑʊ'sʲɪnʲe:s]

tafeltje (het)

atverčiamàsis staliùkas (v)

[atvʲɛrtʂʲæ'masʲɪs sta'lʲʊkas]

venster (het)

iliuminãtorius (v)

[ɪlʲʊmʲɪ'na:torʲʊs]

gangpad (het)

praėjìmas (v)

[prae:'jɪmas]

106. Trein

trein (de)

traukinỹs (v)

[trɑʊkʲɪ'nʲi:s]

elektrische trein (de)

elektrìnis traukinỹs (v)

[ɛlʲɛk'trʲɪnʲɪs trɑʊkʲɪ'nʲi:s]

sneltrein (de)

greitàsis traukinỹs (v)

[grʲɛɪ'tasʲɪs trɑʊkʲɪ'nʲi:s] diesellocomotief (de)

diesellocomotief (de)

motòrvežis (v)

[mo'torvʲɛʒʲɪs]

locomotief (de)

garvežỹs (v)

[garvʲɛ'ʒʲi:s]

rijtuig (het)

vagònas (v)

[va'gonas]

restauratierijtuig (het)

vagònas restorãnas (v)

[va'gonas rʲɛsto'ra:nas]

rails (mv.)

bė̃giai (v dgs)

['bʲe:gʲɛɪ]

spoorweg (de)

geležìnkelis (v)

[gʲɛlʲɛ'ʒʲɪŋkʲɛlʲɪs]

dwarsligger (de)

pãbėgis (v)

['pa:bʲe:gʲɪs]

perron (het)

perron (het)

platfòrma (m)

[plʲat'forma]

spoor (het)

kẽlias (v)

['kʲælʲæs]

semafoor (de)

semafòras (v)

[sʲɛma'foras]

halte (bijv. kleine treinhalte)

stotìs (m)

[sto'tʲɪs]

machinist (de)

mašinìstas (v)

[maʃʲɪ'nʲɪstas]

kruier (de)

nešìkas (v)

[nʲɛ'ʃʲɪkas]

conducteur (de)

kondùktorius (v)

[kɔn'dʊktorʲʊs]

agier (de)

agier (de)

keleĩvis (v)

[kʲɛ'lʲɛɪvʲɪs]

controleur (de)

kontroliẽrius (v)

[kɔntro'lʲɛrʲʊs]

gang (in een trein)

korìdorius (v)

[kɔ'rʲɪdorʲʊs]

noodrem (de)

stãbdymo krãnas (v)

['sta:bdʲi:mɔ 'kra:nas]

coupé (de)

kupė̃ (m)

[kʊ'pʲe:]

bed (slaapplaats)

lentýna (m)

[lʲɛn'tʲi:na]

bovenste bed (het)

viršutìnė lentýna (m)

[vʲɪrʃʊ'tʲɪnʲe: lʲɛn'tʲi:na]

onderste bed (het)

onderste bed (het)

apatìnė lentýna (m)

[apa'tʲɪnʲe: lʲɛn'tʲi:na]

beddengoed (het)

pãtalynė (m)

['pa:talʲi:nʲe:]

kaartje (het)

bìlietas (v)

['bʲɪlʲiɛtas]

dienstregeling (de)

tvarkãraštis (v)

[tvar'ka:raʃtʲɪs]

informatiebord (het)

šviẽslentė (m)

['ʃvʲɛslʲɛntʲe:]

vertrekken (De trein vertrekt …)

išvỹkti

[ɪʃ'vʲi:ktʲɪ]

vertrek (ov. een trein)

išvykìmas (v)

[ɪʃvʲi:'kʲɪmas]

aankomen (ov. de treinen)

aankomen (ov. de treinen)

atvỹkti

[at'vʲi:ktʲɪ]

aankomst (de)

atvykìmas (v)

[atvʲi:'kʲɪmas]

aankomen per trein

atvažiúoti tráukiniu

[atva'ʒʲʊɑtʲɪ 'trɑʊkʲɪnʲʊ]

in de trein stappen

įlìpti į̃ tráukinį

[i:lʲɪ:ptʲɪ i: 'trɑʊkʲɪnʲɪ:]

uit de trein stappen

išlìpti ìš tráukinio

[ɪʃ'lʲɪptʲɪ ɪʃ 'trɑʊkʲɪnʲɔ]

treinwrak (het)

katastrofà (m)

[katastro'fa]

ontspoord zijn

nulė̃kti nuõ bė̃gių

[nʊ'lʲe:ktʲɪ 'nʊɑ 'bʲe:gʲu:]

locomotief (de)

locomotief (de)

garvežỹs (v)

[garvʲɛ'ʒʲi:s]

stoker (de)

kūrìkas (v)

[ku:'rʲɪkas]

stookplaats (de)

kūryklà (m)

[ku:rʲi:k'lʲa]

steenkool (de)

anglìs (m)

[ang'lʲɪs]

107. Schip

schip (het)

laĩvas (v)

['lʲʌɪvas]

vaartuig (het)

laĩvas (v)

['lʲʌɪvas]

stoomboot (de)

gárlaivis (v)

['garlʲʌɪvʲɪs] motorschip (het)

motorschip (het)

motòrlaivis (v)

[mo'torlʲʌɪvʲɪs]

lijnschip (het)

láineris (v)

['lʲʌɪnʲɛrʲɪs]

kruiser (de)

kreĩseris (v)

['krʲɛɪsʲɛrʲɪs]

jacht (het)

jachtà (m)

[jax'ta]

sleepboot (de)

vilkìkas (v)

[vʲɪlʲ'kʲɪkas]

duwbak (de)

bárža (m)

['barʒa]

ferryboot (de)

kéltas (v)

['kʲɛlʲtas]

zeilboot (de)

zeilboot (de)

bùrinis laĩvas (v)

['bʊrʲɪnʲɪs 'lʲʌɪvas]

brigantijn (de)

brigantinà (m)

[brʲɪgantʲɪ'na]

IJsbreker (de)

lẽdlaužis (v)

['lʲædlɑʊʒʲɪs]

duikboot (de)

povandenìnis laĩvas (v)

[povandʲɛ'nʲɪnʲɪs 'lʲʌɪvas]

boot (de)

váltis (m)

['valʲtʲɪs]

sloep (de)

váltis (m)

['valʲtʲɪs]

reddingssloep (de)

gélbėjimo váltis (m)

['gʲælʲbʲe:jɪmɔ 'valʲtʲɪs]

motorboot (de)

motorboot (de)

kãteris (v)

['ka:tʲɛrʲɪs]

kapitein (de)

kapitõnas (v)

[kapʲɪ'to:nas]

zeeman (de)

jūreĩvis (v)

[ju:'rʲɛɪvʲɪs]

matroos (de)

jū́rininkas (v)

['ju:rʲɪnʲɪŋkas]

bemanning (de)

ekipãžas (v)

[ɛkʲɪ'pa:ʒas]

bootsman (de)

bòcmanas (v)

['botsmanas]

scheepsjongen (de)

jùnga (m)

['jʊnga]

kok (de)

kok (de)

virė́jas (v)

[vʲɪ'rʲe:jas]

scheepsarts (de)

laĩvo gýdytojas (v)

['lʲʌɪvɔ 'gʲi:dʲi:to:jɛs]

dek (het)

dẽnis (v)

['dʲænʲɪs]

mast (de)

stíebas (v)

['stʲiɛbas]

zeil (het)

bùrė (m)

['bʊrʲe:]

ruim (het)

triùmas (v)

['trʲʊmas]

voorsteven (de)

laĩvo príekis (v)

['lʲʌɪvɔ 'prʲiɛkʲɪs]

achtersteven (de)

achtersteven (de)

laivãgalis (v)

[lʌɪ'va:galʲɪs]

roeispaan (de)

ìrklas (v)

['ɪrklʲas]

schroef (de)

sráigtas (v)

['srʌɪktas]

kajuit (de)

kajùtė (m)

[ka'jʊtʲe:]

officierskamer (de)

kajutkompãnija (m)

[kajʊtkom'pa:nʲɪjɛ]

machinekamer (de)

mašìnų skỹrius (v)

[ma'ʃʲɪnu: 'skʲi:rʲʊs]

brug (de)

kapitõno tiltẽlis (v)

[kapʲɪ'to:nɔ tʲɪlʲ'tʲælʲɪs]

radiokamer (de)

radiokamer (de)

rãdijo kabinà (m)

['ra:dʲɪjɔ kabʲɪ'na]

radiogolf (de)

bangà (m)

[ban'ga]

logboek (het)

laĩvo žurnãlas (v)

['lʲʌɪvɔ ʒʊr'na:lʲas]

verrekijker (de)

žiūrõnas (v)

[ʒʲu:'ro:nas]

klok (de)

laĩvo skam̃balas (v)

['lʲʌɪvɔ 'skambalʲas]

vlag (de)

vė̃liava (m)

['vʲe:lʲæva]

kabel (de)

lýnas (v)

['lʲi:nas]

knoop (de)

knoop (de)

mãzgas (v)

['ma:zgas]

trapleuning (de)

turė̃klai (v dgs)

[tʊ'rʲe:klʲʌɪ]

trap (de)

trãpas (v)

['tra:pas]

anker (het)

iñkaras (v)

['ɪŋkaras]

het anker lichten

pakélti iñkarą

[pa'kʲɛlʲtʲɪ 'ɪŋkara:]

het anker neerlaten

nuléisti iñkarą

[nʊ'lʲɛɪstʲɪ 'iŋkara:]

ankerketting (de)

iñkaro grandìnė (m)

['ɪŋkarɔ gran'dʲɪnʲe:]

haven (bijv. containerhaven)

haven (bijv. containerhaven)

úostas (v)

['ʊɑstas]

kaai (de)

príeplauka (m)

['prʲiɛplʲɑʊka]

aanleggen (ww)

prisišvartúoti

[prʲɪsʲɪʃvar'tʊɑtʲɪ]

wegvaren (ww)

išplaũkti

[ɪʃ'plʲɑʊktʲɪ]

reis (de)

keliõnė (m)

[kʲɛ'lʲo:nʲe:]

cruise (de)

kruìzas (v)

[krʊ'ɪzas]

koers (de)

kùrsas (v)

['kʊrsas]

route (de)

route (de)

maršrùtas (v)

[marʃ'rʊtas]

vaarwater (het)

farvãteris (v)

[far'va:tʲɛrʲɪs]

zandbank (de)

seklumà (m)

[sʲɛklʲʊ'ma]

stranden (ww)

užplaũkti añt seklumõs

[ʊʒ'plʲɑʊktʲɪ ant sʲɛklʲʊ'mo:s]

storm (de)

audrà (m)

[ɑʊd'ra]

signaal (het)

signãlas (v)

[sʲɪg'na:lʲas]

zinken (ov. een boot)

skę̃sti

['skʲɛ:stʲɪ]

Man overboord!

Man overboord!

Žmogùs vandenyjè!

[ʒmo'gʊs vandʲɛnʲi:'jæ!]

SOS (noodsignaal)

SOS

[ɛs ɔ ɛs]

reddingsboei (de)

gélbėjimosi rãtas (v)

[gʲɛlʲbʲe:jimosʲɪ 'ra:tas]

108. Vliegveld

luchthaven (de)

óro úostas (v)

['orɔ ˈʊɑstas]

vliegtuig (het)

lėktùvas (v)

[lʲe:k'tʊvas]

luchtvaartmaatschappij (de)

aviakompãnija (m)

[avʲækom'pa:nʲɪjɛ] luchtverkeersleider (de)

luchtverkeersleider (de)

dispèčeris (v)

[dʲɪs'pʲɛtʂʲɛrʲɪs]

vertrek (het)

išskridìmas (v)

[ɪʃskrʲɪ'dʲɪmas]

aankomst (de)

atskridìmas (v)

[atskrʲɪ'dʲɪmas]

aankomen (per vliegtuig)

atskrìsti

[ats'krʲɪstʲɪ]

vertrektijd (de)

išvykìmo laĩkas (v)

[ɪʃvʲi:'kʲɪmɔ 'lʲʌɪkas]

aankomstuur (het)

atvykìmo laĩkas (v)

[atvʲi:'kʲɪmɔ 'lʲʌɪkas]

vertraagd zijn (ww)

vėlúoti

[vʲe:'lʲʊɑtʲɪ]

vluchtvertraging (de)

vluchtvertraging (de)

skrỹdžio atidėjìmas (v)

['skrʲi:dʒʲɔ atʲɪdʲe:'jɪmas]

informatiebord (het)

informãcinė šviẽslentė (m)

[ɪnfor'ma:tsʲɪnʲe: 'ʃvʲɛslʲɛntʲe:]

informatie (de)

informãcija (m)

[ɪnfor'ma:tsʲɪjɛ]

aankondigen (ww)

paskélbti

[pas'kʲɛlʲptʲɪ]

vlucht (bijv. KLM ~)

reĩsas (v)

['rʲɛɪsas]

douane (de)

muĩtinė (m)

['mʊɪtʲɪnʲe:]

douanier (de)

muĩtininkas (v)

['mʊɪtʲɪnʲɪŋkas]

douaneaangifte (de)

douaneaangifte (de)

deklarãcija (m)

[dʲɛklʲa'ra:tsʲɪjɛ]

invullen (douaneaangifte ~)

užpìldyti

[ʊʒ'pʲɪlʲdʲi:tʲɪ]

een douaneaangifte invullen

užpìldyti deklarãciją

[ʊʒ'pʲɪlʲdʲi:tʲɪ dʲɛkla'ra:tsɪja:]

paspoortcontrole (de)

pasų̃ kontròlė (m)

[pa'su: kon'trolʲe:]

bagage (de)

bagãžas (v)

[ba'ga:ʒas]

handbagage (de)

rañkinis bagãžas (v)

['raŋkʲɪnʲɪs ba'ga:ʒas]

bagagekarretje (het)

vežimė̃lis (v)

[vʲɛʒʲɪ'mʲe:lʲɪs]

landing (de)

landing (de)

įlaipìnimas (v)

[i:lʲʌɪ'pʲɪ:nʲɪmas]

landingsbaan (de)

nusileidìmo tãkas (v)

[nʊsʲɪlʲɛɪ'dʲɪmɔ ta:kas]

landen (ww)

léistis

['lʲɛɪstʲɪs]

vliegtuigtrap (de)

laiptẽliai (v dgs)

[lʌɪp'tʲælʲɛɪ]

inchecken (het)

registrãcija (m)

[rʲɛgʲɪs'tra:tsʲɪjɛ]

incheckbalie (de)

registrãcijos stãlas (v)

[rʲɛgʲɪs'tra:tsʲɪjɔs 'sta:lʲas]

inchecken (ww)

užsiregistrúoti

[ʊʒsʲɪrʲɛgʲɪs'trʊɑtʲɪ]

instapkaart (de)

instapkaart (de)

įlipìmo talònas (v)

[i:lʲɪ'pʲɪ:mɔ ta'lonas]

gate (de)

išėjìmas (v)

[ɪʃʲe:'jɪmas]

transit (de)

tranzìtas (v)

[tran'zʲɪtas]

wachten (ww)

láukti

['lʲɑʊktʲɪ]

wachtzaal (de)

laukiamàsis (v)

[lʲɑʊkʲæ'masʲɪs]

begeleiden (uitwuiven)

lydė́ti

[lʲi:'dʲe:tʲɪ]

afscheid nemen (ww)

atsisvéikinti

[atsʲɪ'svʲɛɪkʲɪntʲɪ]

GEBEURTENISSEN IN HET LEVEN

109. Vakanties. Evenement

feest (het)

šveñtė (m)

['ʃventʲe:]

nationale feestdag (de)

nacionãlinė šveñtė (m)

[natsʲɪjɔ'na:lʲɪnʲe: 'ʃventʲe:]

feestdag (de)

šveñtės dienà (m)

['ʃventʲe:s dʲiɛ'na] herdenken (ww)

herdenken (ww)

švę̃sti

['ʃvʲɛ:stʲɪ]

gebeurtenis (de)

į́vykis (v)

['i:vʲɪ:kʲɪs]

evenement (het)

renginỹs (v)

[rʲɛngʲɪ'nʲi:s]

banket (het)

bankètas (v)

[baŋ'kʲɛtas]

receptie (de)

priėmìmas (v)

[prʲɪʲe:'mʲɪmas]

feestmaal (het)

puotà (m)

[pʊɑ'ta]

verjaardag (de)

mẽtinės (m dgs)

['mʲætʲɪnʲe:s]

jubileum (het)

jubileum (het)

jubiliẽjus (v)

[jʊbʲɪ'lʲɛjʊs]

vieren (ww)

atšvę̃sti

[at'ʃvʲɛ:stʲɪ]

Nieuwjaar (het)

Naujíeji mẽtai (v dgs)

[nɑʊ'jiɛjɪ 'mʲætʌɪ]

Gelukkig Nieuwjaar!

Sù Naujaĩsiais!

['sʊ nɑʊ'jʌɪsʲɛɪs!]

Kerstfeest (het)

Kalė̃dos (m dgs)

[ka'lʲe:dos]

Vrolijk kerstfeest!

Linksmų̃ Kalė̃dų!

[lʲɪŋks'mu: ka'lʲe:du:!]

kerstboom (de)

Kalė̃dinė eglùtė (m)

[ka'lʲe:dʲɪnʲe: eg'lʊtʲe:]

vuurwerk (het)

vuurwerk (het)

saliùtas (v)

[sa'lʲʊtas]

bruiloft (de)

vestùvės (m dgs)

[vʲɛs'tʊvʲe:s]

bruidegom (de)

jaunìkis (v)

[jɛʊ'nʲɪkʲɪs]

bruid (de)

jaunóji (m)

[jɛʊ'no:jɪ]

uitnodigen (ww)

kviẽsti

['kvʲɛstʲɪ]

uitnodiging (de)

kvietìmas (v)

[kvʲiɛ'tʲɪmas]

gast (de)

svẽčias (v)

['svʲætʂʲæs]

op bezoek gaan

op bezoek gaan

eĩti į̃ svečiùs

['ɛɪtʲɪ i: svʲɛ'tʂʲʊs]

gasten verwelkomen

sutìkti svečiùs

[sʊ'tʲɪktʲɪ svʲɛ'tʂʲʊs]

geschenk, cadeau (het)

dovanà (m)

[dova'na]

geven (iets cadeau ~)

dovanóti

[dova'notʲɪ]

geschenken ontvangen

gáuti dóvanas

['gɑʊtʲɪ 'dovanas]

boeket (het)

púokštė (m)

['pʊɑkʃtʲe:]

felicitaties (mv.)

svéikinimas (v)

['svʲɛɪkʲɪnʲɪmas]

feliciteren (ww)

feliciteren (ww)

svéikinti

['svʲɛɪkʲɪntʲɪ]

wenskaart (de)

svéikinimo atvirùkas (v)

['svʲɛɪkʲɪnʲɪmɔ atvʲɪ'rʊkas]

een kaartje versturen

išsių̃sti atvirùką

[ɪʃ'sʲu:stʲɪ atvʲɪ'rʊka:]

een kaartje ontvangen

gáuti atvirùką

['gɑʊtʲɪ atvʲɪ'rʊka:]

toast (de)

tòstas (v)

['tostas]

aanbieden (een drankje ~)

vaišìnti

[vʌɪ'ʃʲɪntʲɪ]

champagne (de)

šampãnas (v)

[ʃam'pa:nas]

plezier hebben (ww)

plezier hebben (ww)

lìnksmintis

['lʲɪŋksmʲɪntʲɪs]

plezier (het)

linksmýbė (m)

[lʲɪŋks'mʲi:bʲe:]

vreugde (de)

džiaũgsmas (v)

['dʒʲɛʊgsmas]

dans (de)

šõkis (v)

['ʃo:kʲɪs]

dansen (ww)

šókti

['ʃoktʲɪ]

wals (de)

válsas (v)

['valʲsas]

tango (de)

tángo (v)

['tangɔ]

110. Begrafenissen. Begrafenis

kerkhof (het)

kãpinės (m dgs)

['ka:pʲɪnʲe:s]

graf (het)

kãpas (v)

['ka:pas]

kruis (het)

krỹžius (v)

['krʲi:ʒʲʊs] grafsteen (de)

grafsteen (de)

añtkapis (v)

['antkapʲɪs]

omheining (de)

ãptvaras (v)

['a:ptvaras]

kapel (de)

koplyčià (m)

[kɔplʲi:'tʂʲæ]

dood (de)

mirtìs (m)

[mʲɪr'tʲɪs]

sterven (ww)

mir̃ti

['mʲɪrtʲɪ]

overledene (de)

veliónis (v)

[vʲɛ'lʲonʲɪs]

rouw (de)

gẽdulas (v)

['gʲædʊlʲas]

begraven (ww)

begraven (ww)

láidoti

['lʲʌɪdotʲɪ]

begrafenisonderneming (de)

láidojimo biùras (v)

['lʲʌɪdojɪmɔ 'bʲʊras]

begrafenis (de)

láidotuvės (m dgs)

['lʲʌɪdotʊvʲe:s]

krans (de)

vainìkas (v)

[vʌɪ'nʲɪkas]

doodskist (de)

kar̃stas (v)

['karstas]

lijkwagen (de)

katafálkas (v)

[kata'falʲkas]

lijkkleed (de)

lavõndengtė (m)

[lʲa'vo:ndeŋktʲe:]

begrafenisstoet (de)

begrafenisstoet (de)

gẽdulo procèsija (m)

['gʲædʊlʲɔ pro'tsʲɛsʲɪjɛ]

urn (de)

ùrna (m)

['ʊrna]

crematorium (het)

krematòriumas (v)

[krʲɛma'torʲʊmas]

overlijdensbericht (het)

nekrològas (v)

[nʲɛkro'lʲogas]

huilen (wenen)

ver̃kti

['vʲɛrktʲɪ]

snikken (huilen)

raudóti

[rɑʊ'dotʲɪ]

111. Oorlog. Soldaten

peloton (het)

būrỹs (v)

[bu:'rʲi:s]

compagnie (de)

kúopa (m)

['kʊɑpa]

regiment (het)

pul̃kas (v)

['pʊlʲ̃kas] leger (armee)

leger (armee)

ármija (m)

['armʲɪjɛ]

divisie (de)

divìzija (m)

[dʲɪ'vʲɪzʲɪjɛ]

sectie (de)

būrỹs (v)

[bu:'rʲi:s]

troep (de)

kariúomenė (m)

[ka'rʲʊɑmenʲe:]

soldaat (militair)

kareĩvis (v)

[ka'rʲɛɪvʲɪs]

officier (de)

kariniñkas (v)

[karʲɪ'nʲɪŋkas]

soldaat (rang)

eilìnis (v)

[ɛɪ'lʲɪnʲɪs]

sergeant (de)

sergeant (de)

seržántas (v)

[sʲɛr'ʒantas]

luitenant (de)

leitenántas (v)

[lʲɛɪtʲɛ'nantas]

kapitein (de)

kapitõnas (v)

[kapʲɪ'to:nas]

majoor (de)

majõras (v)

[ma'jɔ:ras]

kolonel (de)

pul̃kininkas (v)

['pʊlʲ̃kʲɪnʲɪŋkas]

generaal (de)

generõlas (v)

[gʲɛnʲɛ'ro:lʲas]

matroos (de)

jū́rininkas (v)

['ju:rʲɪnʲɪŋkas]

kapitein (de)

kapitein (de)

kapitõnas (v)

[kapʲɪ'to:nas]

bootsman (de)

bòcmanas (v)

['botsmanas]

artillerist (de)

artilerìstas (v)

[artʲɪlʲɛ'rʲɪstas]

valschermjager (de)

desántininkas (v)

[dʲɛ'santʲɪnʲɪŋkas]

piloot (de)

lakū̃nas (v)

[lʲa'ku:nas]

stuurman (de)

štùrmanas (v)

['ʃtʊrmanas]

mecanicien (de)

mechãnikas (v)

[mʲɛ'xa:nʲɪkas]

sappeur (de)

sappeur (de)

pioniẽrius (v)

[pʲɪjɔ'nʲɛrʲʊs]

parachutist (de)

parašiùtininkas (v)

[para'ʃʲʊtʲɪnʲɪŋkas]

verkenner (de)

žval̃gas (v)

['ʒvalʲgas]

scherpschutter (de)

snáiperis (v)

['snʌɪpʲɛrʲɪs]

patrouille (de)

patrùlis (v)

[pat'rʊlʲɪs]

patrouilleren (ww)

patruliúoti

[patrʊ'lʲʊɑtʲɪ]

wacht (de)

sargýbinis (v)

[sar'gʲi:bʲɪnʲɪs]

krijger (de)

krijger (de)

karỹs (v)

[ka'rʲi:s]

patriot (de)

patriòtas (v)

[patrʲɪ'jɔtas]

held (de)

dìdvyris (v)

['dʲɪdvʲi:rʲɪs]

heldin (de)

dìdvyrė (m)

['dʲɪdvʲi:rʲe:]

verrader (de)

išdavìkas (v)

[ɪʃda'vʲɪkas]

verraden (ww)

išdúoti

[ɪʃ'dʊɑtʲɪ]

deserteur (de)

dezertỹras (v)

[dʲɛzʲɛr'tʲi:ras]

deserteren (ww)

deserteren (ww)

dezertyrúoti

[dʲɛzʲɛrtʲi:'rʊɑtʲɪ]

huurling (de)

samdinỹs (v)

[samdʲɪ'nʲi:s]

rekruut (de)

naujõkas (v)

[nɑʊ'jɔ:kas]

vrijwilliger (de)

savanõris (v)

[sava'no:rʲɪs]

gedode (de)

nužudýtasis (v)

[nʊʒʊ'dʲi:tasʲɪs]

gewonde (de)

sužeistàsis (v)

[sʊʒʲɛɪ'stasʲɪs]

krijgsgevangene (de)

belaĩsvis (v)

[bʲɛ'lʲʌɪsvʲɪs]

112. Oorlog. Militaire acties. Deel 1

oorlog (de)

kãras (v)

['ka:ras]

oorlog voeren (ww)

kariáuti

[ka'rʲæʊtʲɪ]

burgeroorlog (de)

piliẽtinis kãras (v)

[pʲɪ'lʲɛtʲɪnʲɪs 'ka:ras] achterbaks (bw)

achterbaks (bw)

klastìngai

[klʲas'tʲɪngʌɪ]

oorlogsverklaring (de)

paskelbìmas (v)

[paskʲɛlʲ'bʲɪmas]

verklaren (de oorlog ~)

paskélbti

[pas'kʲɛlʲptʲɪ]

agressie (de)

agrèsija (m)

[ag'rʲɛsʲɪjɛ]

aanvallen (binnenvallen)

pùlti

['pʊlʲtʲɪ]

binnenvallen (ww)

užgróbti

[ʊʒ'groptʲɪ]

invaller (de)

užgrobìkas (v)

[ʊʒgro'bʲɪkas]

veroveraar (de)

veroveraar (de)

užkariáutojas (v)

[ʊʒka'rʲæʊto:jɛs]

verdediging (de)

gynýba (m)

[gʲi:'nʲi:ba]

verdedigen (je land ~)

giñti

['gʲɪntʲɪ]

zich verdedigen (ww)

gìntis

['gʲɪntʲɪs]

vijand (de)

príešas (v)

['prʲiɛʃas]

tegenstander (de)

príešininkas (v)

['prʲiɛʃʲɪnʲɪŋkas]

vijandelijk (bn)

príešo

['prʲiɛʃɔ]

strategie (de)

strategie (de)

stratègija (m)

[stra'tʲɛgʲɪjɛ]

tactiek (de)

tãktika (m)

['ta:ktʲɪka]

order (de)

įsãkymas (v)

[i:'sa:kʲɪ:mas]

bevel (het)

kománda (m)

[kɔ'manda]

bevelen (ww)

įsakýti

[i:sa'kʲi:tʲɪ]

opdracht (de)

užduotìs (m)

[ʊʒdʊɑ'tʲɪs]

geheim (bn)

slãptas

['slʲa:ptas]

strijd, slag (de)

strijd, slag (de)

mū̃šis (v)

['mu:ʃʲɪs]

strijd (de)

kautỹnės (m dgs)

[kɑʊ'tʲi:nʲe:s]

aanval (de)

atakà (m)

[ata'ka]

bestorming (de)

štur̃mas (v)

['ʃtʊrmas]

bestormen (ww)

šturmúoti

[ʃtʊr'mʊɑtʲɪ]

bezetting (de)

apgulà (m)

[apgʊ'lʲa]

aanval (de)

puolìmas (v)

[pʊɑ'lʲɪmas]

in het offensief te gaan

in het offensief te gaan

pùlti

['pʊlʲtʲɪ]

terugtrekking (de)

atsitraukìmas (v)

[atsʲɪtrɑʊ'kʲɪmas]

zich terugtrekken (ww)

atsitráukti

[atsʲɪ'trɑʊktʲɪ]

omsingeling (de)

apsupìmas (v)

[apsʊ'pʲɪmas]

omsingelen (ww)

apsùpti

[ap'sʊptʲɪ]

bombardement (het)

bombardãvimas (v)

[bombar'da:vʲɪmas]

een bom gooien

numèsti bòmbą

[nʊ'mʲɛstʲɪ 'bomba:]

bombarderen (ww)

bombarderen (ww)

bombardúoti

[bombar'dʊɑtʲɪ]

ontploffing (de)

sprogìmas (v)

[spro'gʲɪmas]

schot (het)

šū̃vis (v)

['ʃu:vʲɪs]

een schot lossen

iššáuti

[ɪʃ'ʃɑʊtʲɪ]

schieten (het)

šáudymas (v)

['ʃɑʊdʲi:mas]

mikken op (ww)

táikytis į̃ …

['tʌɪkʲi:tʲɪs i: ..]

aanleggen (een wapen ~)

nutáikyti

[nʊ'tʌɪkʲi:tʲɪ]

treffen (doelwit ~)

treffen (doelwit ~)

patáikyti

[pa'tʌɪkʲi:tʲɪ]

zinken (tot zinken brengen)

paskandìnti

[paskan'dʲɪntʲɪ]

kogelgat (het)

pradaužà (m)

[pradɑʊ'ʒa]

zinken (gezonken zijn)

grim̃zti į̃ dùgną

['grʲɪmztʲɪ i: 'dʊgna:]

front (het)

fròntas (v)

['frontas]

evacuatie (de)

evakuãcija (m)

[ɛvakʊ'a:tsʲɪjɛ]

evacueren (ww)

evakúoti

[ɛva'kʊɑtʲɪ]

prikkeldraad (de)

prikkeldraad (de)

spygliúotoji vielà (m)

[spʲi:g'lʲʊɑtojɪ vʲiɛ'la]

verdedigingsobstakel (het)

ùžtvara (m)

['ʊʒtvara]

wachttoren (de)

bókštas (v)

['bokʃtas]

hospitaal (het)

kãro ligóninė (m)

['ka:rɔ lʲɪ'gonʲɪnʲe:]

verwonden (ww)

sužeĩsti

[sʊ'ʒʲɛɪstʲɪ]

wond (de)

žaizdà (m)

[ʒʌɪz'da]

gewonde (de)

sužeistàsis (v)

[sʊʒʲɛɪ'stasʲɪs]

gewond raken (ww)

gewond raken (ww)

bū́ti sužeistám

['bu:tʲɪ sʊʒʲɛɪs'tam]

ernstig (~e wond)

sunkùs

[sʊŋ'kʊs]

113. Oorlog. Militaire acties. Deel 2

krijgsgevangenschap (de)

neláisvė (m)

[nʲɛ'lʲʌɪsvʲe:]

krijgsgevangen nemen

paim̃ti į̃ neláisvę

['pʌɪmtʲɪ i: nʲɛ'lʲʌɪsvʲɛ:]

krijgsgevangene zijn

bū́ti neláisvėje

['bu:tʲɪ ne'lʲʌɪsvʲe:je] krijgsgevangen genomen worden

krijgsgevangen genomen worden

patèkti į̃ neláisvę

[pa'tʲɛktʲɪ i: nʲɛ'lʲʌɪsvʲɛ:]

concentratiekamp (het)

koncentrãcijos stovyklà (m)

[kɔntsʲɛn'tra:tsɪjɔs stovʲi:k'lʲa]

krijgsgevangene (de)

belaĩsvis (v)

[bʲɛ'lʲʌɪsvʲɪs]

vluchten (ww)

bėgtì ìš neláisvės

['bʲe:ktʲɪ ɪʃ ne'lʲʌɪsvʲe:s]

verraden (ww)

išdúoti

[ɪʃ'dʊɑtʲɪ]

verrader (de)

išdavìkas (v)

[ɪʃda'vʲɪkas]

verraad (het)

išdavỹstė (m)

[ɪʃda'vʲi:stʲe:]

fusilleren (executeren)

fusilleren (executeren)

sušáudyti

[sʊ'ʃɑʊdʲi:tʲɪ]

executie (de)

sušáudymas (v)

[sʊ'ʃɑʊdʲi:mas]

uitrusting (de)

aprangà (m)

[apran'ga]

schouderstuk (het)

añtpetis (v)

['antpʲɛtʲɪs]

gasmasker (het)

dujókaukė (m)

[dʊ'jɔkɑʊkʲe:]

portofoon (de)

rãdijo stotẽlė (m)

['ra:dʲɪjɔ sto'tʲælʲe:]

geheime code (de)

šìfras (v)

['ʃʲɪfras]

samenzwering (de)

samenzwering (de)

konspirãcija (m)

[kɔnspʲɪ'ra:tsʲɪjɛ]

wachtwoord (het)

slaptãžodis (v)

[slʲap'ta:ʒodʲɪs]

mijn (landmijn)

minà (m)

[mʲɪ'na]

ondermijnen (legden mijnen)

užminúoti

[ʊʒmʲɪ'nʊɑtʲɪ]

mijnenveld (het)

mìnų laũkas (v)

['mʲɪnu: 'lʲɑʊkas]

luchtalarm (het)

óro pavõjus (v)

['orɔ pa'vo:jʊs]

alarm (het)

aliármas (v)

[a'lʲæ:rmas]

signaal (het)

signaal (het)

signãlas (v)

[sʲɪg'na:lʲas]

vuurpijl (de)

signãlinė raketà (m)

[sʲɪg'na:lʲɪnʲe: rake'ta]

staf (generale ~)

štãbas (v)

['ʃta:bas]

verkenningstocht (de)

žvalgýba (m)

[ʒvalʲ'gʲi:ba]

toestand (de)

padėtìs (m)

[padʲe:'tʲɪs]

rapport (het)

rãportas (v)

['ra:portas]

hinderlaag (de)

pasalà (m)

[pasa'lʲa]

versterking (de)

versterking (de)

pastìprinimas (v)

[pas'tʲɪprʲɪnʲɪmas]

doel (bewegend ~)

taikinỹs (v)

[tʌɪkʲɪ'nʲi:s]

proefterrein (het)

poligònas (v)

[polʲɪ'gonas]

manoeuvres (mv.)

karìniai mókymai (v dgs)

[ka'rʲɪnʲɛɪ 'mokʲi:mʌɪ]

paniek (de)

pãnika (m)

['pa:nʲɪka]

verwoesting (de)

suirùtė (m)

[sʊi'rʊtʲe:]

verwoestingen (mv.)

griovìmai (m)

[grʲo'vʲɪmas]

verwoesten (ww)

verwoesten (ww)

griáuti

['grʲæʊtʲɪ]

overleven (ww)

išgyvénti

[ɪʃgʲi:'vʲɛntʲɪ]

ontwapenen (ww)

nuginklúoti

[nʊgʲɪŋ'klʲʊɑtʲɪ]

behandelen (een pistool ~)

naudótis

[nɑʊ'dotʲɪs]

Geeft acht!

Ramiaĩ!

[ra'mʲɛɪ!]

Op de plaats rust!

Laisvaĩ!

[lʲʌɪs'vʌɪ!]

heldendaad (de)

žỹgdarbis (v)

['ʒʲi:gdarbʲɪs]

eed (de)

eed (de)

príesaika (m)

['prʲiɛsʌɪka]

zweren (een eed doen)

prisíekti

[prʲɪ'sʲiɛktʲɪ]

decoratie (de)

apdovanójimas (v)

[apdova'no:jɪmas]

onderscheiden (een ereteken geven)

apdovanóti

[apdova'notʲɪ]

medaille (de)

medãlis (v)

[mʲɛ'da:lʲɪs]

orde (de)

òrdinas (v)

['ordʲɪnas]

overwinning (de)

pérgalė (m)

['pʲɛrgalʲe:]

verlies (het)

verlies (het)

pralaimė́jimas (v)

[pralʲʌɪ'mʲɛjɪmas]

wapenstilstand (de)

paliáubos (m dgs)

[pa'lʲæʊbos]

wimpel (vaandel)

vė̃liava (m)

['vʲe:lʲæva]

roem (de)

šlovė̃ (m)

[ʃlʲo'vʲe:]

parade (de)

parãdas (v)

[pa'ra:das]

marcheren (ww)

žygiúoti

[ʒʲi:'gʲʊɑtʲɪ]

114. Wapens

wapens (mv.)

giñklas (v)

['gʲɪŋklʲas]

vuurwapens (mv.)

šaunamàsis giñklas (v)

[ʃɑʊna'masʲɪs 'gʲɪŋklʲas]

koude wapens (mv.)

šaltàsis giñklas (v)

[ʃalʲ'tasʲɪs 'gʲɪŋklʲas] chemische wapens (mv.)

chemische wapens (mv.)

chèminis giñklas (v)

['xʲɛmʲɪnʲɪs 'gʲɪŋklʲas]

kern-, nucleair (bn)

branduolìnis

[brandʊɑ'lʲɪnʲɪs]

kernwapens (mv.)

branduolìnis giñklas (v)

[brandʊɑ'lʲɪnʲɪs 'gʲɪŋklas]

bom (de)

bòmba (m)

['bomba]

atoombom (de)

atòminė bòmba (m)

[a'tomʲɪnʲe: 'bomba]

pistool (het)

pistolètas (v)

[pʲɪsto'lʲɛtas]

geweer (het)

šáutuvas (v)

['ʃɑʊtʊvas]

machinepistool (het)

machinepistool (het)

automãtas (v)

[ɑʊto'ma:tas]

machinegeweer (het)

kulkósvaidis (v)

[kʊlʲ'kosvʌɪdʲɪs]

loop (schietbuis)

žiótys (m dgs)

['ʒʲotʲi:s]

loop (bijv. geweer met kortere ~)

vam̃zdis (v)

['vamzdʲɪs]

kaliber (het)

kalìbras (v)

[ka'lʲɪbras]

trekker (de)

gaidùkas (v)

[gʌɪ'dʊkas]

korrel (de)

taikìklis (v)

[tʌɪ'kʲɪklʲɪs]

magazijn (het)

magazijn (het)

dėtuvė̃ (m)

[dʲe:tʊ'vʲe:]

geweerkolf (de)

búožė (m)

['bʊɑʒʲe:]

granaat (handgranaat)

granatà (m)

[grana'ta]

explosieven (mv.)

sprogmuõ (v)

['sprogmʊɑ]

kogel (de)

kulkà (m)

[kʊlʲ'ka]

patroon (de)

patrònas (v)

[pat'ronas]

lading (de)

šovinỹs (v)

[ʃovʲɪ'nʲi:s]

ammunitie (de)

ammunitie (de)

šáudmenys (v dgs)

['ʃɑʊdmʲɛnʲi:s]

bommenwerper (de)

bombónešis (v)

[bom'bonʲɛʃɪs]

straaljager (de)

naikintùvas (v)

[nʌɪkʲɪn'tʊvas]

helikopter (de)

sraigtãsparnis (v)

[srʌɪk'ta:sparnʲɪs]

afweergeschut (het)

zenìtinis pabū̃klas (v)

[zʲɛ'nʲɪ:tʲɪnʲɪs i:rʲɛngʲɪ'nʲɪ:s]

tank (de)

tánkas (v)

['taŋkas]

kanon (tank met een ~ van 76 mm)

patránka (m)

[pat'raŋka]

artillerie (de)

artillerie (de)

artilèrija (m)

[artʲɪ'lʲɛrʲɪjɛ]

aanleggen (een wapen ~)

nutáikyti

[nʊ'tʌɪkʲi:tʲɪ]

projectiel (het)

sviedinỹs (v)

[svʲiɛdʲɪ'nʲi:s]

mortiergranaat (de)

minà (m)

[mʲɪ'na]

mortier (de)

minósvaidis (v)

[mʲɪ'nosvʌɪdʲɪs]

granaatscherf (de)

skevéldra (m)

[skʲɛ'vʲɛlʲdra]

duikboot (de)

povandenìnis laĩvas (v)

[povandʲɛ'nʲɪnʲɪs 'lʲʌɪvas]

torpedo (de)

torpedo (de)

torpedà (m)

[torpʲɛ'da]

raket (de)

raketà (m)

[rakʲɛ'ta]

laden (geweer, kanon)

užtaisýti

[ʊʒtʌɪ'sʲi:tʲɪ]

schieten (ww)

šáuti

['ʃɑʊtʲɪ]

richten op (mikken)

táikytis į̃ …

['tʌɪkʲi:tʲɪs i: ..]

bajonet (de)

dùrtuvas (v)

['dʊrtʊvas]

degen (de)

špagà (m)

[ʃpa'ga]

sabel (de)

sabel (de)

kárdas (v)

['kardas]

speer (de)

íetis (m)

['ɪʲɛtʲɪs]

boog (de)

lañkas (v)

['lʲaŋkas]

pijl (de)

strėlė̃ (m)

[strʲe:'lʲe:]

musket (de)

muškietà (m)

[mʊʃkʲiɛ'ta]

kruisboog (de)

arbalètas (v)

[arba'lʲɛtas]

115. Oude mensen

primitief (bn)

pirmýkštis

[pʲɪr'mʲi:kʃtʲɪs]

voorhistorisch (bn)

priešistòrinis

[prʲiɛʃʲɪ'storʲɪnʲɪs]

eeuwenoude (~ beschaving)

senóvinis

[sʲɛ'novʲɪnʲɪs] Steentijd (de)

Steentijd (de)

Akmeñs ámžius (v)

[ak'mʲɛns 'amʒʲʊs]

Bronstijd (de)

Žálvario ámžius (v)

['ʒalʲvarʲɔ 'amʒʲʊs]

IJstijd (de)

ledýnmetis (v)

[lʲɛ'dʲi:nmʲɛtʲɪs]

stam (de)

gentìs (m)

[gʲɛn'tʲɪs]

menseneter (de)

žmogė́dra (m)

[ʒmo'gʲe:dra]

jager (de)

medžiótojas (v)

[mʲɛ'dʒʲoto:jɛs]

jagen (ww)

medžióti

[mʲɛ'dʒʲotʲɪ]

mammoet (de)

mammoet (de)

mamùtas (v)

[ma'mʊtas]

grot (de)

ùrvas (v)

['ʊrvas]

vuur (het)

ugnìs (v)

[ʊg'nʲɪs]

kampvuur (het)

láužas (v)

['lʲɑʊʒas]

rotstekening (de)

piešinỹs añt olõs síenos (v)

[pʲiɛʃʲɪ'nʲi:s ant o'lʲo:s 'sʲiɛnos]

werkinstrument (het)

dárbo į́rankis (v)

['darbɔ 'i:raŋkʲɪs]

speer (de)

íetis (m)

['ɪʲɛtʲɪs]

stenen bijl (de)

stenen bijl (de)

akmenìnis kir̃vis (v)

[akmʲɛ'nʲɪnʲɪs 'kʲɪrvʲɪs]

oorlog voeren (ww)

kariáuti

[ka'rʲæʊtʲɪ]

temmen (bijv. wolf ~)

prijaukìnti

[prʲɪʲjɛʊ'kʲɪntʲɪ]

idool (het)

stãbas (v)

['sta:bas]

aanbidden (ww)

gárbinti

['garbʲɪntʲɪ]

bijgeloof (het)

príetaras (v)

['prʲiɛtaras]

evolutie (de)

evoliùcija (m)

[ɛvo'lʲʊtsʲɪjɛ]

ontwikkeling (de)

ontwikkeling (de)

výstymasis (v)

['vʲi:stʲi:masʲɪs]

verdwijning (de)

išnykìmas (v)

[ɪʃnʲi:'kʲɪmas]

zich aanen (ww)

prisitáikyti

[prʲɪsʲɪ'tʌɪkʲi:tʲɪ]

archeologie (de)

archeològija (m)

[arxʲɛo'lʲogʲɪjɛ]

archeoloog (de)

archeològas (v)

[arxʲɛo'lʲogas]

archeologisch (bn)

archeològinis

[arxʲɛo'lʲogʲɪnʲɪs]

opgravingsplaats (de)

kasinė́jimai (m dgs)

[kasʲɪ'nʲɛjɪmʌɪ]

opgravingen (mv.)

opgravingen (mv.)

kasinė́jimai (m dgs)

[kasʲɪ'nʲɛjɪmʌɪ]

vondst (de)

radinỹs (v)

[radʲɪ'nʲi:s]

fragment (het)

fragmeñtas (v)

[frag'mʲɛntas]

116. Middeleeuwen

volk (het)

tautà (m)

[tɑʊ'ta]

volkeren (mv.)

tautõs (m dgs)

[tɑʊ'to:s]

stam (de)

gentìs (m)

[gʲɛn'tʲɪs] stammen (mv.)

stammen (mv.)

geñtys (m dgs)

['gʲɛntʲi:s]

barbaren (mv.)

bárbarai (v dgs)

['barbarʌɪ]

Galliërs (mv.)

gãlai (v dgs)

['ga:lʲʌɪ]

Goten (mv.)

gòtai (v dgs)

['gotʌɪ]

Slaven (mv.)

slãvai (m dgs)

['slʲa:vʌɪ]

Vikings (mv.)

vìkingai (v)

['vʲɪkʲɪngʌɪ]

Romeinen (mv.)

romė́nas (v)

[ro'mʲe:nas]

Romeins (bn)

Romeins (bn)

romė́niškas

[ro'mʲe:nʲɪʃkas]

Byzantijnen (mv.)

bizantiẽčiai (v dgs)

[bʲɪzan'tʲɛtʂʲɛɪ]

Byzantium (het)

Bizántija (m)

[bʲɪ'zantʲɪjɛ]

Byzantijns (bn)

bizántiškas

[bʲɪ'zantʲɪʃkas]

keizer (bijv. Romeinse ~)

imperãtorius (v)

[ɪmpʲɛ'ra:torʲʊs]

opperhoofd (het)

vãdas (v)

['va:das]

machtig (bn)

galìngas

[ga'lʲɪngas]

koning (de)

koning (de)

karãlius (v)

[ka'ra:lʲʊs]

heerser (de)

valdõvas (v)

[valʲ'do:vas]

ridder (de)

rìteris (v)

['rʲɪtʲɛrʲɪs]

feodaal (de)

feodãlas (v)

[fʲɛo'da:lʲas]

feodaal (bn)

feodãlinis

[fʲɛo'da:lʲɪnʲɪs]

vazal (de)

vasãlas (v)

[va'sa:lʲas]

hertog (de)

hèrcogas (v)

['ɣʲɛrtsogas]

graaf (de)

graaf (de)

grãfas (v)

['gra:fas]

baron (de)

barõnas (v)

[ba'ro:nas]

bisschop (de)

výskupas (v)

['vʲi:skʊpas]

harnas (het)

šarvuõtė (m)

[ʃar'vʊɑtʲe:]

schild (het)

skỹdas (v)

['skʲi:das]

zwaard (het)

kárdas (v)

['kardas]

vizier (het)

añtveidis (v)

['antvʲɛɪdʲɪs]

maliënkolder (de)

maliënkolder (de)

šarvìniai marškiniaĩ (v dgs)

[ʃar'vʲɪnʲɛɪ marʃʲkʲɪ'nʲɛɪ]

kruistocht (de)

krỹžiaus žỹgis (v)

['krʲi:ʒʲɛʊs 'ʒʲi:gʲɪs]

kruisvaarder (de)

kryžiuõtis (v)

[krʲi:ʒʲʊ'o:tʲɪs]

gebied (bijv. bezette ~en)

teritòrija (m)

[tʲɛrʲɪ'torʲɪjɛ]

aanvallen (binnenvallen)

pùlti

['pʊlʲtʲɪ]

veroveren (ww)

užkariáuti

[ʊʒka'rʲæʊtʲɪ]

innemen (binnenvallen)

užgróbti

[ʊʒ'groptʲɪ]

bezetting (de)

bezetting (de)

apgulà (m)

[apgʊ'lʲa]

bezet (bn)

àpgultas

['apgʊlʲtas]

belegeren (ww)

apgul̃ti

[ap'gʊlʲ̃tʲɪ]

inquisitie (de)

inkvizìcija (m)

[ɪŋkvʲɪ'zʲɪtsʲɪjɛ]

inquisiteur (de)

inkvizìtorius (v)

[ɪŋkvʲɪ'zʲɪtorʲʊs]

foltering (de)

kankìnimas (v)

[kaŋ'kʲɪnʲɪmas]

wreed (bn)

žiaurùs

[ʒʲɛʊ'rʊs]

ketter (de)

ketter (de)

erètikas (v)

[ɛ'rʲɛtʲɪkas]

ketterij (de)

erèzija (m)

[ɛ'rʲɛzʲɪjɛ]

zeevaart (de)

navigãcija (m)

[navʲɪ'ga:tsʲɪjɛ]

piraat (de)

pirãtas (v)

[pʲɪ'ra:tas]

piraterij (de)

piratãvimas (v)

[pʲɪra'ta:vʲɪmas]

enteren (het)

abordažas (v)

[abor'daʒas]

buit (de)

grõbis (v)

['gro:bʲɪs]

schatten (mv.)

schatten (mv.)

lõbis (v)

['lʲo:bʲɪs]

ontdekking (de)

atradìmas (v)

[atra'dʲɪmas]

ontdekken (bijv. nieuw land)

atràsti

[at'rastʲɪ]

expeditie (de)

ekspedìcija (m)

[ɛkspʲɛ'dʲɪtsʲɪjɛ]

musketier (de)

muškiẽtininkas (v)

[mʊʃ'kʲɛtʲɪnʲɪŋkas]

kardinaal (de)

kardinõlas (v)

[kardʲɪ'no:lʲas]

heraldiek (de)

heráldika (m)

[ɣʲɛ'ralʲdʲɪka]

heraldisch (bn)

heraldisch (bn)

heráldikos

[ɣʲɛ'ralʲdʲɪkos]

117. Leider. Baas. Autoriteiten

koning (de)

karãlius (v)

[ka'ra:lʲʊs]

koningin (de)

karalíenė (m)

[kara'lʲiɛnʲe:]

koninklijk (bn)

karãliškas

[ka'ra:lʲɪʃkas] koninkrijk (het)

koninkrijk (het)

karalỹstė (m)

[kara'lʲi:stʲe:]

prins (de)

prìncas (v)

['prʲɪntsas]

prinses (de)

princèsė (m)

[prʲɪn'tsʲɛsʲe:]

president (de)

prezideñtas (v)

[prʲɛzʲɪ'dʲɛntas]

vicepresident (de)

viceprezideñtas (v)

[vʲɪtsʲɛprʲɛzʲɪ'dʲɛntas]

senator (de)

senãtorius (v)

[sʲɛ'na:torʲʊs]

monarch (de)

monárchas (v)

[mo'narxas]

heerser (de)

heerser (de)

valdõvas (v)

[valʲ'do:vas]

dictator (de)

diktãtorius (v)

[dʲɪk'ta:torʲʊs]

tiran (de)

tirõnas (v)

[tʲɪ'ro:nas]

magnaat (de)

magnãtas (v)

[mag'na:tas]

directeur (de)

dirèktorius (v)

[dʲɪ'rʲɛktorʲʊs]

chef (de)

šèfas (v)

['ʃʲɛfas]

beheerder (de)

valdýtojas (v)

[valʲ'dʲi:to:jɛs]

baas (de)

baas (de)

bõsas (v)

['bo:sas]

eigenaar (de)

saviniñkas (v)

[savʲɪ'nʲɪŋkas]

leider (de)

vãdas (v)

['va:das]

hoofd (bijv. ~ van de delegatie)

vadõvas (v)

[va'do:vas]

autoriteiten (mv.)

valdžiõs òrganai (v dgs)

[valʲ'dʒʲo:s 'organʌɪ]

superieuren (mv.)

vadovýbė (m)

[vado'vʲi:bʲe:]

gouverneur (de)

gubernãtorius (v)

[gʊbʲɛr'na:torʲʊs]

consul (de)

consul (de)

kònsulas (v)

['konsʊlʲas]

diplomaat (de)

diplomãtas (v)

[dʲɪplʲo'ma:tas]

burgemeester (de)

mèras (v)

['mʲɛras]

sheriff (de)

šerìfas (v)

[ʃʲɛrʲɪfas]

keizer (bijv. Romeinse ~)

imperãtorius (v)

[ɪmpʲɛ'ra:torʲʊs]

tsaar (de)

cãras (v)

['tsa:ras]

farao (de)

faraònas (v)

[fara'onas]

kan (de)

kan (de)

chãnas (v)

['xa:nas]

118. De wet overtreden. Criminelen. Deel 1

bandiet (de)

bandìtas (v)

[ban'dʲɪtas]

misdaad (de)

nusikaltìmas (v)

[nʊsʲɪkalʲ'tʲɪmas]

misdadiger (de)

nusikal̃tėlis (v)

[nʊsʲɪ'kaltʲe:lʲɪs] dief (de)

dief (de)

vagìs (v)

[va'gʲɪs]

stelen (ww)

võgti

['vo:ktʲɪ]

stelen, diefstal (de)

vagỹstė (m)

[va'gʲi:stʲe:]

kidnappen (ww)

pagróbti

[pag'roptʲɪ]

kidnapping (de)

pagrobė́jas (v)

[pagro'bʲe:jas]

kidnapper (de)

pagrobìmas (v)

[pagro'bʲɪmas]

losgeld (het)

ìšpirka (m)

['ɪʃpʲɪrka]

eisen losgeld (ww)

eisen losgeld (ww)

reikaláuti ìšpirkos

[rʲɛɪka'lʲɑʊtʲɪ 'ɪʃpʲɪrkos]

overvallen (ww)

plėšikáuti

[plʲe:ʃʲɪ'kɑʊtʲɪ]

overval (de)

apiplė́šimas (v)

[apʲɪ'plʲe:ʃʲɪmas]

overvaller (de)

plėšìkas (v)

[plʲe:'ʃʲɪkas]

afpersen (ww)

prievartáuti

[prʲiɛvar'tɑʊtʲɪ]

afperser (de)

prievartáutojas (v)

[prʲiɛvar'tɑʊto:jɛs]

afpersing (de)

prievartãvimas (v)

[prʲiɛvar'ta:vʲɪmas]

vermoorden (ww)

vermoorden (ww)

nužudýti

[nʊʒʊ'dʲi:tʲɪ]

moord (de)

nužùdymas (v)

[nʊ'ʒʊdʲi:mas]

moordenaar (de)

žudìkas (v)

[ʒʊ'dʲɪkas]

schot (het)

šū̃vis (v)

['ʃu:vʲɪs]

een schot lossen

iššáuti

[ɪʃ'ʃɑʊtʲɪ]

neerschieten (ww)

nušáuti

[nʊ'ʃɑʊtʲɪ]

schieten (ww)

šáudyti

['ʃɑʊdʲi:tʲɪ]

schieten (het)

schieten (het)

šáudymas (v)

['ʃɑʊdʲi:mas]

ongeluk (gevecht, enz.)

į́vykis (v)

['i:vʲɪ:kʲɪs]

gevecht (het)

muštỹnės (m dgs)

[mʊʃ'tʲi:nʲe:s]

Help!

Gélbėkit!

['gʲɛlʲbʲe:kʲɪt!]

slachtoffer (het)

aukà (m)

[ɑʊ'ka]

beschadigen (ww)

sugadìnti

[sʊga'dʲɪntʲɪ]

schade (de)

núostolis (v)

['nʊɑstolʲɪs]

lijk (het)

lijk (het)

lavónas (v)

[lʲa'vonas]

zwaar (~ misdrijf)

sunkùs

[sʊŋ'kʊs]

aanvallen (ww)

užpùlti

[ʊʒ'pʊlʲtʲɪ]

slaan (iemand ~)

mùšti

['mʊʃtʲɪ]

in elkaar slaan (toetakelen)

sumùšti

[sʊ'mʊʃtʲɪ]

ontnemen (beroven)

atim̃ti

[a'tʲɪmtʲɪ]

steken (met een mes)

papjáuti

[pa'pjɑʊtʲɪ]

verminken (ww)

verminken (ww)

sužalóti

[sʊʒa'lʲotʲɪ]

verwonden (ww)

sužalóti

[sʊʒa'lʲotʲɪ]

chantage (de)

šantãžas (v)

[ʃan'ta:ʒas]

chanteren (ww)

šantažúoti

[ʃanta'ʒʊɑtʲɪ]

chanteur (de)

šantažúotojas (v)

[ʃanta'ʒʊɑto:jɛs]

afpersing (de)

rèketas (v)

['rʲɛkʲɛtas]

afperser (de)

reketúotojas (v)

[rʲɛkʲɛ'tʊɑto:jɛs]

gangster (de)

gangster (de)

gángsteris (v)

['gangstʲɛrʲɪs]

maffia (de)

mãfija (m)

['ma:fʲɪjɛ]

kruimeldief (de)

kišénvagis (v)

[kʲɪ'ʃʲɛnvagʲɪs]

inbreker (de)

įsilaužė̃lis (v)

[i:sʲɪlɑʊ'ʒʲe:lʲɪs]

smokkelen (het)

kontrabánda (m)

[kɔntra'banda]

smokkelaar (de)

kontrabándininkas (v)

[kɔntra'bandʲɪnʲɪŋkas]

namaak (de)

klastõtė (m)

[klʲas'to:tʲe:]

namaken (ww)

namaken (ww)

klastóti

[klʲas'totʲɪ]

namaak-, vals (bn)

klastõtė

[klʲas'to:tʲe:]

119. De wet overtreden. Criminelen. Deel 2

verkrachting (de)

išprievartãvimas (v)

[ɪʃprʲiɛvar'ta:vʲɪmas]

verkrachten (ww)

išprievartáuti

[ɪʃprʲiɛvar'tɑʊtʲɪ]

verkrachter (de)

prievartáutojas (v)

[prʲiɛvar'tɑʊto:jɛs] maniak (de)

maniak (de)

maniãkas (v)

[manʲɪ'jakas]

prostituee (de)

prostitùtė (m)

[prostʲɪ'tʊtʲe:]

prostitutie (de)

prostitùcija (m)

[prostʲɪ'tʊtsʲɪjɛ]

pooier (de)

sutèneris (v)

[sʊ'tʲɛnʲɛrʲɪs]

drugsverslaafde (de)

narkomãnas (v)

[narko'ma:nas]

drugshandelaar (de)

prekiáutojas narkòtikais (v)

[prʲɛ'kʲæʊto:jɛs nar'kotʲɪkʌɪs]

opblazen (ww)

susprogdìnti

[sʊsprog'dʲɪntʲɪ]

explosie (de)

explosie (de)

sprogìmas (v)

[spro'gʲɪmas]

in brand steken (ww)

padègti

[pa'dʲɛktʲɪ]

brandstichter (de)

padegė́jas (v)

[padʲɛ'gʲe:jas]

terrorisme (het)

terorìzmas (v)

[tʲɛro'rʲɪzmas]

terrorist (de)

terorìstas (v)

[tʲɛro'rʲɪstas]

gijzelaar (de)

į́kaitas (v)

['i:kʌɪtas]

bedriegen (ww)

apgáuti

[ap'gɑʊtʲɪ]

bedrog (het)

bedrog (het)

apgavỹstė (m)

[apga'vʲi:stʲe:]

oplichter (de)

sùkčius (v)

['sʊktʂʲʊs]

omkopen (ww)

papir̃kti

[pa'pʲɪrktʲɪ]

omkoperij (de)

papirkìmas (v)

[papʲɪr'kʲɪmas]

smeergeld (het)

kỹšis (v)

['kʲi:ʃʲɪs]

vergif (het)

nuõdas (v)

['nʊɑdas]

vergiftigen (ww)

nunuõdyti

[nʊ'nʊɑdʲi:tʲɪ]

vergif innemen (ww)

vergif innemen (ww)

nusinuõdyti

[nʊsʲɪnʊɑdʲi:tʲɪ]

zelfmoord (de)

savižudýbė (m)

[savʲɪʒʊ'dʲi:bʲe:]

zelfmoordenaar (de)

savìžudis (v)

[sa'vʲɪʒʊdʲɪs]

bedreigen (bijv. met een pistool)

grasìnti

[gra'sʲɪntʲɪ]

bedreiging (de)

grasìnimas (v)

[gra'sʲɪnʲɪmas]

een aanslag plegen

kėsìntis

[kʲe:'sʲɪntʲɪs]

aanslag (de)

pasikėsìnimas (v)

[pasʲɪkʲe:'sʲɪnʲɪmas]

stelen (een auto)

stelen (een auto)

nuvarýti

[nʊva'rʲi:tʲɪ]

kapen (een vliegtuig)

nuvarýti

[nʊva'rʲi:tʲɪ]

wraak (de)

ker̃štas (v)

['kʲɛrʃtas]

wreken (ww)

ker̃šyti

['kʲɛrʃʲɪ:tʲɪ]

martelen (gevangenen)

kankìnti

[kaŋ'kʲɪntʲɪ]

foltering (de)

kankìnimas (v)

[kaŋ'kʲɪnʲɪmas]

folteren (ww)

kankìnti

[kaŋ'kʲɪntʲɪ]

piraat (de)

piraat (de)

pirãtas (v)

[pʲɪ'ra:tas]

straatschender (de)

chuligãnas (v)

[xʊlʲɪ'ga:nas]

gewapend (bn)

ginklúotas

[gʲɪŋk'lʲʊɑtas]

geweld (het)

príevarta (m)

['prʲiɛvarta]

spionage (de)

špionãžas (v)

[ʃpʲo'na:ʒas]

spioneren (ww)

šnipinė́ti

[ʃnʲɪpʲɪ'nʲe:tʲɪ]

120. Politie. Wet. Deel 1

gerecht (het)

teĩsmas (v)

['tʲɛɪsmas]

gerechtshof (het)

teĩsmas (v)

['tʲɛɪsmas]

rechter (de)

teisė́jas (v)

[tʲɛɪ'sʲe:jas] jury (de)

jury (de)

prisíekusieji (v)

[prʲɪ'sʲiɛkʊsʲiɛji]

juryrechtspraak (de)

prisíekusiųjų teĩsmas (v)

[prʲɪ'sʲiɛkʊsʲu:ju: 'tʲɛɪsmas]

berechten (ww)

teĩsti

['tʲɛɪstʲɪ]

advocaat (de)

advokãtas (v)

[advo'ka:tas]

beklaagde (de)

teisiamàsis (v)

[tʲɛɪsʲæ'masʲɪs]

beklaagdenbank (de)

teisiamų̃jų súolas (v)

[tʲɛɪsʲæ'mu:ju: 'sʊɑlʲas]

beschuldiging (de)

káltinimai (v)

['kalʲtʲɪnʲɪmʌɪ]

beschuldigde (de)

beschuldigde (de)

káltinamasis (v)

['kalʲtʲɪnamasʲɪs]

vonnis (het)

núosprendis (v)

['nʊɑsprʲɛndʲɪs]

veroordelen (in een rechtszaak)

nuteĩsti

[nʊ'tʲɛɪstʲɪ]

schuldige (de)

kaltiniñkas (v)

[kalʲtʲɪ'nʲɪŋkas]

straffen (ww)

nubaũsti

[nʊ'bɑʊstʲɪ]

bestraffing (de)

bausmė̃ (m)

[bɑʊs'mʲe:]

boete (de)

baudà (m)

[bɑʊ'da]

levenslange opsluiting (de)

levenslange opsluiting (de)

kalė́jimas ikì gyvõs galvõs (v)

[ka'lʲɛjɪmas ikʲɪ gʲi:'vo:s galʲ'vo:s]

doodstraf (de)

mirtiẽs bausmė̃ (m)

[mʲɪr'tʲɛs bɑʊs'mʲe:]

elektrische stoel (de)

elèktros kėdė̃ (m)

[e'lʲɛktros kʲe:'dʲe:]

schavot (het)

kártuvės (m dgs)

['kartʊvʲe:s]

executeren (ww)

baũsti mirtimì

['bɑʊstʲɪ mʲɪrtʲɪ'mʲɪ]

executie (de)

baudìmas mirtimì (v)

[bɑʊ'dʲɪmas mʲɪrtʲɪ'mʲɪ]

gevangenis (de)

kalė́jimas (v)

[ka'lʲɛjɪmas]

cel (de)

cel (de)

kãmera (m)

['ka:mʲɛra]

konvooi (het)

konvòjus (v)

[kɔn'vojʊs]

gevangenisbewaker (de)

prižiūrė́tojas (v)

[prʲɪʒʲu:'rʲe:to:jɛs]

gedetineerde (de)

kalinỹs (v)

[kalʲɪ'nʲi:s]

handboeien (mv.)

añtrankiai (v dgs)

['añtrakʲɛɪ]

handboeien omdoen

uždė́ti añtrankius

[ʊʒ'dʲe:tʲɪ 'añtraŋkʲʊs]

ontsnapping (de)

pabėgìmas (v)

[pabʲe:'gʲɪmas]

ontsnappen (ww)

ontsnappen (ww)

pabė́gti

[pa'bʲe:ktʲɪ]

verdwijnen (ww)

diñgti

['dʲɪŋktʲɪ]

vrijlaten (uit de gevangenis)

paléisti

[pa'lʲɛɪstʲɪ]

amnestie (de)

amnèstija (m)

[am'nʲɛstʲɪjɛ]

politie (de)

polìcija (m)

[po'lʲɪtsʲɪjɛ]

politieagent (de)

polìcininkas (v)

[po'lʲɪtsʲɪnʲɪŋkas]

politiebureau (het)

polìcijos núovada (m)

[po'lʲɪtsʲɪjɔs 'nʊɑvada]

knuppel (de)

knuppel (de)

gumìnis pagalỹs (v)

[gʊ'mʲɪnʲɪs paga'lʲi:s]

megafoon (de)

garsiãkalbis (v)

[gar'sʲækalʲbʲɪs]

patrouilleerwagen (de)

patrùlio mašinà (m)

[pat'rʊlʲɔ maʃʲɪ'na]

sirene (de)

sirenà (m)

[sʲɪrʲɛ'na]

de sirene aansteken

įjùngti sirèną

[i:'jʊŋktʲɪ sʲɪ'rʲɛna:]

geloei (het) van de sirene

sirènos kaukìmas (v)

[sʲɪ'rʲɛnos kɑʊ'kʲɪmas]

plaats delict (de)

į́vykio vietà (m)

['i:vʲɪ:kʲɔ vʲiɛ'ta]

getuige (de)

getuige (de)

liùdininkas (v)

['lʲʊdʲɪnʲɪŋkas]

vrijheid (de)

láisvė (m)

['lʲʌɪsvʲe:]

handlanger (de)

beñdrininkas (v)

['bʲɛndrʲɪnʲɪŋkas]

ontvluchten (ww)

pasislė̃pti

[pasʲɪ'slʲe:ptʲɪ]

spoor (het)

pė́dsakas (v)

['pʲe:dsakas]

121. Politie. Wet. Deel 2

opsporing (de)

paieškà (m)

[paʲiɛʃ'ka]

opsporen (ww)

ieškóti

[ɪɛʃ'kotʲɪ]

verdenking (de)

įtarìmas (v)

[i:ta'rʲɪ:mas] verdacht (bn)

verdacht (bn)

įtar̃tinas

[i:'tartʲɪnas]

aanhouden (stoppen)

sustabdýti

[sʊstab'dʲi:tʲɪ]

tegenhouden (ww)

sulaikýti

[sʊlʲʌɪ'kʲi:tʲɪ]

strafzaak (de)

bylà (m)

[bʲi:'lʲa]

onderzoek (het)

tyrìmas (v)

[tʲi:'rʲɪmas]

detective (de)

detektỹvas (v)

[dʲɛtʲɛk'tʲi:vas]

onderzoeksrechter (de)

tyrė́jas (v)

[tʲi:'rʲe:jas]

versie (de)

versie (de)

vèrsija (m)

['vʲɛrsʲɪjɛ]

motief (het)

motỹvas (v)

[mo'tʲi:vas]

verhoor (het)

apklausà (m)

[apklʲɑʊ'sa]

ondervragen (door de politie)

apkláusti

[ap'klʲɑʊstʲɪ]

ondervragen (omstanders ~)

apkláusti

[ap'klʲɑʊstʲɪ]

controle (de)

patìkrinimas (v)

[pa'tʲɪkrʲɪnʲɪmas]

razzia (de)

gaudỹnės (m dgs)

[gɑʊ'dʲi:nʲe:s]

huiszoeking (de)

huiszoeking (de)

kratà (m)

[kra'ta]

achtervolging (de)

vijìmasis (v)

[vʲɪ'jɪmasʲɪs]

achtervolgen (ww)

sèkti

['sʲɛktʲɪ]

opsporen (ww)

sèkti

['sʲɛktʲɪ]

arrest (het)

ãreštas (v)

['a:rʲɛʃtas]

arresteren (ww)

areštúoti

[arʲɛʃ'tʊɑtʲɪ]

vangen, aanhouden (een dief, enz.)

pagáuti

[pa'gɑʊtʲɪ]

aanhouding (de)

aanhouding (de)

pagavìmas (v)

[paga'vʲɪmas]

document (het)

dokumeñtas (v)

[dokʊ'mʲɛntas]

bewijs (het)

įródymas (v)

[i:'rodʲɪ:mas]

bewijzen (ww)

įródyti

[i:'rodʲɪ:tʲɪ]

voetspoor (het)

pė́dsakas (v)

['pʲe:dsakas]

vingerafdrukken (mv.)

pir̃štų añtspaudai (v dgs)

['pʲɪrʃtu: 'antspɑʊdʌɪ]

bewijs (het)

į́kaltis (v)

['i:kalʲtʲɪs]

alibi (het)

alibi (het)

ãlibi (v)

['a:lʲɪbʲɪ]

onschuldig (bn)

nekáltas

[nʲɛ'kalʲtas]

onrecht (het)

neteisingùmas (v)

[nʲɛtʲɛɪsʲɪn'gʊmas]

onrechtvaardig (bn)

neteisìngas

[nʲɛtʲɛɪ'sʲɪngas]

crimineel (bn)

kriminãlinis

[krʲɪmʲɪ'na:lʲɪnʲɪs]

confisqueren (in beslag nemen)

konfiskúoti

[kɔnfʲɪs'kʊɑtʲɪ]

drug (de)

narkòtikas (v)

[nar'kotʲɪkas]

wapen (het)

wapen (het)

giñklas (v)

['gʲɪŋklʲas]

ontwapenen (ww)

nuginklúoti

[nʊgʲɪŋ'klʲʊɑtʲɪ]

bevelen (ww)

įsakinė́ti

[i:sakʲɪ'nʲe:tʲɪ]

verdwijnen (ww)

diñgti

['dʲɪŋktʲɪ]

wet (de)

įstãtymas (v)

[i:'sta:ti:mas]

wettelijk (bn)

teisė́tas

[tʲɛɪ'sʲe:tas]

onwettelijk (bn)

neteisė́tas

[nʲɛtʲɛɪ'sʲe:tas]

verantwoordelijkheid (de)

verantwoordelijkheid (de)

atsakomýbė (m)

[atsako'mʲi:bʲe:]

verantwoordelijk (bn)

atsakìngas

[atsa'kʲɪngas]

NATUUR

DE AARDE. DEEL 1

122. De kosmische ruimte

kosmos (de)

kòsmosas (v)

['kosmosas]

kosmisch (bn)

kòsminis

['kosmʲɪnʲɪs]

kosmische ruimte (de)

kòsminė erdvė̃ (m)

['kosmʲɪnʲe: ɛrd'vʲe:] wereld (de)

wereld (de)

visatà (m)

[vʲɪsa'ta]

heelal (het)

pasáulis (v)

[pa'sɑʊlʲɪs]

sterrenstelsel (het)

galãktika (m)

[ga'lʲa:ktʲɪka]

ster (de)

žvaigždė̃ (m)

[ʒvʌɪg'ʒdʲe:]

sterrenbeeld (het)

žvaigždýnas (v)

[ʒvʌɪgʒ'dʲi:nas]

planeet (de)

planetà (m)

[plʲanʲɛ'ta]

satelliet (de)

palydõvas (v)

[palʲi:'do:vas]

meteoriet (de)

meteoriet (de)

meteorìtas (v)

[mʲɛtʲɛo'rʲɪtas]

komeet (de)

kometà (m)

[kɔmʲɛ'ta]

asteroïde (de)

asteròidas (v)

[astʲɛ'roɪdas]

baan (de)

orbità (m)

[orbʲɪ'ta]

draaien (om de zon, enz.)

sùktis

['sʊktʲɪs]

atmosfeer (de)

atmosferà (m)

[atmosfʲɛ'ra]

Zon (de)

Sáulė (m)

['sɑʊlʲe:]

zonnestelsel (het)

zonnestelsel (het)

Sáulės sistemà (m)

['sɑʊlʲe:s sʲɪste'ma]

zonsverduistering (de)

Sáulės užtemìmas (v)

['sɑʊlʲe:s ʊʒtʲɛ'mʲɪmas]

Aarde (de)

Žẽmė (m)

['ʒʲæmʲe:]

Maan (de)

Mėnùlis (v)

[mʲe:'nʊlʲɪs]

Mars (de)

Mársas (v)

['marsas]

Venus (de)

Venerà (m)

[vʲɛnʲɛ'ra]

Jupiter (de)

Jupìteris (v)

[jʊ'pʲɪtʲɛrʲɪs]

Saturnus (de)

Saturnus (de)

Satùrnas (v)

[sa'tʊrnas]

Mercurius (de)

Merkùrijus (v)

[mʲɛr'kʊrʲɪjʊs]

Uranus (de)

Urãnas (v)

[ʊ'ra:nas]

Neptunus (de)

Neptū̃nas (v)

[nʲɛp'tu:nas]

Pluto (de)

Plutònas (v)

[plʲʊ'tonas]

Melkweg (de)

Paũkščių Tãkas (v)

['pɑʊkʃtʂʲu: 'ta:kas]

Grote Beer (de)

Didíeji Grį̃žulo Rãtai (v dgs)

[dʲɪ'dʲiɛjɪ 'grʲɪ:ʒʊlʲɔ 'ra:tʌɪ]

Poolster (de)

Poolster (de)

Šiaurìnė žvaigždė̃ (m)

[ʃʲɛʊ'rʲɪnʲe: ʒvʌɪg'ʒdʲe:]

marsmannetje (het)

marsiẽtis (v)

[mar'sʲɛtʲɪs]

buitenaards wezen (het)

ateĩvis (v)

[a'tʲɛɪvʲɪs]

bovenaards (het)

ateĩvis (v)

[a'tʲɛɪvʲɪs]

vliegende schotel (de)

skraĩdanti lėkštė̃ (m)

['skrʌɪdantʲɪ lʲe:kʃ'tʲe:]

ruimtevaartuig (het)

kòsminis laĩvas (v)

['kosmʲɪnʲɪs 'lʲʌɪvas]

ruimtestation (het)

orbìtos stotìs (m)

[or'bʲɪtos sto'tʲɪs]

start (de)

start (de)

stártas (v)

['startas]

motor (de)

varìklis (v)

[va'rʲɪklʲɪs]

straalpijp (de)

tūtà (m)

[tu:'ta]

brandstof (de)

kùras (v)

['kʊras]

cabine (de)

kabinà (m)

[kabʲɪ'na]

antenne (de)

antenà (m)

[antʲɛ'na]

patrijspoort (de)

iliuminãtorius (v)

[ɪlʲʊmʲɪ'na:torʲʊs]

zonnebatterij (de)

zonnebatterij (de)

sáulės batèrija (m)

['sɑʊlʲe:s ba'tʲɛrʲɪjɛ]

ruimtepak (het)

skafándras (v)

[ska'fandras]

gewichtloosheid (de)

nesvarùmas (v)

[nʲɛsva'rumas]

zuurstof (de)

deguõnis (v)

[dʲɛ'gʊɑnʲɪs]

koppeling (de)

susijungìmas (v)

[sʊsʲɪjʊn'gʲɪmas]

koppeling maken

susijùngti

[sʊsʲɪ'jʊŋktʲɪ]

observatorium (het)

observatòrija (m)

[obsʲɛrva'torʲɪjɛ]

telescoop (de)

telescoop (de)

teleskòpas (v)

[tʲɛlʲɛ'skopas]

waarnemen (ww)

stebė́ti

[ste'bʲe:tʲɪ]

exploreren (ww)

tyrinė́ti

[tʲi:rʲɪ'nʲe:tʲɪ]

123. De Aarde

Aarde (de)

Žẽmė (m)

['ʒʲæmʲe:]

aardbol (de)

žẽmės rutulỹs (v)

['ʒʲæmʲe:s rʊtʊ'lʲi:s]

planeet (de)

planetà (m)

[plʲanʲɛ'ta] atmosfeer (de)

atmosfeer (de)

atmosferà (m)

[atmosfʲɛ'ra]

aardrijkskunde (de)

geogrãfija (m)

[gʲɛo'gra:fʲɪjɛ]

natuur (de)

gamtà (m)

[gam'ta]

wereldbol (de)

gaublỹs (v)

[gɑʊb'lʲi:s]

kaart (de)

žemė́lapis (v)

[ʒe'mʲe:lʲapʲɪs]

atlas (de)

ãtlasas (v)

['a:tlʲasas]

Europa (het)

Europà (m)

[ɛʊro'pa]

Azië (het)

Azië (het)

ãzija (m)

['a:zʲɪjɛ]

Afrika (het)

ãfrika (m)

['a:frʲɪka]

Australië (het)

Austrãlija (m)

[ɑʊs'tra:lʲɪjɛ]

Amerika (het)

Amèrika (m)

[a'mʲɛrʲɪka]

Noord-Amerika (het)

Šiáurės Amèrika (m)

['ʃʲæʊrʲe:s a'mʲɛrʲɪka]

Zuid-Amerika (het)

Pietų̃ Amèrika (m)

[pʲiɛ'tu: a'mʲɛrʲɪka]

Antarctica (het)

Antarktidà (m)

[antarktʲɪ'da]

Arctis (de)

Arctis (de)

Árktika (m)

['arktʲɪka]

124. Windrichtingen

noorden (het)

šiáurė (m)

['ʃʲæʊrʲe:]

naar het noorden

į̃ šiáurę

[i: 'ʃʲæʊrʲɛ:]

in het noorden

šiáurėje

['ʃʲæʊrʲe:je] noordelijk (bn)

noordelijk (bn)

šiaurìnis

[ʃʲɛʊ'rʲɪnʲɪs]

zuiden (het)

pietùs (v)

[pʲiɛ'tʊs]

naar het zuiden

į̃ pietùs

[i: pʲiɛ'tʊs]

in het zuiden

pietuosè

[pʲiɛtʊɑ'sʲɛ]

zuidelijk (bn)

pietìnis

[pʲiɛ'tʲɪnʲɪs]

westen (het)

vakaraĩ (v dgs)

[vaka'rʌɪ]

naar het westen

į̃ vãkarus

[i: 'va:karʊs]

in het westen

in het westen

vakaruosè

[vakarʊɑ'sʲɛ]

westelijk (bn)

vakariẽtiškas

[vaka'rʲɛtʲɪʃkas]

oosten (het)

rytaĩ (v dgs)

[rʲi:'tʌɪ]

naar het oosten

į̃ rýtus

[i: 'rʲɪ:tʊs]

in het oosten

rytuosè

[rʲi:tʊɑ'sʲɛ]

oostelijk (bn)

rytiẽtiškas

[rʲi:'tʲɛtʲɪʃkas]

125. Zee. Oceaan

zee (de)

jū́ra (m)

['ju:ra]

oceaan (de)

vandenýnas (v)

[vandʲɛ'nʲi:nas]

golf (baai)

į́lanka (m)

['i:lʲaŋka] straat (de)

straat (de)

są́siauris (v)

['sa:sʲɛʊrʲɪs]

continent (het)

žemýnas (v)

[ʒʲɛ'mʲi:nas]

eiland (het)

salà (m)

[sa'lʲa]

schiereiland (het)

pusiãsalis (v)

[pʊ'sʲæsalʲɪs]

archipel (de)

archipelãgas (v)

[arxʲɪpʲɛ'lʲa:gas]

baai, bocht (de)

užùtekis (v)

[ʊʒʊtʲɛkʲɪs]

haven (de)

úostas (v)

['ʊɑstas]

lagune (de)

lagune (de)

lagūnà (m)

[lʲagu:'na]

kaap (de)

iškyšulỹs (v)

[ɪʃkʲi:ʃʊ'lʲi:s]

atol (de)

atólas (v)

[a'tolʲas]

rif (het)

rìfas (v)

['rʲɪfas]

koraal (het)

korãlas (v)

[kɔ'ra:lʲas]

koraalrif (het)

korãlų rìfas (v)

[kɔ'ra:lʲu: 'rʲɪfas]

diep (bn)

gilùs

[gʲɪ'lʲʊs]

diepte (de)

diepte (de)

gỹlis (v)

['gʲi:lʲɪs]

diepzee (de)

bedùgnė (m)

[bʲɛ'dʊgnʲe:]

trog (bijv. Marianentrog)

į́duba (m)

['i:dʊba]

stroming (de)

srovė̃ (m)

[sro'vʲe:]

omspoelen (ww)

skaláuti

[ska'lʲɑʊtʲɪ]

oever (de)

pajūris (v)

['pajūris]

kust (de)

pakrántė (m)

[pak'rantʲe:]

vloed (de)

vloed (de)

añtplūdis (v)

['antplʲu:dʲɪs]

eb (de)

atóslūgis (v)

[a'toslʲu:gʲɪs]

ondiepte (ondiep water)

atãbradas (v)

[a'ta:bradas]

bodem (de)

dùgnas (v)

['dʊgnas]

golf (hoge ~)

bangà (m)

[ban'ga]

golfkam (de)

bangõs keterà (m)

[ban'go:s kʲɛtʲɛ'ra]

schuim (het)

pùtos (m dgs)

['pʊtos]

orkaan (de)

orkaan (de)

uragãnas (v)

[ʊra'ga:nas]

tsunami (de)

cunãmis (v)

[tsʊ'na:mʲɪs]

windstilte (de)

štiliùs (v)

[ʃtʲɪ'lʲʊs]

kalm (bijv. ~e zee)

ramùs

[ra'mʊs]

pool (de)

ašìgalis (v)

[a'ʃʲɪgalʲɪs]

polair (bn)

poliãrinis

[po'lʲærʲɪnʲɪs]

breedtegraad (de)

platumà (m)

[plʲatʊ'ma]

lengtegraad (de)

lengtegraad (de)

ilgumà (m)

[ɪlʲgʊ'ma]

parallel (de)

paralèlė (m)

[para'lʲɛlʲe:]

evenaar (de)

ekvãtorius (v)

[ɛk'va:torʲʊs]

hemel (de)

dangùs (v)

[dan'gʊs]

horizon (de)

horizòntas (v)

[ɣorʲɪ'zontas]

lucht (de)

óras (v)

['oras]

vuurtoren (de)

švyturỹs (v)

[ʃvʲi:tʊ'rʲi:s]

duiken (ww)

duiken (ww)

nárdyti

['nardʲi:tʲɪ]

zinken (ov. een boot)

nuskę̃sti

[nʊ'skʲɛ:stʲɪ]

schatten (mv.)

lõbis (v)

['lʲo:bʲɪs]

126. Namen van zeeën en oceanen

Atlantische Oceaan (de)

Atlánto vandenýnas (v)

[at'lʲantɔ vandʲɛ'nʲi:nas]

Indische Oceaan (de)

Ìndijos vandenýnas (v)

['ɪndʲɪjɔs vandʲɛ'nʲi:nas]

Stille Oceaan (de)

Ramùsis vandenýnas (v)

[ra'mʊsʲɪs vandʲɛ'nʲi:nas] Noordelijke IJszee (de)

Noordelijke IJszee (de)

Árkties vandenýnas (v)

['arktʲiɛs vandʲɛ'nʲi:nas]

Zwarte Zee (de)

Juodóji jū́ra (m)

[jʊɑ'do:jɪ 'ju:ra]

Rode Zee (de)

Raudonóji jū́ra (m)

[rɑʊdo'no:jɪ 'ju:ra]

Gele Zee (de)

Geltonóji jū́ra (m)

[gʲɛlʲto'no:jɪ 'ju:ra]

Witte Zee (de)

Baltóji jū́ra (m)

[balʲ'to:jɪ 'ju:ra]

Kaspische Zee (de)

Kãspijos jū́ra (m)

['ka:spʲɪjɔs 'ju:ra]

Dode Zee (de)

Negyvóji jū́ra (m)

[nʲɛgʲi:'vo:jɪ 'ju:ra]

Middellandse Zee (de)

Middellandse Zee (de)

Vidùržemio jū́ra (m)

[vʲɪ'dʊrʒʲɛmʲɔ 'ju:ra]

Egeïsche Zee (de)

Egéjo jū́ra (m)

[ɛ'gʲæjɔ 'ju:ra]

Adriatische Zee (de)

ãdrijos jū́ra (m)

['a:drʲɪjɔs 'ju:ra]

Arabische Zee (de)

Arãbijos jū́ra (m)

[a'rabʲɪjɔs 'ju:ra]

Japanse Zee (de)

Japònijos jū́ra (m)

[ja'ponʲɪjɔs ju:ra]

Beringzee (de)

Bèringo jū́ra (m)

['bʲɛrʲɪngɔ 'ju:ra]

Zuid-Chinese Zee (de)

Pietų̃ Kìnijos jū́ra (m)

[pʲiɛ'tu: 'kʲɪnʲɪjɔs 'ju:ra]

Koraalzee (de)

Koraalzee (de)

Korãlų jū́ra (m)

[kɔ'ra:lʲu: 'ju:ra]

Tasmanzee (de)

Tasmãnų jū́ra (m)

[tas'manu: 'ju:ra]

Caribische Zee (de)

Karìbų jū́ra (m)

[ka'rʲɪbu: 'ju:ra]

Barentszzee (de)

Bãrenco jū́ra (m)

[barʲɛntsɔ 'ju:ra]

Karische Zee (de)

Kãrsko jū́ra (m)

['karskɔ 'ju:ra]

Noordzee (de)

Šiáurės jū́ra (m)

['ʃʲæʊrʲe:s 'ju:ra]

Baltische Zee (de)

Báltijos jū́ra (m)

['balʲtʲɪjɔs 'ju:ra]

Noorse Zee (de)

Noorse Zee (de)

Norvègijos jū́ra (m)

[nor'vʲɛgʲɪjɔs 'ju:ra]

127. Bergen

berg (de)

kálnas (v)

['kalʲnas]

bergketen (de)

kalnų̃ vìrtinė (m)

[kalʲ'nu: vʲɪrtʲɪnʲe:]

gebergte (het)

kalnãgūbris (v)

[kalʲ'na:gu:brʲɪs] bergtop (de)

bergtop (de)

viršū́nė (m)

[vʲɪr'ʃu:nʲe:]

bergpiek (de)

pìkas (v)

['pʲɪkas]

voet (ov. de berg)

papė́dė (m)

[pa'pʲe:dʲe:]

helling (de)

núokalnė (m)

['nʊɑkalʲnʲe:]

vulkaan (de)

ugnìkalnis (v)

[ʊg'nʲɪkalʲnʲɪs]

actieve vulkaan (de)

veĩkiantis ugnìkalnis (v)

['vʲɛɪkʲæntʲɪs ʊg'nʲɪkalʲnʲɪs]

uitgedoofde vulkaan (de)

užgẽsęs ugnìkalnis (v)

[ʊʒ'gʲæsʲɛ:s ʊg'nʲɪkalʲnʲɪs]

uitbarsting (de)

uitbarsting (de)

išsivéržimas (v)

[ɪʃsʲɪvʲɛr'ʒʲɪmas]

krater (de)

krãteris (v)

['kra:tʲɛrʲɪs]

magma (het)

magmà (m)

[mag'ma]

lava (de)

lavà (m)

[lʲa'va]

gloeiend (~e lava)

įkaĩtęs

[i:'kʌɪtʲɛ:s]

kloof (canyon)

kanjònas (v)

[ka'njɔ̀nas]

bergkloof (de)

tarpùkalnė (m)

[tar'pʊkalʲnʲe:]

spleet (de)

spleet (de)

tarpẽklis (m)

[tar'pʲæklʲɪs]

bergpas (de)

kalnãkelis (m)

[kalʲ'nakʲɛlʲɪs]

plateau (het)

gulstė̃ (m)

[gʊlʲ'stʲe:]

klip (de)

uolà (m)

[ʊɑ'lʲa]

heuvel (de)

kalvà (m)

[kalʲ'va]

gletsjer (de)

ledýnas (v)

[lʲɛ'dʲi:nas]

waterval (de)

krioklỹs (v)

[krʲok'lʲi:s]

geiser (de)

geiser (de)

geĩzeris (v)

['gʲɛɪzʲɛrʲɪs]

meer (het)

ẽžeras (v)

['ɛʒʲɛras]

vlakte (de)

lygumà (m)

[lʲi:gʊ'ma]

landschap (het)

peizãžas (v)

[pʲɛɪ'za:ʒas]

echo (de)

áidas (v)

['ʌɪdas]

alpinist (de)

alpinìstas (v)

[alʲpʲɪ'nʲɪstas]

bergbeklimmer (de)

uolakopỹs (v)

[ʊɑlʲako'pỹs]

trotseren (berg ~)

trotseren (berg ~)

pavérgti

[pa'vʲɛrktʲɪ]

beklimming (de)

kopìmas (v)

[kɔ'pʲɪmas]

128. Bergen namen

Alpen (de)

Álpės (m dgs)

['alʲpʲe:s]

Mont Blanc (de)

Monblãnas (v)

[mon'blʲa:nas]

Pyreneeën (de)

Pirė́nai (v)

[pʲɪ'rʲe:nʌɪ] Karpaten (de)

Karpaten (de)

Karpãtai (v dgs)

[kar'pa:tʌɪ]

Oeralgebergte (het)

Urãlo kalnaĩ (v dgs)

[ʊ'ra:lɔ kalʲ'nʌɪ]

Kaukasus (de)

Kaukãzas (v)

[kɑʊ'ka:zas]

Elbroes (de)

Elbrùsas (v)

[ɛlʲ'brʊsas]

Altaj (de)

Altãjus (v)

[alʲ'ta:jʊs]

Tiensjan (de)

Tian Šãnis (v)

[tʲæn 'ʃa:nʲɪs]

Pamir (de)

Pamỹras (v)

[pa'mʲi:ras]

Himalaya (de)

Himalaya (de)

Himalãjai (v dgs)

[ɣʲɪma'lʲa:jʌɪ]

Everest (de)

Everèstas (v)

[ɛvʲɛ'rʲɛstas]

Andes (de)

Añdai (v)

['andʌɪ]

Kilimanjaro (de)

Kilimandžãras (v)

[kʲɪlʲɪman'dʒa:ras]

129. Rivieren

rivier (de)

ùpė (m)

['ʊpʲe:]

bron (~ van een rivier)

šaltìnis (v)

[ʃalʲ'tʲɪnʲɪs]

rivierbedding (de)

vagà (m)

[va'ga] rivierbekken (het)

rivierbekken (het)

baseĩnas (v)

[ba'sʲɛɪnas]

uitmonden in …

įtekė́ti į̃ …

[i:tʲɛ'kʲe:tʲɪ i: ..]

zijrivier (de)

añtplūdis (v)

['antplʲu:dʲɪs]

oever (de)

krañtas (v)

['krantas]

stroming (de)

srovė̃ (m)

[sro'vʲe:]

stroomafwaarts (bw)

pasroviuĩ

[pasro'vʲʊɪ]

stroomopwaarts (bw)

priẽš srõvę

['prʲɛʃ 'sro:vʲɛ:]

overstroming (de)

overstroming (de)

pótvynis (v)

['potvʲi:nʲɪs]

overstroming (de)

póplūdis (v)

['poplʲu:dʲɪs]

buiten zijn oevers treden

išsilíeti

[ɪʃsʲɪ'lʲiɛtʲɪ]

overstromen (ww)

tvìndyti

['tvʲɪndʲi:tʲɪ]

zandbank (de)

seklumà (m)

[sʲɛklʲʊ'ma]

stroomversnelling (de)

sleñkstis (v)

['slʲɛŋkstʲɪs]

dam (de)

ùžtvanka (m)

['ʊʒtvaŋka]

kanaal (het)

kanaal (het)

kanãlas (v)

[ka'na:lʲas]

spaarbekken (het)

vandeñs saugyklà (m)

[van'dʲɛns sɑʊgʲi:k'lʲa]

sluis (de)

šliùzas (v)

['ʃlʲʊzas]

waterlichaam (het)

vandeñs telkinỹs (v)

[van'dʲɛns tʲɛlʲkʲɪ'nʲi:s]

moeras (het)

pélkė (m)

['pʲɛlʲkʲe:]

broek (het)

liū́nas (v)

['lʲu:nas]

draaikolk (de)

verpẽtas (v)

[vʲɛr'pʲætas]

stroom (de)

stroom (de)

upẽlis (v)

[ʊ'pʲælʲɪs]

drink- (abn)

gẽriamas

['gʲærʲæmas]

zoet (~ water)

gė̃las

['gʲe:lʲas]

IJs (het)

lẽdas (v)

['lʲædas]

bevriezen (rivier, enz.)

užšálti

[ʊʒ'ʃalʲtʲɪ]

130. Namen van rivieren

Seine (de)

Senà (m)

[sʲɛ'na]

Loire (de)

Luarà (m)

[lʲʊa'ra]

Theems (de)

Tem̃zė (m)

['tʲɛmzʲe:] Rijn (de)

Rijn (de)

Reĩnas (v)

['rʲɛɪnas]

Donau (de)

Dunõjus (v)

[dʊ'no:jʊs]

Wolga (de)

Vòlga (m)

['volʲga]

Don (de)

Dònas (v)

['donas]

Lena (de)

Lenà (m)

[lʲɛ'na]

Gele Rivier (de)

Geltonóji ùpė (m)

[gʲɛlʲto'no:jɪ 'ʊpʲe:]

Blauwe Rivier (de)

Jangdzė̃ (m)

[jang'dzʲe:]

Mekong (de)

Mekong (de)

Mekòngas (v)

[mʲɛ'kongas]

Ganges (de)

Gángas (v)

['gangas]

Nijl (de)

Nìlas (v)

['nʲɪlʲas]

Kongo (de)

Kòngas (v)

['kongas]

Okavango (de)

Okavángas (v)

[oka'vàngas]

Zambezi (de)

Zambèzė (m)

[zam'bʲɛzʲe:]

Limpopo (de)

Limpopò (v)

[lʲɪmpo'po]

Mississippi (de)

Mississippi (de)

Misisìpė (m)

[mʲɪsʲɪ'sʲɪpʲe:]

131. Bos

bos (het)

mìškas (v)

['mʲɪʃkas]

bos- (abn)

miškìnis

[mʲɪʃ'kʲɪnʲɪs]

oerwoud (dicht bos)

tankumýnas (v)

[taŋkʊ'mʲi:nas] bosje (klein bos)

bosje (klein bos)

giráitė (m)

[gʲɪ'rʌɪtʲe:]

open plek (de)

laũkas (v)

['lʲɑʊkas]

struikgewas (het)

žolýnas, beržýnas (v)

[ʒo'lʲi:nas], [bʲɛr'ʒʲi:nas]

struiken (mv.)

krūmýnas (v)

[kru:'mʲi:nas]

paadje (het)

takẽlis (v)

[ta'kʲælʲɪs]

ravijn (het)

griovỹs (v)

[grʲo'vʲi:s]

boom (de)

mẽdis (v)

['mʲædʲɪs]

blad (het)

blad (het)

lãpas (v)

['lʲa:pas]

gebladerte (het)

lapijà (m)

[lʲapʲɪ'ja]

vallende bladeren (mv.)

lãpų kritìmas (v)

['lʲa:pu: krʲɪ'tʲɪmas]

vallen (ov. de bladeren)

krìsti

['krʲɪstʲɪ]

boomtop (de)

viršū́nė (m)

[vʲɪr'ʃu:nʲe:]

tak (de)

šakà (m)

[ʃa'ka]

ent (de)

šakà (m)

[ʃa'ka]

knop (de)

knop (de)

pum̃puras (v)

['pʊmpʊras]

naald (de)

spyglỹs (v)

[spʲi:g'lʲi:s]

dennenappel (de)

kankórėžis (v)

[kaŋ'korʲe:ʒʲɪs]

boom holte (de)

úoksas (v)

['ʊɑksas]

nest (het)

lìzdas (v)

['lʲɪzdas]

hol (het)

olà (m)

[o'lʲa]

stam (de)

kamíenas (v)

[ka'mʲiɛnas]

wortel (bijv. boom~s)

wortel (bijv. boom~s)

šaknìs (m)

[ʃak'nʲɪs]

schors (de)

žievė̃ (m)

[ʒʲiɛ'vʲe:]

mos (het)

sãmana (m)

['sa:mana]

ontwortelen (een boom)

ráuti

['rɑʊtʲɪ]

kappen (een boom ~)

kir̃sti

['kʲɪrstʲɪ]

ontbossen (ww)

iškìrsti

[ɪʃ'kʲɪrstʲɪ]

stronk (de)

kélmas (v)

['kʲɛlʲmas]

kampvuur (het)

kampvuur (het)

láužas (v)

['lʲɑʊʒas]

bosbrand (de)

gaĩsras (v)

['gʌɪsras]

blussen (ww)

gesìnti

[gʲɛ'sʲɪntʲɪ]

boswachter (de)

mìškininkas (v)

['mʲɪʃkʲɪnʲɪŋkas]

bescherming (de)

apsaugà (m)

[apsɑʊ'ga]

beschermen (bijv. de natuur ~)

sáugoti

['sɑʊgotʲɪ]

stroper (de)

brakoniẽrius (v)

[brako'nʲɛrʲʊs]

val (de)

val (de)

spą́stai (v dgs)

['spa:stʌɪ]

plukken (paddestoelen ~)

grybáuti

[grʲi:'bɑʊtʲɪ]

plukken (bessen ~)

uogáuti

[ʊɑ'gɑʊtʲɪ]

verdwalen (de weg kwijt zijn)

pasiklýsti

[pasʲɪ'klʲi:stʲɪ]

132. Natuurlijke hulpbronnen

natuurlijke rijkdommen (mv.)

gamtìniai ìštekliai (v dgs)

[gam'tʲɪnʲɛɪ 'ɪʃtʲɛklʲɛɪ]

delfstoffen (mv.)

naudìngos ìškasenos (m dgs)

[nɑʊ'dʲɪngos 'ɪʃkasʲɛnos]

lagen (mv.)

telkiniaĩ (v dgs)

[tʲɛlʲkʲɪ'nʲɛɪ] veld (bijv. olie~)

veld (bijv. olie~)

telkinỹs (v)

[tʲɛlʲkʲɪ'nʲi:s]

winnen (uit erts ~)

iškàsti

[ɪʃ'kastʲɪ]

winning (de)

laimìkis (v)

[lʲʌɪ'mʲɪkʲɪs]

erts (het)

rūdà (m)

[ru:'da]

mijn (bijv. kolenmijn)

rūdýnas (v)

[ru:'dʲi:nas]

mijnschacht (de)

šachtà (m)

[ʃax'ta]

mijnwerker (de)

šãchtininkas (v)

['ʃa:xtʲɪnʲɪŋkas]

gas (het)

gas (het)

dùjos (m dgs)

['dʊjɔs]

gasleiding (de)

dujótiekis (v)

[dʊ'jɔtʲiɛkʲɪs]

olie (aardolie)

naftà (m)

[naf'ta]

olieleiding (de)

naftótiekis (v)

[naf'totʲiɛkʲɪs]

oliebron (de)

nãftos bókštas (v)

['na:ftos 'bokʃtas]

boortoren (de)

gręžìmo bókštas (v)

['grʲɛ:ʒʲɪmɔ 'bokʃtas]

tanker (de)

tánklaivis (v)

['taŋklʲʌɪvʲɪs]

zand (het)

zand (het)

smė̃lis (v)

['smʲe:lʲɪs]

kalksteen (de)

kálkinis akmuõ (v)

['kalʲkʲɪnʲɪs ak'mʊɑ]

grind (het)

žvỹras (v)

['ʒvʲi:ras]

veen (het)

dùrpės (m dgs)

['dʊrpʲe:s]

klei (de)

mólis (v)

['molʲɪs]

steenkool (de)

anglìs (m)

[ang'lʲɪs]

IJzer (het)

geležìs (v)

[gʲɛlʲɛ'ʒʲɪs]

goud (het)

goud (het)

áuksas (v)

['ɑʊksas]

zilver (het)

sidãbras (v)

[sʲɪ'da:bras]

nikkel (het)

nìkelis (v)

['nʲɪkʲɛlʲɪs]

koper (het)

vãris (v)

['va:rʲɪs]

zink (het)

cìnkas (v)

['tsʲɪŋkas]

mangaan (het)

mangãnas (v)

[man'ga:nas]

kwik (het)

gývsidabris (v)

['gʲi:vsʲɪdabrʲɪs]

lood (het)

lood (het)

švìnas (v)

['ʃvʲɪnas]

mineraal (het)

minerãlas (v)

[mʲɪnʲɛ'ra:lʲas]

kristal (het)

kristãlas (v)

[krʲɪs'ta:lʲas]

marmer (het)

mármuras (v)

['marmʊras]

uraan (het)

urãnas (v)

[ʊ'ra:nas]

DE AARDE. DEEL 2

133. Weer

weer (het)

óras (v)

['oras]

weersvoorspelling (de)

óro prognòzė (m)

['orɔ prog'nozʲe:]

temperatuur (de)

temperatūrà (m)

[tʲɛmpʲɛratu:'ra] thermometer (de)

thermometer (de)

termomètras (v)

[tʲɛrmo'mʲɛtras]

barometer (de)

baromètras (v)

[baro'mʲɛtras]

vochtig (bn)

drė́gnas

['drʲe:gnas]

vochtigheid (de)

drėgmė̃ (m)

[drʲe:g'mʲe:]

hitte (de)

kar̃štis (v)

['karʃtʲɪs]

heet (bn)

kárštas

['karʃtas]

het is heet

kar̃šta

['karʃta]

het is warm

het is warm

šil̃ta

['ʃʲɪlʲta]

warm (bn)

šil̃tas

['ʃʲɪlʲtas]

het is koud

šálta

['ʃalʲta]

koud (bn)

šáltas

['ʃalʲtas]

zon (de)

sáulė (m)

['sɑʊlʲe:]

schijnen (de zon)

šviẽsti

['ʃvʲɛstʲɪ]

zonnig (~e dag)

saulė́ta

[sɑʊ'lʲe:ta]

opgaan (ov. de zon)

opgaan (ov. de zon)

pakìlti

[pa'kʲɪlʲtʲɪ]

ondergaan (ww)

léistis

['lʲɛɪstʲɪs]

wolk (de)

debesìs (v)

[dʲɛbʲɛ'sʲɪs]

bewolkt (bn)

debesúota

[dʲɛbʲɛ'sʊɑta]

regenwolk (de)

debesìs (v)

[dʲɛbʲɛ'sʲɪs]

somber (bn)

apsiniáukę

[apsʲɪ'nʲæʊkʲɛ:]

regen (de)

lietùs (v)

[lʲiɛ'tʊs]

het regent

het regent

lỹja

['lʲi:ja]

regenachtig (bn)

lietìngas

[lʲiɛ'tʲɪngas]

motregenen (ww)

lynóti

[lʲi:'notʲɪ]

plensbui (de)

liū́tis (m)

['lʲu:tʲɪs]

stortbui (de)

liū́tis (m)

['lʲu:tʲɪs]

hard (bn)

stiprùs

[stʲɪp'rʊs]

plas (de)

balà (m)

[ba'lʲa]

nat worden (ww)

nat worden (ww)

šlàpti

['ʃlʲaptʲɪ]

mist (de)

rū̃kas (v)

['ru:kas]

mistig (bn)

miglótas

[mʲɪg'lʲotas]

sneeuw (de)

sniẽgas (v)

['snʲɛgas]

het sneeuwt

sniñga

['snʲɪŋga]

134. Zwaar weer. Natuurrampen

noodweer (storm)

perkū́nija (m)

[pʲɛr'ku:nʲɪjɛ]

bliksem (de)

žaĩbas (v)

['ʒʌɪbas]

flitsen (ww)

žaibúoti

[ʒʌɪ'bʊɑtʲɪ] donder (de)

donder (de)

griaustìnis (v)

[grʲɛʊs'tʲɪnʲɪs]

donderen (ww)

griáudėti

['grʲæʊdʲe:tʲɪ]

het dondert

griáudėja griaustìnis

['grʲæʊdʲe:ja grʲɛʊs'tʲɪnʲɪs]

hagel (de)

krušà (m)

[krʊ'ʃa]

het hagelt

kriñta krušà

['krʲɪnta krʊ'ʃa]

overstromen (ww)

užlíeti

[ʊʒ'lʲiɛtʲɪ]

overstroming (de)

pótvynis (v)

['potvʲi:nʲɪs]

aardbeving (de)

aardbeving (de)

žẽmės drebė́jimas (v)

['ʒʲæmʲe:s dre'bʲɛjɪmas]

aardschok (de)

smū̃gis (m)

['smu:gʲɪs]

epicentrum (het)

epiceñtras (v)

[ɛpʲɪ'tsʲɛntras]

uitbarsting (de)

išsiveržìmas (v)

[ɪʃsʲɪvʲɛr'ʒʲɪmas]

lava (de)

lavà (m)

[lʲa'va]

wervelwind (de)

víesulas (v)

['vʲiɛsʊlʲas]

windhoos (de)

tornãdo (v)

[tor'na:dɔ]

tyfoon (de)

tyfoon (de)

taifū̃nas (v)

[tʌɪ'fu:nas]

orkaan (de)

uragãnas (v)

[ʊra'ga:nas]

storm (de)

audrà (m)

[ɑʊd'ra]

tsunami (de)

cunãmis (v)

[tsʊ'na:mʲɪs]

cycloon (de)

ciklònas (v)

[tsʲɪk'lʲonas]

onweer (het)

dárgana (m)

['dargana]

brand (de)

gaĩsras (v)

['gʌɪsras]

ramp (de)

ramp (de)

katastrofà (m)

[katastro'fa]

meteoriet (de)

meteorìtas (v)

[mʲɛtʲɛo'rʲɪtas]

lawine (de)

lavinà (m)

[lʲavʲɪ'na]

sneeuwverschuiving (de)

griūtìs (m)

[grʲu:'tʲɪs]

sneeuwjacht (de)

pūgà (m)

[pu:'ga]

sneeuwstorm (de)

pūgà (m)

[pu:'ga]

FAUNA

135. Zoogdieren. Roofdieren

roofdier (het)

plėšrū̃nas (v)

[plʲe:ʃ'ru:nas]

tijger (de)

tìgras (v)

['tʲɪgras]

leeuw (de)

liū̃tas (v)

['lʲu:tas] wolf (de)

wolf (de)

vil̃kas (v)

['vʲɪlʲkas]

vos (de)

lãpė (m)

['lʲa:pʲe:]

jaguar (de)

jaguãras (v)

[jagʊ'a:ras]

luipaard (de)

leopárdas (v)

[lʲɛo'pardas]

jachtluipaard (de)

gepárdas (v)

[gʲɛ'pardas]

panter (de)

panterà (m)

[pantʲɛ'ra]

poema (de)

pumà (m)

[pʊ'ma]

sneeuwluipaard (de)

sneeuwluipaard (de)

sniegìnis leopárdas (v)

[snʲiɛ'gʲɪnʲɪs lʲɛo'pardas]

lynx (de)

lū́šis (m)

['lʲu:ʃʲɪs]

coyote (de)

kojòtas (v)

[kɔ'jɔ̀tas]

jakhals (de)

šakãlas (v)

[ʃa'ka:lʲas]

hyena (de)

hienà (m)

[ɣʲiɛ'na]

136. Wilde dieren

dier (het)

gyvū̃nas (v)

[gʲi:'vu:nas]

beest (het)

žvėrìs (v)

[ʒvʲe:'rʲɪs]

eekhoorn (de)

voverė̃ (m)

[vove'rʲe:] egel (de)

egel (de)

ežỹs (v)

[ɛʒʲi:s]

haas (de)

kìškis, zuĩkis (v)

['kʲɪʃkʲɪs], ['zʊɪkʲɪs]

konijn (het)

triùšis (v)

['trʲʊʃʲɪs]

das (de)

barsùkas (v)

[bar'sʊkas]

wasbeer (de)

meškė́nas (v)

[mʲɛʃ'kʲe:nas]

hamster (de)

žiurkė́nas (v)

[ʒʲʊr'kʲe:nas]

marmot (de)

švilpìkas (v)

[ʃvʲɪlʲ'pʲɪkas]

mol (de)

mol (de)

kùrmis (v)

['kʊrmʲɪs]

muis (de)

pelė̃ (m)

[pʲɛ'lʲe:]

rat (de)

žiùrkė (m)

['ʒʲʊrkʲe:]

vleermuis (de)

šikšnósparnis (v)

[ʃʲɪkʃ'nosparnʲɪs]

hermelijn (de)

šermuonė̃lis (v)

[ʃermʊɑ'nʲe:lʲɪs]

sabeldier (het)

sãbalas (v)

['sa:balʲas]

marter (de)

kiáunė (m)

['kʲæʊnʲe:]

wezel (de)

wezel (de)

žebenkštìs (m)

[ʒʲɛbʲɛŋkʃ'tʲɪs]

nerts (de)

audìnė (m)

[ɑʊ'dʲɪnʲe:]

bever (de)

bẽbras (v)

['bʲæbras]

otter (de)

ū́dra (m)

['u:dra]

paard (het)

arklỹs (v)

[ark'lʲi:s]

eland (de)

bríedis (v)

['brʲiɛdʲɪs]

hert (het)

élnias (v)

['ɛlʲnʲæs]

kameel (de)

kameel (de)

kupranugãris (v)

[kʊpranʊ'ga:rʲɪs]

bizon (de)

bizònas (v)

[bʲɪ'zonas]

oeros (de)

stum̃bras (v)

['stʊmbras]

buffel (de)

bùivolas (v)

['bʊivolʲas]

zebra (de)

zèbras (v)

['zʲɛbras]

antilope (de)

antilòpė (m)

[antʲɪ'lʲopʲe:]

ree (de)

stìrna (m)

['stʲɪrna]

damhert (het)

damhert (het)

daniẽlius (v)

[da'nʲɛlʲʊs]

gems (de)

gemzė (m)

['gʲɛmzʲe:]

everzwijn (het)

šérnas (v)

['ʃʲɛrnas]

walvis (de)

bangìnis (v)

[ban'gʲɪnʲɪs]

rob (de)

rúonis (v)

['rʊɑnʲɪs]

walrus (de)

vėplỹs (v)

[vʲe:p'lʲi:s]

zeehond (de)

kòtikas (v)

['kotʲɪkas]

dolfijn (de)

dolfijn (de)

delfìnas (v)

[dʲɛlʲ'fʲɪnas]

beer (de)

lokỹs (v), meška (m)

[lʲo'kʲi:s], [mʲɛʃ'ka]

IJsbeer (de)

baltàsis lokỹs (v)

[balʲ'tasʲɪs lʲo'kʲi:s]

panda (de)

pánda (m)

['panda]

aap (de)

beždžiõnė (m)

[bʲɛʒ'dʒʲo:nʲe:]

chimpansee (de)

šimpánzė (m)

[ʃʲɪm'panzʲe:]

orang-oetan (de)

orangutángas (v)

[orangʊ'tangas]

gorilla (de)

gorilla (de)

gorilà (m)

[gorʲɪ'lʲa]

makaak (de)

makakà (m)

[maka'ka]

gibbon (de)

gibònas (v)

[gʲɪ'bonas]

olifant (de)

dramblỹs (v)

[dram'blʲi:s]

neushoorn (de)

raganõsis (v)

[raga'no:sʲɪs]

giraffe (de)

žirafà (m)

[ʒʲɪra'fa]

nijlpaard (het)

begemòtas (v)

[bʲɛgʲɛ'motas]

kangoeroe (de)

kangoeroe (de)

kengūrà (m)

[kʲɛn'gu:'ra]

koala (de)

koalà (m)

[kɔa'lʲa]

mangoest (de)

mangustà (m)

[mangʊs'ta]

chinchilla (de)

šinšilà (m)

[ʃʲɪnʃʲɪ'lʲa]

stinkdier (het)

skùnkas (v)

['skʊŋkas]

stekelvarken (het)

dygliuotis (v)

[dʲi:g'lʲʊotʲɪs]

137. Huisdieren

poes (de)

katė̃ (m)

[ka'tʲe:]

kater (de)

kãtinas (v)

['ka:tʲɪnas]

hond (de)

šuõ (v)

['ʃʊɑ] paard (het)

paard (het)

arklỹs (v)

[ark'lʲi:s]

hengst (de)

er̃žilas (v)

['ɛrʒʲɪlʲas]

merrie (de)

kumẽlė (m)

[kʊ'mʲælʲe:]

koe (de)

kárvė (m)

['karvʲe:]

stier (de)

bùlius (v)

['bʊlʲʊs]

os (de)

jáutis (v)

['jɑʊtʲɪs]

schaap (het)

avìs (m)

[a'vʲɪs]

ram (de)

ram (de)

ãvinas (v)

['a:vʲɪnas]

geit (de)

ožkà (m)

[oʒ'ka]

bok (de)

ožỹs (v)

[o'ʒʲi:s]

ezel (de)

ãsilas (v)

['a:sʲɪlʲas]

muilezel (de)

mùlas (v)

['mʊlʲas]

varken (het)

kiaũlė (m)

['kʲɛʊlʲe:]

biggetje (het)

paršẽlis (v)

[par'ʃʲælʲɪs]

konijn (het)

konijn (het)

triùšis (v)

['trʲʊʃʲɪs]

kip (de)

vištà (m)

[vʲɪʃ'ta]

haan (de)

gaidỹs (v)

[gʌɪ'dʲi:s]

eend (de)

ántis (m)

['antʲɪs]

woerd (de)

añtinas (v)

['antʲɪnas]

gans (de)

žą̃sinas (v)

['ʒa:sʲɪnas]

kalkoen haan (de)

kalakùtas (v)

[kalʲa'kʊtas]

kalkoen (de)

kalkoen (de)

kalakùtė (m)

[kalʲa'kʊtʲe:]

huisdieren (mv.)

namìniai gyvū̃nai (v dgs)

[na'mʲɪnʲɛɪ gʲi:'vu:nʌɪ]

tam (bijv. hamster)

prijaukìntas

[prʲɪʲjɛʊ'kʲɪntas]

temmen (tam maken)

prijaukìnti

[prʲɪʲjɛʊ'kʲɪntʲɪ]

fokken (bijv. paarden ~)

augìnti

[ɑʊ'gʲɪntʲɪ]

boerderij (de)

fèrma (m)

['fʲɛrma]

gevogelte (het)

namìnis paũkštis (v)

[na'mʲɪnʲɪs 'pɑʊkʃtʲɪs]

rundvee (het)

rundvee (het)

galvìjas (v)

[gal'vʲɪjɛs]

kudde (de)

bandà (m)

[ban'da]

paardenstal (de)

arklìdė (m)

[ark'lʲɪdʲe:]

zwijnenstal (de)

kiaulìdė (m)

[kʲɛʊ'lʲɪdʲe:]

koeienstal (de)

karvìdė (m)

[kar'vʲɪdʲe:]

konijnenhok (het)

triušìdė (m)

[trʲʊ'ʃʲɪdʲe:]

kippenhok (het)

vištìdė (m)

[vʲɪʃ'tʲɪdʲe:]

138. Vogels

vogel (de)

paũkštis (v)

['pɑʊkʃtʲɪs]

duif (de)

balañdis (v)

[ba'lʲandʲɪs]

mus (de)

žvìrblis (v)

['ʒvʲɪrblʲɪs] koolmees (de)

koolmees (de)

zýlė (m)

['zʲi:lʲe:]

ekster (de)

šárka (m)

['ʃarka]

raaf (de)

var̃nas (v)

['varnas]

kraai (de)

várna (m)

['varna]

kauw (de)

kúosa (m)

['kʊɑsa]

roek (de)

kovàs (v)

[kɔ'vas]

eend (de)

ántis (m)

['antʲɪs]

gans (de)

gans (de)

žą̃sinas (v)

['ʒa:sʲɪnas]

fazant (de)

fazãnas (v)

[fa'za:nas]

arend (de)

erẽlis (v)

[ɛ'rʲælʲɪs]

havik (de)

vãnagas (v)

['va:nagas]

valk (de)

sãkalas (v)

['sa:kalʲas]

gier (de)

grìfas (v)

['grʲɪfas]

condor (de)

kondòras (v)

[kɔn'doras]

zwaan (de)

zwaan (de)

gul̃bė (m)

['gʊlʲ̃bʲe:]

kraanvogel (de)

gérvė (m)

['gʲɛrvʲe:]

ooievaar (de)

gañdras (v)

['gandras]

papegaai (de)

papūgà (m)

[papu:'ga]

kolibrie (de)

kolìbris (v)

[kɔ'lʲɪbrʲɪs]

pauw (de)

póvas (v)

['povas]

struisvogel (de)

strùtis (v)

['strʊtʲɪs]

reiger (de)

reiger (de)

garnỹs (v)

[gar'nʲi:s]

flamingo (de)

flamìngas (v)

[flʲa'mʲɪngas]

pelikaan (de)

pelikãnas (v)

[pʲɛlʲɪ'ka:nas]

nachtegaal (de)

lakštiñgala (m)

[lʲakʃ'tʲɪŋgalʲa]

zwaluw (de)

kregždė̃ (m)

[krʲɛgʒ'dʲe:]

lijster (de)

strãzdas (v)

['stra:zdas]

zanglijster (de)

strãzdas giesminiñkas (v)

['stra:zdas gʲiɛsmʲɪ'nʲɪŋkas]

merel (de)

merel (de)

juodàsis strãzdas (v)

[jʊɑ'dasʲɪs s'tra:zdas]

gierzwaluw (de)

čiurlỹs (v)

[tʂʲʊr'lʲi:s]

leeuwerik (de)

vyturỹs, vieversỹs (v)

[vʲi:tʊ'rʲi:s], [vʲiɛvɛr'sʲi:s]

kwartel (de)

pùtpelė (m)

['pʊtpelʲe:]

specht (de)

genỹs (v)

[gʲɛ'nʲi:s]

koekoek (de)

gegùtė (m)

[gʲɛ'gʊtʲe:]

uil (de)

pelė́da (m)

[pʲɛ'lʲe:da]

oehoe (de)

oehoe (de)

apúokas (v)

[a'pʊɑkas]

auerhoen (het)

kurtinỹs (v)

[kʊrtʲɪ'nʲi:s]

korhoen (het)

tẽtervinas (v)

['tʲætʲɛrvʲɪnas]

patrijs (de)

kurapkà (m)

[kʊrap'ka]

spreeuw (de)

varnė́nas (v)

[var'nʲe:nas]

kanarie (de)

kanarė̃lė (m)

[kana'rʲe:lʲe:]

hazelhoen (het)

jerubė̃ (m)

[jerʊ'bʲe:]

vink (de)

vink (de)

kikìlis (v)

[kʲɪ'kʲɪlʲɪs]

goudvink (de)

sniẽgena (m)

['snʲɛgʲɛna]

meeuw (de)

žuvė́dra (m)

[ʒʊ'vʲe:dra]

albatros (de)

albatròsas (v)

[alʲba't'rosas]

pinguïn (de)

pingvìnas (v)

[pʲɪng'vʲɪnas]

139. Vis. Zeedieren

brasem (de)

kar̃šis (v)

['karʃʲɪs]

karper (de)

kárpis (v)

['karpʲɪs]

baars (de)

ešerỹs (v)

[ɛʃʲɛ'rʲi:s] meerval (de)

meerval (de)

šãmas (v)

['ʃa:mas]

snoek (de)

lydekà (m)

[lʲi:dʲɛ'ka]

zalm (de)

lašišà (m)

[lʲaʃʲɪ'ʃa]

steur (de)

erškėtas (v)

[erʃ'kʲe:tas]

haring (de)

sil̃kė (m)

['sʲɪlʲkʲe:]

atlantische zalm (de)

lašišà (m)

[lʲaʃʲɪ'ʃa]

makreel (de)

skùmbrė (m)

['skʊmbrʲe:]

platvis (de)

platvis (de)

plẽkšnė (m)

['plʲækʃnʲe:]

snoekbaars (de)

star̃kis (v)

['starkʲɪs]

kabeljauw (de)

ménkė (m)

['mʲɛŋkʲe:]

tonijn (de)

tùnas (v)

['tʊnas]

forel (de)

upė́takis (v)

[ʊ'pʲe:takʲɪs]

paling (de)

ungurỹs (v)

[ʊngʊ'rʲi:s]

sidderrog (de)

elektrìnė rajà (m)

[ɛlʲɛk'trʲɪnʲe: ra'ja]

murene (de)

murene (de)

murėnà (m)

[mʊrʲɛ'na]

piranha (de)

pirãnija (m)

[pʲɪ'ra:nʲɪjɛ]

haai (de)

ryklỹs (v)

[rʲɪk'lʲi:s]

dolfijn (de)

delfìnas (v)

[dʲɛlʲ'fʲɪnas]

walvis (de)

bangìnis (v)

[ban'gʲɪnʲɪs]

krab (de)

krãbas (v)

['kra:bas]

kwal (de)

medūzà (m)

[mʲɛdu:'za]

octopus (de)

octopus (de)

aštuonkõjis (v)

[aʃtʊɑŋ'ko:jis]

zeester (de)

jū́ros žvaigždė̃ (m)

['ju:ros ʒvʌɪgʒ'dʲe:]

zee-egel (de)

jū́ros ežỹs (v)

['ju:ros ɛ'ʒʲi:s]

zeepaardje (het)

jū́ros arkliùkas (v)

['ju:ros ark'lʲʊkas]

oester (de)

áustrė (m)

['ɑʊstrʲe:]

garnaal (de)

krevètė (m)

[krʲɛ'vʲɛtʲe:]

kreeft (de)

omãras (v)

[o'ma:ras]

langoest (de)

langoest (de)

langùstas (v)

[lʲan'gʊstas]

140. Amfibieën. Reptielen

slang (de)

gyvãtė (m)

[gʲi:'va:tʲe:]

giftig (slang)

nuodìngas

[nʊɑ'dʲɪngas]

adder (de)

angìs (v)

[an'gʲɪs] cobra (de)

cobra (de)

kobrà (m)

[kɔb'ra]

python (de)

pitònas (v)

[pʲɪ'tonas]

boa (de)

smauglỹs (v)

[smɑʊg'lʲi:s]

ringslang (de)

žaltỹs (v)

[ʒalʲ'tʲi:s]

ratelslang (de)

barškuõlė (m)

[barʃ'kʊɑlʲe:]

anaconda (de)

anakònda (m)

[ana'konda]

hagedis (de)

dríežas (v)

['drʲiɛʒas]

leguaan (de)

leguaan (de)

iguanà (m)

[ɪgʊa'na]

varaan (de)

varãnas (v)

[va'ra:nas]

salamander (de)

salamándra (m)

[salʲa'mandra]

kameleon (de)

chameleònas (v)

[xamʲɛlʲɛ'onas]

schorpioen (de)

skorpiònas (v)

[skorpʲɪ'ɔnas]

schildpad (de)

vėžlỹs (v)

[vʲe:ʒ'lʲi:s]

kikker (de)

varlė̃ (m)

[var'lʲe:]

pad (de)

pad (de)

rùpūžė (m)

['rʊpu:ʒʲe:]

krokodil (de)

krokodìlas (v)

[kroko'dʲɪlʲas]

141. Insecten

insect (het)

vabzdỹs (v)

[vabz'dʲi:s]

vlinder (de)

drugẽlis (v)

[drʊ'gʲælʲɪs]

mier (de)

skruzdẽlė (m)

[skrʊz'dʲælʲe:] vlieg (de)

vlieg (de)

mùsė (m)

['mʊsʲe:]

mug (de)

úodas (v)

['ʊɑdas]

kever (de)

vãbalas (v)

['va:balʲas]

wesp (de)

vapsvà (m)

[vaps'va]

bij (de)

bìtė (m)

['bʲɪtʲe:]

hommel (de)

kamãnė (m)

[ka'ma:nʲe:]

horzel (de)

gylỹs (v)

[gʲi:'lʲi:s]

spin (de)

spin (de)

vóras (v)

['voras]

spinnenweb (het)

vorãtinklis (v)

[vo'ra:tʲɪŋklʲɪs]

libel (de)

laũmžirgis (v)

['lʲɑʊmʒʲɪrgʲɪs]

sprinkhaan (de)

žiógas (v)

['ʒʲogas]

nachtvlinder (de)

petelìškė (m)

[pʲɛtʲɛ'lʲɪʃkʲe:]

kakkerlak (de)

tarakõnas (v)

[tara'ko:nas]

mijt (de)

érkė (m)

[ʲærkʲe:]

vlo (de)

vlo (de)

blusà (m)

[blʲʊ'sa]

kriebelmug (de)

mãšalas (v)

['ma:ʃalʲas]

treksprinkhaan (de)

skėrỹs (v)

[skʲe:'rʲi:s]

slak (de)

sráigė (m)

['srʌɪgʲe:]

krekel (de)

svirplỹs (v)

[svʲɪrp'lʲi:s]

glimworm (de)

jõnvabalis (v)

['jɔ:nvabalʲɪs]

lieveheersbeestje (het)

borùžė (m)

[bo'rʊʒʲe:]

meikever (de)

meikever (de)

grambuolỹs (v)

[grambʊɑ'lʲi:s]

bloedzuiger (de)

dėlė̃ (m)

[dʲe:'lʲe:]

rups (de)

vìkšras (v)

['vʲɪkʃras]

aardworm (de)

slíekas (v)

['slʲiɛkas]

larve (de)

kirmelė (m)

[kʲɪrme'lʲe:]

FLORA

142. Bomen

boom (de)

mẽdis (v)

['mʲædʲɪs]

loof- (abn)

lapuõtis

[lʲapʊ'ɑtʲɪs]

dennen- (abn)

spygliuõtis

[spʲi:g'lʲʊo:tʲɪs] groenblijvend (bn)

groenblijvend (bn)

vìsžalis

['vʲɪsʒalʲɪs]

appelboom (de)

obelìs (m)

[obʲɛ'lʲɪs]

perenboom (de)

kriáušė (m)

['krʲæʊʃʲe:]

zoete kers (de)

trẽšnė (m)

['trʲæʃnʲe:]

zure kers (de)

vyšnià (m)

[vʲi:ʃ'nʲæ]

pruimelaar (de)

slyvà (m)

[slʲi:'va]

berk (de)

béržas (v)

['bʲɛrʒas]

eik (de)

eik (de)

ą́žuolas (v)

['a:ʒʊɑlʲas]

linde (de)

líepa (m)

['lʲiɛpa]

esp (de)

drebulė̃ (m)

[drebʊ'lʲe:]

esdoorn (de)

klẽvas (v)

['klʲævas]

spar (de)

ẽglė (m)

['ʲæglʲe:]

den (de)

pušìs (m)

[pʊ'ʃʲɪs]

lariks (de)

maũmedis (v)

['mɑʊmʲɛdʲɪs]

zilverspar (de)

zilverspar (de)

kė̃nis (v)

['kʲe:nʲɪs]

ceder (de)

kèdras (v)

['kʲɛdras]

populier (de)

túopa (m)

['tʊɑpa]

lijsterbes (de)

šermùkšnis (v)

[ʃʲɛr'mʊkʃnʲɪs]

wilg (de)

glúosnis (v)

['glʲʊɑsnʲɪs]

els (de)

al̃ksnis (v)

['alʲksnʲɪs]

beuk (de)

bùkas (v)

['bʊkas]

iep (de)

iep (de)

gúoba (m)

['gʊɑba]

es (de)

úosis (v)

['ʊɑsʲɪs]

kastanje (de)

kaštõnas (v)

[kaʃ'to:nas]

magnolia (de)

magnòlija (m)

[mag'nolʲɪjɛ]

palm (de)

pálmė (m)

['palʲmʲe:]

cipres (de)

kiparìsas (v)

[kʲɪpa'rʲɪsas]

mangrove (de)

mañgro mẽdis (v)

['mañgrɔ 'mʲædʲɪs]

baobab (apenbroodboom)

baobab (apenbroodboom)

baobãbas (v)

[bao'ba:bas]

eucalyptus (de)

eukalìptas (v)

[ɛʊka'lʲɪptas]

mammoetboom (de)

sekvojà (m)

[sʲɛkvo:'jɛ̀]

143. Heesters

struik (de)

krū́mas (v)

['kru:mas]

heester (de)

krūmýnas (v)

[kru:'mʲi:nas]

wijnstok (de)

vynuogýnas (v)

[vʲi:nʊɑ'gʲi:nas] wijngaard (de)

wijngaard (de)

vynuogýnas (v)

[vʲi:nʊɑ'gʲi:nas]

frambozenstruik (de)

aviẽtė (m)

[a'vʲɛtʲe:]

rode bessenstruik (de)

raudonàsis serbeñtas (v)

[rɑʊdo'nasʲɪs sʲɛr'bʲɛntas]

kruisbessenstruik (de)

agrãstas (v)

[ag'ra:stas]

acacia (de)

akãcija (m)

[a'ka:tsʲɪjɛ]

zuurbes (de)

rauger̃škis (m)

[rɑʊ'gʲɛrʃkʲɪs]

jasmijn (de)

jazmìnas (v)

[jaz'mʲɪnas]

jeneverbes (de)

jeneverbes (de)

kadagỹs (v)

[kada'gʲi:s]

rozenstruik (de)

rõžių krū́mas (v)

['ro:ʒʲu: 'kru:mas]

hondsroos (de)

erškė̃tis (v)

[erʃ'kʲe:tʲɪs]

144. Vruchten. Bessen

vrucht (de)

vaĩsius (v)

['vʌɪsʲʊs]

vruchten (mv.)

vaĩsiai (v dgs)

['vʌɪsʲɛɪ]

appel (de)

obuolỹs (v)

[obʊɑ'lʲi:s] peer (de)

peer (de)

kriáušė (m)

['krʲæʊʃʲe:]

pruim (de)

slyvà (m)

[slʲi:'va]

aardbei (de)

brãškė (m)

['bra:ʃkʲe:]

zure kers (de)

vyšnià (m)

[vʲi:ʃ'nʲæ]

zoete kers (de)

trẽšnė (m)

['trʲæʃnʲe:]

druif (de)

vỹnuogės (m dgs)

['vʲi:nʊɑgʲe:s]

framboos (de)

aviẽtė (m)

[a'vʲɛtʲe:]

zwarte bes (de)

zwarte bes (de)

juodíeji serbeñtai (v dgs)

[jʊɑ'dʲiɛjɪ sʲɛr'bʲɛntʌɪ]

rode bes (de)

raudoníeji serbeñtai (v dgs)

[raʊdo'nʲɛji sʲɛr'bʲɛntʌɪ]

kruisbes (de)

agrãstas (v)

[ag'ra:stas]

veenbes (de)

spañguolė (m)

['spaŋgʊɑlʲe:]

sinaasappel (de)

apelsìnas (v)

[apʲɛlʲ'sʲɪnas]

mandarijn (de)

mandarìnas (v)

[manda'rʲɪnas]

ananas (de)

ananãsas (v)

[ana'na:sas]

banaan (de)

banaan (de)

banãnas (v)

[ba'na:nas]

dadel (de)

datùlė (m)

[da'tʊlʲe:]

citroen (de)

citrinà (m)

[tsʲɪtrʲɪ'na]

abrikoos (de)

abrikòsas (v)

[abrʲɪ'kosas]

perzik (de)

pèrsikas (v)

['pʲɛrsʲɪkas]

kiwi (de)

kìvis (v)

['kʲɪvʲɪs]

grapefruit (de)

greĩpfrutas (v)

['grʲɛɪpfrʊtas]

bes (de)

bes (de)

úoga (m)

['ʊɑga]

bessen (mv.)

úogos (m dgs)

['ʊɑgos]

vossenbes (de)

brùknės (m dgs)

['brʊknʲe:s]

bosaardbei (de)

žémuogės (m dgs)

['ʒʲæmʊɑgʲe:s]

bosbes (de)

mėlỹnės (m dgs)

[mʲe:'lʲi:nʲe:s]

145. Bloemen. Planten

bloem (de)

gėlė̃ (m)

[gʲe:'lʲe:]

boeket (het)

púokštė (m)

['pʊɑkʃtʲe:]

roos (de)

rõžė (m)

['ro:ʒʲe:] tulp (de)

tulp (de)

tùlpė (m)

['tʊlʲpʲe:]

anjer (de)

gvazdìkas (v)

[gvaz'dʲɪkas]

gladiool (de)

kardẽlis (v)

[kar'dʲælʲɪs]

korenbloem (de)

rùgiagėlė (m)

['rʊgʲægʲe:lʲe:]

klokje (het)

varpẽlis (v)

[var'pʲælʲɪs]

paardenbloem (de)

piẽnė (m)

['pʲɛnʲe:]

kamille (de)

ramùnė (m)

[ra'mʊnʲe:]

aloë (de)

aloë (de)

alijõšius (v)

[alʲɪ'jɔ:ʃʲʊs]

cactus (de)

kãktusas (v)

['ka:ktʊsas]

ficus (de)

fìkusas (v)

['fʲɪkʊsas]

lelie (de)

lelijà (m)

[lʲɛlʲɪ'ja]

geranium (de)

pelargònija (m)

[pʲɛlʲar'gonʲɪjɛ]

hyacint (de)

hiacìntas (v)

[ɣʲɪja'tsʲɪntas]

mimosa (de)

mimozà (m)

[mʲɪmo'za]

narcis (de)

narcis (de)

narcìzas (v)

[nar'tsʲɪzas]

Oostindische kers (de)

nastùrta (m)

[nas'tʊrta]

orchidee (de)

orchidė́ja (m)

[orxʲɪ'dʲe:ja]

pioenroos (de)

bijū̃nas (v)

[bʲɪ'ju:nas]

viooltje (het)

našlaitė (m)

[naʃ'lʲʌɪtʲe:]

driekleurig viooltje (het)

daržẽlinė našláitė (m)

[dar'ʒʲælʲɪnʲe: naʃ'lʌɪtʲe:]

vergeet-mij-nietje (het)

neužmirštuõlė (m)

[nʲɛʊʒmʲɪrʃ'tʊɑlʲe:]

madeliefje (het)

madeliefje (het)

saulùtė (m)

[sɑʊ'lʲʊtʲe:]

papaver (de)

aguonà (m)

[agʊɑ'na]

hennep (de)

kanãpė (m)

[ka'na:pʲe:]

munt (de)

mėtà (m)

[mʲe:'ta]

lelietje-van-dalen (het)

pakalnùtė (m)

[pakalʲ'nʊtʲe:]

sneeuwklokje (het)

sniẽgena (m)

['snʲɛgʲɛna]

brandnetel (de)

dilgẽlė (m)

[dʲɪlʲ'gʲælʲe:]

veldzuring (de)

veldzuring (de)

rūgštỹnė (m)

[ru:gʃ'tʲi:nʲe:]

waterlelie (de)

vandeñs lelijà (m)

[van'dʲɛns lʲɛlʲɪ'ja]

varen (de)

papar̃tis (v)

[pa'partʲɪs]

korstmos (het)

kérpė (m)

['kʲɛrpʲe:]

oranjerie (de)

oranžèrija (m)

[oran'ʒʲɛrʲɪjɛ]

gazon (het)

gazònas (v)

[ga'zonas]

bloemperk (het)

klòmba (m)

['klʲomba]

plant (de)

plant (de)

áugalas (v)

['ɑʊgalʲas]

gras (het)

žolė̃ (m)

[ʒo'lʲe:]

grasspriet (de)

žolẽlė (m)

[ʒo'lʲælʲe:]

blad (het)

lãpas (v)

['lʲa:pas]

bloemblad (het)

žíedlapis (v)

['ʒʲiɛdlʲapʲɪs]

stengel (de)

stíebas (v)

['stʲiɛbas]

knol (de)

gum̃bas (v)

['gʊmbas]

scheut (de)

scheut (de)

želmuõ (v)

[ʒʲɛlʲ'mʊɑ]

doorn (de)

spyglỹs (v)

[spʲi:g'lʲi:s]

bloeien (ww)

žydė́ti

[ʒʲi:'dʲe:tʲɪ]

verwelken (ww)

výsti

['vʲi:stʲɪ]

geur (de)

kvãpas (v)

['kva:pas]

snijden (bijv. bloemen ~)

nupjáuti

[nʊ'pjɑʊtʲɪ]

plukken (bloemen ~)

nuskìnti

[nʊ'skʲɪntʲɪ]

146. Granen, graankorrels

graan (het)

grū́das (v)

['gru:das]

graangewassen (mv.)

grūdìnės kultū̃ros (m dgs)

[gru:'dʲɪnʲe:s kʊlʲ'tu:ros]

aar (de)

várpa (m)

['varpa] tarwe (de)

tarwe (de)

kviečiaĩ (v dgs)

[kvʲiɛ'tʂʲɛɪ]

rogge (de)

rugiaĩ (v dgs)

[rʊ'gʲɛɪ]

haver (de)

ãvižos (m dgs)

['a:vʲɪʒos]

gierst (de)

sóra (m)

['sora]

gerst (de)

miẽžiai (v dgs)

['mʲɛʒʲɛɪ]

maïs (de)

kukurū̃zas (v)

[kʊkʊ'ru:zas]

rijst (de)

rỹžiai (v)

['rʲi:ʒʲɛɪ]

boekweit (de)

boekweit (de)

grìkiai (v dgs)

['grʲɪkʲɛɪ]

erwt (de)

žìrniai (v dgs)

['ʒʲɪrnʲɛɪ]

boon (de)

pupẽlės (m dgs)

[pʊ'pʲælʲe:s]

soja (de)

sojà (m)

[so:'jɛ̀]

linze (de)

lę̃šiai (v dgs)

['lʲɛ:ʃʲɛɪ]

bonen (mv.)

pùpos (m dgs)

['pʊpos]

LANDEN. NATIONALITEITEN

147. West-Europa

Europa (het)

Europà (m)

[ɛʊro'pa]

Europese Unie (de)

europiẽtis (v)

[ɛʊro'pʲɛtʲɪs]

Oostenrijk (het)

Áustrija (m)

['ɑʊstrʲɪjɛ] Groot-Brittannië (het)

Groot-Brittannië (het)

Didžióji Britãnija (m)

[dʲɪ'dʒʲo:jɪ brʲɪ'ta:nʲɪjɛ]

Engeland (het)

Ánglija (m)

['anglʲɪjɛ]

België (het)

Bel̃gija (m)

['bʲɛlʲ̃gʲɪjɛ]

Duitsland (het)

Vokietìja (m)

[vokʲiɛ'tʲɪja]

Nederland (het)

Nýderlandai (v dgs)

['nʲi:dʲɛrlʲandʌɪ]

Holland (het)

Olándija (m)

[o'lʲandʲɪjɛ]

Griekenland (het)

Graĩkija (m)

['grʌɪkʲɪjɛ]

Denemarken (het)

Denemarken (het)

Dãnija (m)

['da:nʲɪjɛ]

Ierland (het)

Aĩrija (m)

['ʌɪrʲɪjɛ]

IJsland (het)

Islándija (m)

[ɪs'lʲandʲɪjɛ]

Spanje (het)

Ispãnija (m)

[ɪs'pa:nʲɪjɛ]

Italië (het)

Itãlija (m)

[ɪ'ta:lʲɪjɛ]

Cyprus (het)

Kìpras (v)

['kʲɪpras]

Malta (het)

Málta (m)

['malʲta]

Noorwegen (het)

Noorwegen (het)

Norvègija (m)

[nor'vʲɛgʲɪjɛ]

Portugal (het)

Portugãlija (m)

[portʊ'ga:lʲɪjɛ]

Finland (het)

Súomija (m)

['sʊɑmʲɪjɛ]

Frankrijk (het)

Prancūzijà (m)

[prantsu:zʲɪ'ja]

Zweden (het)

Švèdija (m)

['ʃvʲɛdʲɪjɛ]

Zwitserland (het)

Šveicãrija (m)

[ʃvʲɛɪ'tsa:rʲɪjɛ]

Schotland (het)

Škòtija (m)

['ʃkotʲɪjɛ]

Vaticaanstad (de)

Vaticaanstad (de)

Vatikãnas (v)

[vatʲɪka:nas]

Liechtenstein (het)

Lìchtenšteinas (v)

['lʲɪxtʲɛnʃtʲɛɪnas]

Luxemburg (het)

Liùksemburgas (v)

['lʲʊksʲɛmbʊrgas]

Monaco (het)

Mònakas (v)

['monakas]

148. Centraal- en Oost-Europa

Albanië (het)

Albãnija (m)

[alʲ'ba:nʲɪjɛ]

Bulgarije (het)

Bulgãrija (m)

[bʊlʲ'ga:rʲɪjɛ]

Hongarije (het)

Veñgrija (m)

['vʲɛŋgrʲɪjɛ] Letland (het)

Letland (het)

Lãtvija (m)

['lʲa:tvʲɪjɛ]

Litouwen (het)

Lietuvà (m)

[lʲiɛtʊ'va]

Polen (het)

Lénkija (m)

['lʲɛŋkʲɪjɛ]

Roemenië (het)

Rumùnija (m)

[rʊ'mʊnʲɪjɛ]

Servië (het)

Ser̃bija (m)

['sʲɛrbʲɪjɛ]

Slowakije (het)

Slovãkija (m)

[slʲo'va:kʲɪjɛ]

Kroatië (het)

Kroãtija (m)

[kro'a:tʲɪjɛ]

Tsjechië (het)

Tsjechië (het)

Čèkija (m)

['tʂʲɛkʲɪjɛ]

Estland (het)

Èstija (m)

['ɛstʲɪjɛ]

Bosnië en Herzegovina (het)

Bòsnija ir̃ Hercegovinà (m)

['bosnʲɪja ir ɣʲɛrtsʲɛgovʲɪ'na]

Macedonië (het)

Makedònija (m)

[makʲɛ'donʲɪjɛ]

Slovenië (het)

Slovė́nija (m)

[slʲo'vʲe:nʲɪjɛ]

Montenegro (het)

Juodkalnijà (m)

[jʊɑdkalʲnʲɪ'ja]

149. Voormalige USSR landen

Azerbeidzjan (het)

Azerbaidžãnas (v)

[azʲɛrbʌɪ'dʒa:nas]

Armenië (het)

Armė́nija (m)

[ar'mʲe:nʲɪjɛ]

Wit-Rusland (het)

Baltarùsija (m)

[balʲta'rʊsʲɪjɛ] Georgië (het)

Georgië (het)

Grùzija (m)

['grʊzʲɪjɛ]

Kazakstan (het)

Kazãchija (m)

[ka'za:xʲɪjɛ]

Kirgizië (het)

Kirgìzija (m)

[kʲɪr'gʲɪzʲɪjɛ]

Moldavië (het)

Moldãvija (m)

[molʲ'da:vʲɪjɛ]

Rusland (het)

Rùsija (m)

['rʊsʲɪjɛ]

Oekraïne (het)

Ukrainà (m)

[ʊkrʌɪ'na]

Tadzjikistan (het)

Tadžìkija (m)

[tad'ʒʲɪkʲɪjɛ]

Turkmenistan (het)

Turkmenistan (het)

Turkmė́nija (m)

[tʊrk'mʲe:nʲɪjɛ]

Oezbekistan (het)

Uzbèkija (m)

[ʊz'bʲɛkʲɪjɛ]

150. Azië

Azië (het)

ãzija (m)

['a:zʲɪjɛ]

Vietnam (het)

Vietnãmas (v)

[vjɛt'na:mas]

India (het)

Ìndija (m)

['ɪndʲɪjɛ] Israël (het)

Israël (het)

Izraèlis (v)

[ɪzraʲ'ɛlʲɪs]

China (het)

Kìnija (m)

['kʲɪnʲɪjɛ]

Libanon (het)

Libãnas (v)

[lʲɪ'banas]

Mongolië (het)

Mongòlija (m)

[mon'golʲɪjɛ]

Maleisië (het)

Maláizija (m)

[ma'lʲʌɪzʲɪjɛ]

Pakistan (het)

Pakistãnas (v)

[pakʲɪ'sta:nas]

Saoedi-Arabië (het)

Saúdo Arãbija (m)

[sa'ʊdɔ a'ra:bʲɪjɛ]

Thailand (het)

Thailand (het)

Tailándas (v)

[tʌɪ'lʲandas]

Taiwan (het)

Taivãnis (v)

[tʌɪ'vanʲɪs]

Turkije (het)

Tur̃kija (m)

['tʊrkʲɪjɛ]

Japan (het)

Japònija (m)

[ja'ponʲɪjɛ]

Afghanistan (het)

Afganistãnas (v)

[afganʲɪ'sta:nas]

Bangladesh (het)

Bangladèšas (v)

[banglʲa'dʲɛʃas]

Indonesië (het)

Indonezijà (m)

[ɪndonʲɛzʲɪ'ja]

Jordanië (het)

Jordanië (het)

Jordãnija (m)

[jɔr'da:nʲɪjɛ]

Irak (het)

Irãkas (v)

[ɪ'ra:kas]

Iran (het)

Irãnas (v)

[ɪ'ra:nas]

Cambodja (het)

Kambodžà (m)

[kambo'dʒa]

Koeweit (het)

Kuveĩtas (v)

[kʊ'vʲɛɪtas]

Laos (het)

Laòsas (v)

[lʲa'osas]

Myanmar (het)

Mianmãras (v)

[mʲæn'ma:ras]

Nepal (het)

Nepal (het)

Nepãlas (v)

[nʲɛ'pa:lʲas]

Verenigde Arabische Emiraten

Jungtìniai Arãbų Emiratai (v dgs)

[jʊŋk'tʲɪnʲɛɪ a'ra:bu: ɛmʲɪratʌɪ]

Syrië (het)

Sìrija (m)

['sʲɪrʲɪjɛ]

Palestijnse autonomie (de)

Palestìna (m)

[palʲɛs'tʲɪna]

Zuid-Korea (het)

Pietų̃ Korė́ja (m)

[pʲiɛ'tu: ko'rʲe:ja]

Noord-Korea (het)

Šiáurės Korė́ja (m)

['ʃʲæʊrʲe:s ko'rʲe:ja]

151. Noord-Amerika

Verenigde Staten van Amerika

Jungtìnės Amèrikos Valstìjos (m dgs)

[jʊŋk'tʲɪnʲe:s a'mʲɛrʲɪkos valʲs'tʲɪjɔs]

Canada (het)

Kanadà (m)

[kana'da]

Mexico (het)

Mèksika (m)

['mʲɛksʲɪka]

152. Midden- en Zuid-Amerika

Argentinië (het)

Argentinà (m)

[argʲɛntʲɪ'na]

Brazilië (het)

Brazìlija (m)

[bra'zʲɪlʲɪjɛ]

Colombia (het)

Kolùmbija (m)

[kɔ'lʲʊmbʲɪjɛ] Cuba (het)

Cuba (het)

Kubà (m)

[kʊ'ba]

Chili (het)

Čìlė (m)

['tʂʲɪlʲe:]

Bolivia (het)

Bolìvija (m)

[bo'lʲɪvʲɪjɛ]

Venezuela (het)

Venesuelà (m)

[vʲɛnʲɛsʊʲɛ'lʲa]

Paraguay (het)

Paragvãjus (v)

[parag'va:jʊs]

Peru (het)

Perù (v)

[pʲɛ'rʊ]

Suriname (het)

Surinãmis (v)

[sʊrʲɪ'namʲɪs]

Uruguay (het)

Uruguay (het)

Urugvãjus (v)

[ʊrʊg'va:jʊs]

Ecuador (het)

Ekvadòras (v)

[ɛkva'doras]

Bahama's (mv.)

Bahãmų salõs (m dgs)

[ba'ɣamu: 'salʲo:s]

Haïti (het)

Haìtis (v)

[ɣʌ'ɪtʲɪs]

Dominicaanse Republiek (de)

Dominìkos Respùblika (m)

[domʲɪ'nʲɪkos rʲɛs'pʊblʲɪka]

Panama (het)

Panamà (m)

[pana'ma]

Jamaica (het)

Jamáika (m)

[ja'mʌɪka]

153. Afrika

Egypte (het)

Egìptas (v)

[ɛ'gʲɪptas]

Marokko (het)

Maròkas (v)

[ma'rokas]

Tunesië (het)

Tunìsas (v)

[tʊ'nʲɪsas] Ghana (het)

Ghana (het)

Ganà (m)

[ga'na]

Zanzibar (het)

Zanzibãras (v)

[zanzʲɪ'ba:ras]

Kenia (het)

Kènija (m)

['kʲɛnʲɪjɛ]

Libië (het)

Lìbija (m)

['lʲɪbʲɪjɛ]

Madagaskar (het)

Madagaskãras (v)

[madagas'ka:ras]

Namibië (het)

Namìbija (m)

[na'mʲɪbʲɪjɛ]

Senegal (het)

Senegãlas (v)

[sʲɛnʲɛ'ga:lʲas]

Tanzania (het)

Tanzania (het)

Tanzãnija (m)

[tan'za:nʲɪjɛ]

Zuid-Afrika (het)

Pietų̃ ãfrikos respùblika (m)

[pʲiɛ'tu: 'a:frʲɪkos rʲɛs'pʊblʲɪka]

154. Australië. Oceanië

Australië (het)

Austrãlija (m)

[ɑʊs'tra:lʲɪjɛ]

Nieuw-Zeeland (het)

Naujóji Zelándija (m)

[nɑʊ'jɔ:jɪ zʲɛ'lʲandʲɪjɛ]

Tasmanië (het)

Tasmãnija (m)

[tas'ma:nʲɪjɛ] Frans-Polynesië

Frans-Polynesië

Prancūzìjos Polinèzija (m)

[prantsu:'zʲɪjɔs polʲɪ'nʲɛzʲɪjɛ]

155. Steden

Amsterdam

Ámsterdamas (v)

['amstʲɛrdamas]

Ankara

Ankarà (m)

[aŋka'ra]

Athene

Atė́nai (v dgs)

[a'tʲe:nʌɪ] Bagdad

Bagdad

Bagdãdas (v)

[bag'da:das]

Bangkok

Bankòkas (v)

[baŋ'kokas]

Barcelona

Barselonà (m)

[barsʲɛlʲo'na]

Beiroet

Beirùtas (v)

[bʲɛɪ'rʊtas]

Berlijn

Berlýnas (v)

[bʲɛr'lʲi:nas]

Boedapest

Budapèštas (v)

[bʊda'pʲɛʃtas]

Boekarest

Bukarèštas (v)

[bʊka'rʲɛʃtas]

Bombay, Mumbai

Bombay, Mumbai

Bombė̃jus (v)

[bom'bʲe:jʊs]

Bonn

Bonà (m)

[bo'na]

Bordeaux

Bordò (v)

[bor'do]

Bratislava

Bratislavà (m)

[bratʲɪslʲa'va]

Brussel

Briùselis (v)

['brʲʊsʲɛlʲɪs]

Caïro

Kaìras (v)

[kʌ'ɪras]

Calcutta

Kalkutà (m)

[kalʲkʊ'ta]

Chicago

Chicago

Čikagà (m)

[tʂʲɪka'ga]

Dar Es Salaam

Dár es Salãmas (v)

['dar ɛs sa'lʲa:mas]

Delhi

Dèlis (v)

['dʲɛlʲɪs]

Den Haag

Hagà (m)

[ɣa'ga]

Dubai

Dubãjus (v)

[dʊ'ba:jʊs]

Dublin

Dùblinas (v)

['dʊblʲɪnas]

Düsseldorf

Diùseldorfas (v)

['dʲʊsʲɛlʲdorfas]

Florence

Florence

Floreñcija (m)

[flʲo'rʲɛntsʲɪjɛ]

Frankfort

Fránkfurtas (v)

['fraŋkfʊrtas]

Genève

Ženevà (m)

[ʒʲɛnʲɛ'va]

Hamburg

Hámburgas (v)

['ɣambʊrgas]

Hanoi

Hanòjus (v)

[ɣa'nojʊs]

Havana

Havanà (m)

[ɣava'na]

Helsinki

Hèlsinkis (v)

['ɣʲɛlʲsʲɪŋkʲɪs]

Hiroshima

Hiroshima

Hirosimà (m)

[ɣʲɪrosʲɪ'ma]

Hongkong

Honkòngas (v)

[ɣoŋ'kongas]

Istanbul

Stambùlas (v)

[stam'bʊlʲas]

Jeruzalem

Jerùzalė (m)

[je'rʊzalʲe:]

Kiev

Kìjevas (v)

['kʲɪjɛvas]

Kopenhagen

Kopenhagà (m)

[kɔpʲɛnɣa'ga]

Kuala Lumpur

Kvãla Lùmpuras (v)

['kvalʲa 'lʲumpʊras]

Lissabon

Lissabon

Lisabonà (m)

[lʲɪsabo'na]

Londen

Lòndonas (v)

['lʲondonas]

Los Angeles

Lõs Ándželas (v)

[lʲo:s 'andʒʲɛlʲas]

Lyon

Liònas (v)

[lʲɪ'jɔnas]

Madrid

Madrìdas (v)

[mad'rʲɪdas]

Marseille

Marsèlis (v)

[mar'sʲɛlʲɪs]

Mexico-Stad

Mèksikas (v)

['mʲɛksʲɪkas]

Miami

Miami

Majãmis (v)

[ma'ja:mʲɪs]

Montreal

Monreãlis (v)

[monrʲɛ'a:lʲɪs]

Moskou

Maskvà (m)

[mask'va]

München

Miùnchenas (v)

['mʲʊnxʲɛnas]

Nairobi

Nairòbis (v)

[nʌɪ'robʲɪs]

Napels

Neãpolis (v)

[nʲɛ'a:polʲɪs]

New York

Niujòrkas (v)

[nʲʊ'jɔ̀rkas]

Nice

Nice

Nicà (m)

[nʲɪ'tsa]

Oslo

Òslas (v)

[oslʲas]

Ottawa

Otavà (m)

[ota'va]

Parijs

Parỹžius (v)

[pa'rʲi:ʒʲʊs]

Peking

Pekìnas (v)

[pʲɛ'kʲɪnas]

Praag

Prahà (m)

[praɣa]

Rio de Janeiro

Rio de Žaneĩras (v)

['rʲɪjɔ dʲɛ ʒa'nʲɛɪras]

Rome

Rome

Romà (m)

[ro'ma]

Seoel

Seùlas (v)

[sʲɛ'ʊ̀lʲas]

Singapore

Singapū̃ras (v)

[sʲɪnga'pu:ras]

Sint-Petersburg

Sankt-Peterbùrgas (v)

[saŋkt-pʲɛtʲɛr'bʊrgas]

Sjanghai

Šanchãjus (v)

[ʃan'xa:jʊs]

Stockholm

Stòkholmas (v)

['stokɣolʲmas]

Sydney

Sidnė́jus (v)

[sʲɪd'nʲe:jʊs]

Taipei

Taipei

Taipė́jus (v)

[tʌɪ'pʲe:jʊs]

Tokio

Tòkijas (v)

['tokʲɪjas]

Toronto

Toròntas (v)

[to'rontas]

Venetië

Venècija (m)

[vʲɛ'nʲɛtsʲɪjɛ]

Warschau

Váršuva (m)

['varʃʊva]

Washington

Vãšingtonas (v)

['va:ʃʲɪŋktonas]

Wenen

Víena (m)

['vʲiɛna]